Organisatie | Omgevingsdienst Groningen |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Regeling Ambtseed, ambtsbelofte integriteits- en geheimhoudingsverklaring |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-03-2018 | 01-05-2016 | Onbekend | 29-04-2016 | Onbekend |
Regeling ambtseed, ambtsbelofte en integriteits- en geheimhoudingsverklaring
(Vastgesteld bij besluit van het Dagelijks Bestuur d.d. 29 april 2016
Datum bekendmaking: 17 mei 2016, Datum inwerkingtreding: 1mei 2016)
Artikel 3Verplichting afleggen ambtseed of ambtsbelofte
Het mondeling afleggen van de ambtseed of ambtsbelofte overeenkomstig de bijgevoegde formulieren is verplicht voor ambtenaren.
Artikel 4 Afleggen ambtseed of ambtsbelofte
Aan de aflegging van de ambtseed of ambtsbelofte, die plaatsvinden in een speciaal daarvoor georganiseerde bijeenkomst, gaat een korte toespraak vooraf, waarin gewezen wordt op de bijzondere verantwoordelijkheid van De Omgevingsdienst Groningen en waarin de bijzondere positie van de ambtenaren van de Omgevingsdienst Groningen en de waarde en inhoud van de ambtseed en ambtsbelofte worden toegelicht.
Artikel 5 Ondertekening integriteits- en geheimhoudingsverklaring
Medewerkers, anders dan ambtenaren, leggen niet de ambtseed of ambtsbelofte af. Zij zijn verplicht om de integriteit en geheimhoudingsverklaring te ondertekenen (bijlage 3). Deze integriteit en geheimhoudingsverklaring gaat onder andere over de omgang met informatie, bedrijfsmiddelen en omgangsvormen;
In geval deze regeling in individuele gevallen leidt tot onrechtvaardige uitkomsten kan de directeur afwijkend van deze regeling beslissen.
Ten overstaan van de directeur/de voorzitter van het dagelijks bestuur beloof ik plechtig het volgende:
Zo waarlijk helpe mij God Almachtig, *)
Op ………………………… (datum) werd ten overstaan van de directeur/de voorzitter van het dagelijks bestuur door ………………………… (naam medewerker) geboren op ………………………… (geboortedatum) de ambtseed afgelegd, ten bewijze waarvan deze verklaring is opgemaakt en ondertekend.
Handtekening medewerker:……………………………
Handtekening directeur …………………………:
Dat verklaar ik bij ………………………..………., *) (verwijzing naar de gewenste godsdienst)
Op ………………………… werd ten overstaan van de directeur/ de voorzitter van het dagelijks bestuur door ………………………… geboren op ………………………… de ambtseed afgelegd, ten bewijze waarvan deze verklaring is opgemaakt en ondertekend.
Handtekening medewerker:………………………………..
Handtekening directeur …………………………:
*) Onderteken het formulier bij hetgeen wat op u van toepassing is
Het afleggen van de ambtseed vindt staande plaats en gebeurt als volgt: de directeur leest de eedsformule duidelijk voor, de ambtenaar steekt vervolgens de twee voorste vingers van zijn rechterhand aaneengesloten op spreekt daarbij de woorden “zo waarlijk helpe mij God almachtig” uit.
Indien de ambtenaar, gelet op diens godsdienstige overtuiging, op een andere wijze de ambtseed wil afleggen, wordt van deze wijze van afleggen aantekening gemaakt op het formulier.
Naast de mondelinge aflegging van de ambtseed moet de ambtenaar dit formulier ondertekenen. Het
ondertekende formulier wordt bewaard in het personeelsdossier.
Ten overstaan van de directeur/ de voorzitter van het dagelijks bestuur beloof ik plechtig het volgende:
Het bovenstaande verklaar en beloof ik,
Op ………………………… (datum) werd ten overstaan van de directeur/ de voorzitter van het dagelijks bestuur door ………………………… (naam medewerker) geboren op ………………………… (geboortedatum) de ambtsbelofte afgelegd, ten bewijze waarvan deze verklaring is opgemaakt en ondertekend.
Handtekening medewerker:………………………
Handtekening directeur …………………………:
Het afleggen van de ambtsbelofte vindt staande plaats en gebeurt als volgt: de directeur leest de belofteformule duidelijk voor, de ambtenaar spreekt vervolgens de woorden “dat beloof ik” uit.
Naast de mondelinge aflegging van de ambtsbelofte moet de ambtenaar dit formulier ondertekenen.
Het ondertekende formulier wordt bewaard in het personeelsdossier.
Bijlage 3 Verklaring integriteit en geheimhouding
Ik verklaar kennis te hebben genomen van de binnen de Omgevingsdienst Groningen geldende regels met betrekking tot integriteit zoals vastgelegd in de Ambtenarenwet, de CAR/UWO, de gedragscode en eventuele andere regelingen omtrent integriteit.
Deze regels staan mij digitaal ter beschikking en worden mij desgewenst op schrift ter beschikking gesteld.
Ik verklaar mij te zullen houden aan de integriteitsregels en mij te gedragen overeenkomstig de gedragscode. Ik verklaar dat ik mij steeds integer en als een goed werknemer zal gedragen en de mij toevertrouwde bedrijfsmiddelen met zorg zal gebruiken en beheren.
Ik verklaar vertrouwelijk om te gaan met alle gegevens die mij direct of indirect ter kennis zijn of worden gebracht in het kader van mijn werkzaamheden voor de Omgevingsdienst Groningen.
Ik verklaar kennis te hebben genomen van artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht en verplicht mij tot geheimhouden van alle informatie en gegevens die ik direct of indirect uit hoofde van de arbeid- en/of opdrachtrelatie met de Omgevingsdienst Groningen heb verkregen en waarvan ik het vertrouwelijke karakter ken of redelijkerwijs moet vermoeden.
Het is mij bekend dat schending van deze verklaring leidt tot overtreding van de geheimhoudingsplicht en op grond van Artikel 272 wetboek van Strafrecht kan worden bestraft. Deze geheimhouding strekt zich ook uit tot na de beëindiging van de arbeid- cq opdrachtrelatie.
Deze verklaring is in tweevoud opgemaakt/ondertekend te ……………[plaats) op d.d. ………..
(voorletters, voorvoegsel(s) en achternaam)
Burgerservicenummer:………………………………………………..
……………………………………………………. (handtekening)
Artikel 2:5 Algemene wet bestuursrecht
1 Een ieder die is betrokken bij de uitvoering van de taak van een bestuursorgaan en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.
2 Het eerste lid is mede van toepassing op instellingen en daartoe behorende of daarvoor werkzame personen die door een bestuursorgaan worden betrokken bij de uitvoering van zijn taak, en op instellingen en daartoe behorende of daarvoor werkzame personen die een bij of krachtens de wet toegekende taak uitoefenen.