Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden houdende regels omtrent ambulante begeleiding speciaal onderwijs

Inleiding

De schoolbesturen in Leiden die (voortgezet) speciaal onderwijs aanbieden, hebben begin 2005 besloten de ambulante begeleiding gezamenlijk te huisvesten. Hiertoe is de Ambulante Educatieve Dienst (AED) in het leven geroepen. Deze organisatie verzorgt de ambulante begeleiding vanuit deze AED voor de ondersteuning aan leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte.  Hierdoor is een belangrijke kwaliteitsimpuls voor de ambulante begeleiding gegeven (bredere scope bij de begeleiding, onderlinge ervaringsuitwisseling, een centrale orthopedagogische bibliotheek, etc.). Sinds 2007 verstrekt gemeente Leiden een bijdrage in de huur voor deze gezamenlijke huisvesting. Hiervoor was de ‘beleidsregeling ambulante begeleiding’ opgesteld. De inhoud van deze regeling sloot niet meer aan bij de werkelijkheid en bij de nieuwe Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Leiden 2015 (hierna: de Verordening). De beleidsregeling moet daarom worden aangepast.

De Verordening voorziet niet in de bekostiging van de huisvesting van de ambulante begeleiding. De wijze van bekostiging van deze voorziening moet daarom in een beleidsregeling worden vastgelegd.

Berekening vergoeding

De vergoeding is genormeerd op 40% van de werkelijke huurkosten (exclusief eventuele servicekosten) ten behoeve van de AED, gemaximeerd op € 60.000.

Voorwaarden vergoeding

• 1.

  De scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs in Leiden blijven gezamenlijk ambulante begeleiding verzorgen.

• 2.

  Deze regeling werkt aanvullend: mocht de AED uit een andere bron een vergoeding voor de huur kunnen aanvragen, dan maakt zij in de eerste plaats van die bron gebruik.

• 3.

  Bij plannen tot verhuizing vraagt de AED eerst aan de gemeente of zij ruimte beschikbaar heeft.

• 4.

  Als de gemeente geen ruimte beschikbaar heeft, verleent de gemeente toestemming voor huur van een andere ruimte en betaalt daarvoor de genormeerde huurvergoeding.

• 5.

  Bij de in 3 beschreven situatie wordt in onderling overleg de periode bepaald mede in relatie tot de verwachte mogelijkheden om op termijn ruimte, die in het kader van onderwijshuisvesting ter beschikking is of komt, te kunnen benutten.

• 6.

  Wisselingen in het aantal ambulant begeleide leerlingen kunnen leiden tot een bijstelling in de bijdrage van de gemeente. Dit geldt zowel voor verhoging als voor vermindering van de bijdrage.

• 7.

  Jaarlijks vindt overleg plaats over de huurbijdrage en iedere drie jaar wordt de werking van de beleidsregeling geëvalueerd (voor het eerst in 2021).

• 8.

  Tweemaal per jaar vindt een afrekening plaats op basis van een declaratie en een kopie van de nota’s (jan t/m juli en aug t/m dec).

• 9.

  Jaarlijks voor 1 februari moet het verzoek voor huurbijdrage voor het eerstvolgende schooljaar ingediend zijn.

• 10.

  Bij verhuizing van de dienst en/of bij verandering van de hoogte van de huur van meer dan 10%, vindt overleg plaats over deze regeling. Mogelijk kan dit leiden tot aanpassing van deze regeling.

Geldigheid

Deze beleidsregeling vervangt eerdere regelingen en geldt per 1 januari 2018 en blijft gelden totdat anders besloten wordt.