Organisatie | Nissewaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel Beschermd Wonen 2017 |
Citeertitel | Beleidsregel Beschermd Wonen 2017 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 4.81 Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | 01-10-2018 | nieuwe regeling | 27-09-2016 | . |
Hoofdstuk 1 Ideeën voor het ontwerp van de regeling
De rijksoverheid heeft besloten dat per 1 januari 2015 de zorg moest veranderen. De Wmo 2015 legt de nadruk op eigen kracht en zelfredzaamheid. Daar waar een burger niet meer in staat is om zelf, met behulp van zijn netwerk of algemene voorzieningen te voorzien in zijn zelfredzaamheid en participatie, kan hij/ zij een beroep doen op een Wmo-maatwerkvoorziening. Een van deze maatwerkvoorzieningen betreft het Beschermd Wonen.
Volgens de wet gaat het hier specifiek om: “wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorende toezicht en begeleiding, gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de betrokkene of anderen, bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving”.
De centrumgemeente Nissewaard heeft de regie over het Beschermd Wonen binnen de regio’s Goeree-Overflakkee, de Hoeksche Waard en Voorne-Putten. Hiertoe behoren de gemeenten: Binnenmaas, Brielle, Cromstrijen, Goeree-Overflakkee, Hellevoetsluis, Korendijk, Oud-Beijerland, Strijen en Westvoorne. De beleidsregel Beschermd Wonen is het afgesproken kader waarbinnen de centrumgemeente Nissewaard de bevoegdheid tot het beoordelen en toekennen van het Beschermd Wonen dient uit te voeren.
Hoofdstuk 2 Aanmelding en onderzoek
Artikel 2 Aanmelding nieuwe aanvraag
De regiogemeenten zorgen er voor dat betrokkenen zich kunnen melden voor Beschermd Wonen. De lokale inrichting bepaalt waar de vraag om Beschermd Wonen binnen komt.
Artikel 4 Voorliggende voorzieningen
De regiogemeenten, dit kan ook de gemeente Nissewaard zijn, analyseren voor hun burgers welke lokale en regionale voorzieningen voor welk doel/ resultaat nodig zijn. Wanneer de maatwerkvoorziening Beschermd Wonen aan de orde kan zijn dragen zij de benodigde screenings- en intakegegevens van de betrokkene over aan de centrumgemeente voor de definitieve beoordeling en toekenning, of afwijzing van het Beschermd Wonen.
Om de situatie in kaart te brengen wordt gekeken naar de beperkingen die iemand ondervindt in de zelfredzaamheid en/ of participatie, maar ook naar de mogelijkheden welke betrokkene juist wel heeft. Denk aan eigen kracht. Verder wordt gekeken naar voorliggende voorzieningen.
Er wordt gebruik gemaakt van de Zelfredzaamheidsmatrix (ZRM). Deze matrix geeft aan in welke mate er ondersteuning noodzakelijk is op de verschillende leefgebieden:
De ZRM vormt de basis voor het bepalen van de noodzaak tot Beschermd Wonen en de wijze waarop de ondersteuning moet worden ingezet.
De centrumgemeente stelt binnen 6 weken vast of de betrokkene tot de doelgroep behoort waarvoor de maatwerkvoorziening Beschermd Wonen bedoeld is. Dit gebeurt aan de hand van de volgende criteria:
Beschermd Wonen wordt niet toegekend wanneer de problemen die de betrokkene ondervindt in het zich zelfstandig handhaven in de samenleving op te lossen zijn:
Toelating tot Beschermd Wonen is aan de orde mits de volgende criteria cumulatief van toepassing zijn:
Indien de centrumgemeente opvang nodig acht in het kader van spoed, conform artikel 2.3.3 van de Wmo 2015, voor de veiligheid van belanghebbende welke reeds in het bezit is van een indicatie beschermd wonen is het mogelijk om betrokkene in ieder geval voor de duur van het onderzoek naar een definitieve plaatsing op te vangen.
De indicatie voor beschermd wonen wordt gesteld in de vorm van een zorgprofiel. Dit zorgprofiel moet aansluiten op de persoonlijke kenmerken van de betrokkene en het soort zorg dat iemand nodig heeft. Het omvat wonen, zorg, diensten en mogelijk dagbesteding.
Bij de vaststelling van het recht op beschermd wonen wordt aangegeven of begeleiding in groepsverband (dagbesteding) nodig is. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn indien:
een betrokkene is aangewezen op dagbesteding, met als doel een andersoortige vorm van dagstructurering dan arbeid of school (denk aan 65-plussers) en tevens als doel de zelfredzaamheid, de cognitieve capaciteiten en de vaardigheden zoveel mogelijk te handhaven en/of de gedragsproblematiek te reguleren.
De betrokkene die is aangewezen op Beschermd Wonen krijgt deze ondersteuning in de gemeente waar hij de meeste kans op zelfredzaamheid, participatie, herstel en ontwikkeling heeft (regiobinding). De centrumgemeente Nissewaard stelt dit vast aan de hand van de navolgende criteria.
Toekenning van een Beschermd Wonen plek binnen het gebied van de centrumgemeente Nissewaard is aan de orde wanneer één of beide navolgende criteria van toepassing is/zijn:
Hoofdstuk 4 Rechten/ Beëindiging van het recht
Artikel 10 Verblijf buitenland / Vakantie (Nederland)
Betrokkene mag maximaal vier weken per kalenderjaar met vakantie in Nederland, dan wel in het buitenland verblijven. Deze periode van vier weken geldt voor het verblijf in het buitenland ongeacht de reden hiervan. De totale periode van vier weken hoeft niet aaneengesloten te worden opgenomen. Indien betrokkene langer dan de toegestane periode met vakantie gaat, dan wel in het buitenland verblijft wordt het recht op de maatwerkvoorziening Beschermd Wonen opnieuw beoordeeld.
Artikel 11 Weigeren passende voorziening
Betrokkene mag geen passende voorziening weigeren. Mocht betrokkene het aanbod weigeren zal het recht op de maatwerkvoorziening opnieuw worden beoordeeld.
Artikel 12 Opname ziekenhuis / kliniek
De beschermd wonen plaats zal voor een periode van vierentachtig dagen (twaalf weken), met de mogelijkheid tot verlenging van tweeënveertig dagen (zes weken) beschikbaar worden gehouden indien betrokkene in een ziekenhuis of kliniek wordt opgenomen. De mogelijkheid tot verlenging zal in de eerste periode van 12 weken beoordeeld worden. Of verlenging wordt toegekend is afhankelijk van het vooruitzicht op terugkeer naar de beschermd wonen plaats.
Een plaats in het kader van beschermd wonen, zal voor de duur van maximaal drie maanden worden open gehouden indien betrokkene in detentie verblijft.
Mocht betrokkene langdurig in detentie verblijven en zijn/ haar plek zijn kwijt geraakt zal deze boven aan de wachtlijst worden geplaatst voor een nieuwe plaatsing in het kader van beschermd wonen op het moment dat betrokkene wordt vrijgelaten. Dit mits zijn/ haar indicatie nog geldig is.
Hoofdstuk 6 Toekenning/ Afwijzing
Artikel 15 Beschikking en levering
Een betrokkene ontvangt te allen tijde een beschikking van de centrumgemeente over de toekenning dan wel afwijzing van de ingediende aanvraag.
Wanneer een betrokkene in aanmerking komt voor Beschermd Wonen zorgt de centrumgemeente Nissewaard verder voor de levering van Beschermd Wonen, dan wel voorzieningen ter overbrugging.
Artikel 16 Maximale periode van toekenning
De duur van toekenning voor Beschermd Wonen is afhankelijk van het oordeel van de gemeente en het plan van aanpak welke de aanbieder opstelt voor betrokkene. De maximale termijn van toekenning bedraagt drie jaar. Mocht betrokkene van mening zijn dat na deze periode nog steeds zorg in het kader van Beschermd Wonen nodig is dient een herindicatie aangevraagd te worden.
Artikel 18 Overdracht andere gemeente
Wanneer uit de beoordeling blijkt dat er geen regiobinding is of de betrokkene wenst buiten de regio beschermd te wonen, neemt de centrumgemeente Nissewaard na overleg met betrokkene contact op met andere centrumgemeente voor de overdracht. De cliëntgegevens worden met toestemming van de betrokkene overgedragen aan de betreffende centrumgemeente.
Hoofdstuk 8 Persoonsgebonden budget
Artikel 19 Persoonsgebonden budget
Bij de aanvraag van een maatwerkvoorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget moet betrokkene bij de aanvraag een zorgplan voegen waarin staat beschreven:
Bovenstaande geld onverminderd de voorwaarden van artikel 11 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Nissewaard.
Verstrekking in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt niet of niet langer plaats als:
Artikel 20 Kwaliteitseisen Persoonsgebonden budget
Informatievoorziening aan cliënten
De zorgaanbieder verschaft de cliënt op zorgvuldige en begrijpelijke wijze Informatie die relevant is voor het (ondersteuning)aanbod; de wijze van uitvoering van dienstverlening, specificaties en deskundigheden, weigeren of beëindigen van dienstverlening, aanvullende dienstverlening en de tarieven daarvoor, financiële aspecten, klachtenafhandeling, rechten en inspraakmogelijkheden.
Zorgverleners dienen over een goed werkend kwaliteitssysteem te beschikken. Dit kan bijvoorbeeld blijken uit een certificaat gebaseerd op de volgende keurmerken: ISO 9001, EN 15224, HKZ, Kiwa (ZZP en kleine ondernemers), Prezo of vergelijkbaar. Zorgdienstverleners die niet over een certificaat beschikken moeten op een andere manier aantonen dat zij een werkend systeem hebben voor het beheersen, bewaken, borgen en verbeteren van de kwaliteit van de ondersteuning.
Uitzondering op bovenstaande eisen zijn situaties waarin de hulpverlening ondersteuning van ouders, familieleden of naasten betreft.
Artikel 21 Inhoud persoonsgebonden budget
Het persoonsgebonden budget voor beschermd wonen kan maximaal worden opgebouwd uit de volgende elementen:
Artikel 22 Kleinschalige woonvoorziening
Bewoners van PGB-wooninitiatieven krijgen een toeslag die besteedt mag worden aan gemeenschappelijk ruimten mits zij woonachtig zijn in een wooninitiatief van minimaal 3 en maximaal 16 bewoners.
Voor het uurtarief van uitbetaling van de PGB en de bepalingen of een zorgaanbieder gerekend mag worden tot professionele zorgverlener sluit de gemeente Nissewaard zich aan bij de bepalingen die hiervoor binnen de Wet langdurige zorg worden gesteld.
Artikel 24 Verantwoordingsvrij bedrag
Voor het persoonsgebonden budget geldt een verantwoordingsvrij bedrag ter hoogte van 0,5% van het toegekende buget. Dit met een minimum van € 50,00 en een maximum van € 1.250.
Artikel 25 Maximale hoogte persoonsgebonden budget
Indien de cliënt een voorstel doet dat zou leiden tot een hoger PGB dan het vergelijkbare zorg in natura aanbod, bieden we de cliënt de mogelijkheid het verschil in budget zelf te financieren. We weigeren daarmee een PGB alleen voor dat deel dat het budget hoger is dan zorg in natura voor een vergelijkbare hulpvraag. We weigeren het hele PGB als de budgethouder niet bereid is het verschil in budget zelf te financieren.
Uitgangspunt is dat de vertegenwoordiger niet zelf ook ondersteuning aan de budgethouder verleent. In bepaalde situaties kunnen deze rollen toch door één en dezelfde persoon vervuld worden, namelijk: in geval ouders of partner deze rol vervullen. Op basis van de individuele situatie wordt beoordeeld of er sprake is van onwenselijke vermenging van rollen.
PGB budgethouders mogen vanuit het budget de volgende uitgaven doen:
Budgethouders kunnen maximaal 13 kalenderweken ondersteuning inkopen in het buitenland (binnen de EU). Wanneer een budgethouder langer dan een aaneengesloten periode van 6 weken naar het buitenland (binnen EU) gaat, dan moet hij vóóraf toestemming vragen aan de gemeente om het PGB in het buitenland (binnen EU) te besteden of dit opnemen in het ondersteuningsplan en budgetplan.
PGB budgethouders mogen vanuit het budget in ieder geval de volgende uitgaven niet doen:
Artikel 28 Bevoegdheid tot terugvordering
Het college kan overgaan tot terugvordering. Die beslissing vereist een belangenafweging (artikel 3:4 Awb). Welke belangen precies een rol spelen en hoe die dienen te worden afgewogen tegen het algemene belang van een rechtmatige besteding van gemeenschapsgelden is sterk afhankelijk van de casus. Het besluit tot herziening van het recht op de voorziening en de daaraan gekoppelde terugvordering biedt geen executoriale titel, met uitzondering van de terugvordering op grond van de Wet (de cliënt heeft opzettelijk onjuiste of onvolledige gegevens verstrekt). Er is sprake van een civielrechtelijke vordering op grond van onverschuldigde betaling waarvoor het Burgerlijk Wetboek, boek 6 artikel 203 e.v. de wettelijke basis biedt.
Hoofdstuk 10 Hardheidsclausule
De individuele omstandigheden van de betrokkene, zoals zijn persoonskenmerken en behoeften, kunnen het noodzakelijk maken af te wijken van de beleidsregels. Het afwijken van beleidsregels kan alleen maar ten gunste, en nooit ten nadele van de betrokkene. Met nadruk is gemeld: in bijzondere gevallen. Het gaat hier dus om een uitzondering en geen regel. In verband met precedentwerking moet dan ook steeds duidelijk worden aangegeven aan waarom in een bepaalde situatie wordt afgeweken.
Er kan worden afgeweken van de beleidsregels, indien toepassing daarvan voor een of meer betrokkenen gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met deze beleidsregels te dienen doelen (artikel 4:84 Awb). Dit wordt de ‘inherente afwijkingsbevoegdheid’ genoemd.