Organisatie | Aalsmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Aalsmeer 2012-2015 (nadere regels ter uitvoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en de gedragscodes van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK)) |
Citeertitel | Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Aalsmeer 2013 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Het is onduidelijk wanneer deze regeling is vastgesteld, daarom is de in werkingstredingdatum aangehouden.
De regeling vervangt waarschijnljik de Beleidsregels schuldhulpverlening gemeenten Aalsmeer - Uithoorn van 01-12-2008.
Op 23 december 2014 is deze regeling opnieuw vastgesteld i.v.m. het beeindigen van de samenwerking met Uithoorn. Er is toen besloten dat waar 'het dagelijks bestuur van het samenwerkingsverband Aalsmeer-Uithoorn' en 'het samenwerkingsverband Aalsmeer-Uithoorn' of G2 staat, gelezen moet worden 'het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalsmeer' en 'gemeente Aalsmeer'. Deze wijzigingen zijn in de geconsolideerde tekst alleen in de titel en de citeertitel doorgevoerd.
wet gemeentelijke schuldhulpverlening
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 09-12-2016 | wijziging naamgeving i.v.m. beeindigen samenwerkingsverband met Uithoorn. | 23-12-2014 Onbekend | Z-2014/072404 | |
01-07-2013 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 01-07-2013 Onbekend | Onbekend |
Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen
Begrippen in deze Beleidsregels staan vermeld in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) en de gedragscodes van de NVVK, behalve de volgende begrippen:
Artikel 5 Aanvraag schuldhulpverlening
Indien sprake is van onvoldoende medewerking legt het dagelijks bestuur een hersteltermijn op. Hierin krijgt de cliënt de mogelijkheid alsnog de gevraagde medewerking te verlenen of de benodigde gegevens in te leveren. Indien de cliënt hier niet aan voldoet, wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld.
Hoofdstuk III Vormen van Schuldhulpverlening
De uitvoering van de verschillende vormen van schuldhulpverlening vindt plaats conform de betreffende gedragscodes van de NVVK. De vorm waarin de gemeente schuldhulpverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en betreft maatwerk. De schuldhulpverlener beoordeelt welke vorm van schuldhulpverlening passend is bij de situatie van de cliënt op grond van:
Artikel 11 Moratorium (artikel 287b Faillissementswet)
Een moratorium is een periode waarin schuldeisers, door de rechtbank, wordt opgelegd hun invorderingsmaatregelen op te schorten zodat de cliënt samen met de schuldhulpverlener naar een structurele oplossing kan zoeken. Voorwaarde hierbij is dat de vaste lasten vanaf dat moment tijdig betaald dienen te worden.
De schuldhulpverlener beoordeelt of een moratorium (afkoelingsperiode) moet worden aangevraagd bij de rechtbank. Dit kan alleen als er een dreigende situatie is die leidt tot ontruiming van de woning of afsluiting van gas, water en elektra. Deze aanvraag wordt alleen ingediend als deze periode noodzakelijk is voor een schuldenregeling. Een moratorium moet samen met een verzoekschrift WSNP door de schuldhulpverlener bij de rechtbank ingediend worden. Als het moratorium is afgewezen, neemt de rechtbank het verzoekschrift WSNP in behandeling.
Binnen het eerste jaar na het succesvol beëindigen van een minnelijke schuldregeling wordt telefonisch contact opgenomen met cliënt. Indien de schuldhulpverlener het niet noodzakelijk acht kan hierop een uitzondering worden gemaakt. Het doel hiervan (nazorg) is te voorkomen dat cliënten na schuldhulpverlening opnieuw problematische schulden maken. Beoordeeld wordt of de inkomsten en uitgaven van de cliënt nog in evenwicht zijn en er wordt zo nodig aanvullend advies gegeven.
Hoofdstuk IV Budgetbegeleiding
De schuldhulpverlener beoordeelt of een cliënt deel moet nemen aan de (door de G2) aangeboden budgetcursus.
In het laatste jaar van de minnelijke regeling zijn de werkzaamheden van de budgetbeheerder met name gericht op de zelfredzaamheid van de cliënt. Het budgetbeheer wordt stapsgewijs overgedragen aan de cliënt. Aanvullend wordt cliënt (indien nodig) aangemeld voor een budgetcursus of een andere vorm van budgetbegeleiding.
Indien nodig adviseert de schuldhulpverlener de cliënt beschermingsbewind aan te vragen. Een bewindvoerder beheert tijdelijk of blijvend het inkomen en vermogen van de cliënt. De bewindvoerder wordt aangesteld door de kantonrechter. Cliënt kan zich aanmelden voor beschermingsbewind of kan hierbij hulp krijgen van een professionele instantie. Voor het aanvragen van beschermingsbewind is een hulpverleningsverklaring noodzakelijk.
Hoofdstuk V Flankerende dienstverlening
Per cliënt beoordeelt of stemt de schuldhulpverlener af of er andere aanvullende ondersteuning nodig is vanuit de G2. Hierbij kan gedacht worden aan:
Hoofdstuk VI Overige voorwaarden
Cliënt dient te allen tijde medewerking te verlenen en zich te houden aan de verplichtingen vastgelegd in:
Artikel 20 Beëindiging schuldhulpverlening
Indien de schuldhulpverlening wordt beëindigd wegens onvoldoende medewerking, dan krijgt de cliënt een herstelmijn opgelegd. Hierin krijgt de cliënt de mogelijkheid alsnog de gevraagde medewerking te verlenen of de benodigde gegevens in te leveren. Indien de cliënt hier niet aan voldoet, wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld.
Artikel 21 Uitsluiting van schuldhulpverlening
Als de cliënt binnen de uitsluitingstermijn van een jaar toch aanspraak wil maken op schuldhulpverlening, dan wordt schuldhulpverlening toegekend indien er sprake is van bijzondere omstandigheden. Hieraan kunnen aanvullende voorwaarden/verplichtingen worden verbonden waarmee de cliënt voorafgaand akkoord dient te gaan.
Toelichting op de Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Aalsmeer 2013
Op 1 juli 2012 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) in werking getreden. Deze wet biedt een kader voor de invulling door gemeenten van hun beleid met betrekking tot schuldhulpverlening.
De gemeenteraden van Aalsmeer en Uithoorn hebben het beleidsplan Schuldhulpverlening 2012-2015 vastgesteld op d.d. waarin de visie en de doelstellingen van de G2 op het terrein van de schuldhulpverlening zijn vastgelegd. Deze Beleidsregels schuldhulpverlening zijn gebaseerd op artikel 3 in samenhang met artikel 2 Wgs en het bovengenoemde beleidsplan.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Onder lid c: geldt alleen als een aanvraag is ingediend bij de G2. Als het dossier in de stabilisatiefase is, wordt de cliënt verwezen naar de andere gemeente. De melding wordt bij de G2 afgesloten.
Een dossier kan in sommige gevallen wel mee worden verhuisd, echter alleen wanneer de individuele omstandigheden van de cliënt dit specifiek vereisen en de reden(en) daartoe aan de ‘nieuwe’, de ontvangende schuldhulpverlenende instantie, kenbaar zijn gemaakt. Overdracht van het dossier vindt plaats in samenspraak tussen de twee gemeenten.
Eerste lid: in uitzonderlijke gevallen wordt een telefonische melding aangenomen. Bijvoorbeeld: een doorverwijzing vanuit partnerorganisaties. De melding wordt direct geregistreerd in het cliëntvolgsysteem.
Zesde lid: Aanvrager(s) verklaart/verklaren op de hoogte te zijn én akkoord te gaan met de volgende voorwaarden voor schuldhulpverlening en budgetbegeleiding.
Een schuldenregeling kan enkel tot stand komen bij voldoende medewerking van de schuldenaar/schuldenaren én alle schuldeisers. Aanvrager(s) blijft/blijven zelf verantwoordelijk voor de financiële situatie.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 5. Aanvraag schuldhulpverlening
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Lid 4: De cliënt maakt een privéschuld aantoonbaar door een overeenkomst met een betalingsverplichting/aflossingsverplichting te overhandigen en moet een bewijs leveren dat hij het geld na het aangaan van de overeenkomst heeft ontvangen.
Artikel 8. Minnelijke schuldregeling
Lid 4: De cliënt maakt een privéschuld aantoonbaar door een overeenkomst met een betalingsverplichting/aflossingsverplichting te overhandigen en moet een bewijs leveren dat hij het geld na het aangaan van de overeenkomst heeft ontvangen.
Lid 1: Bij schuldenaren waarin een saneringskrediet rust kan brengen voor de schuldenaar, omdat zij nog maar met één schuldeiser (de gemeente) te maken heeft in plaats van meerdere schuldeisers. Bijvoorbeeld: cliënten die (licht) verstandelijk beperkt zijn, ouders met inwonend minderjarige kinderen. Een saneringskrediet wordt in bovenstaande situaties niet standaard verstrekt. Dit is afhankelijk van de individuele situatie (regelbaarheid schuldsituatie en schuldenaar).
Artikel 10. Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP)
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 11. Moratorium (artikel 287 b Faillissementswet)
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Het streven is een half jaar na succesvolle beëindiging contact op te nemen met de betreffende cliënt.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 15. Beschermingsbewind
In uitzonderlijke gevallen kan de schuldhulpverlener een onder curatele noodzakelijk achten. Dit wordt dan besproken met de cliënt en betrokken hulpverlening.
Artikel 16. Vroegtijdige signalering
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 18. Zorg en welzijnsinstanties
In de voorwaarden schuldhulpverlening zijn de verplichtingen ten aanzien van medewerking vastgelegd. Zie artikel 3 lid 6 van deze toelichting.
Artikel 19. Afspraken met partnerorganisaties
Een aantal voorbeelden hiervan:
Woningbouwvereniging Eigen Haard: de G2 heeft een convenant met Eigen Haard om huurachterstand in een vroegtijdig stadium gezamenlijk aan te pakken. Bij twee maanden huurachterstand krijgt de G2 een melding, zodat de G2 hier actie op kan ondernemen (zodat de problemen niet verder oplopen).
Florijn: Zelfstandige ondernemers kunnen voor schuldhulpverlening terecht bij een gespecialiseerd schuldhulpverleningsbureau.
Centrum gemeente Amsterdam: Dak- en thuislozen worden doorverwezen naar centrumgemeente Amsterdam.
Energiemaatschappijen: De NVVK heeft een convenant afgesloten met alle energiemaatschappijen. Wanneer er een afsluiting dreigt van energie door een achterstand in betaling, dan doet de betreffende energiemaatschappij hiervan een melding bij de G2.
In de voorwaarden schuldhulpverlening zijn de verplichtingen ten aanzien van medewerking vastgelegd. Zie artikel 3 lid 6 van deze toelichting.
Artikel 21. Beëindiging schuldhulpverlening
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 22. Uitsluiting van schuldhulpverlening
De fraudewet stelt dat gemeenten niet zomaar meer genoegen mogen nemen met een deel van de openstaande fraudevordering op de cliënt. Dit bemoeilijkt de toelating tot een schuldhulpverleningstraject.
De G2 stelt voor bijstandsfraude een aantal richtlijnen:
De fraudevordering dient tenminste vijf jaar oud te zijn.
De fraudevordering is op het moment van de aanvraag niet hoger dan 10.000 euro.
In individuele gevallen kan worden afgeweken van de geformuleerde regels. Bijvoorbeeld als er duidelijk sprake is van een schrijnende (gezins)situatie.
Artikel 23. Bezwaar en klachten
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Deze beleidsregels en toelichting gelden voor alle lopende dossier en alle nieuwe aanvragen vanaf 1 juli 2013.