Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Hertogenbosch

Commissiestatuut 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Hertogenbosch
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingCommissiestatuut 2015
CiteertitelCommissiestatuut 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-12-201728-02-2019Nieuwe regeling

12-12-2017

Gemeenteblad nr. 38539 d.d. 23-02-2018

7442287

Tekst van de regeling

Intitulé

Commissiestatuut 2015

De gemeenteraad van 's-Hertogenbosch in zijn openbare vergadering van 12 december 2017;

Gezien het voorstel van het presidium d.d. 9 november 2017 registratienummer 7442287

Gelet op de evaluatie van de werkgroep Herkenbaar en Toegankelijk

Besluit

Het commissiestatuut 2015 gewijzigd vast te stellen en de wijzigingen met onmiddellijke ingang van kracht te laten zijn;

HOOFDSTUK I: ALGEMEEN

Artikel 1: Definities

College: Het college van burgemeester en wethouders

Presidium: Het presidium van de raad conform artikel 5 van het Reglement van orde 2014

Griffier: De raadsgriffier

Hearing: Bijeenkomst waarin belanghebbenden en/of deskundigen aan een raadscommissie hun mening over een bepaald onderwerp geven;

Informatiebijeenkomst: Bijeenkomst waarin door of namens het college feitelijke informatie wordt verstrekt over een onderwerp dat tot het werkterrein van de commissie hoort.

HOOFDSTUK II: ADVIES- EN OVERLEGCOMMISSIES

Artikel 2: Instelling en taak advies- en overlegcommissies

  • 1.

    De volgende advies- en overlegcommissies worden ingesteld:

    • a.

      Commissie Bestuurszaken

    • b.

      Commissie Maatschappelijke Ontwikkelingen

    • c.

      Commissie Ruimtelijke Ontwikkelingen en Beheer

    • d.

      Commissie Financiën, Economische en Sociale Zaken

  • 2.

    Advies- en overlegcommissies worden hierna commissies genoemd.

  • 3.

    De commissie hebben tot taak de besluitvorming van de raad voor te bereiden, opiniërende discussies en hearings te houden en overleg te voeren met de burgemeester en het college.

Artikel 3: Samenstelling commissies

  • 1.

    In de commissie Bestuurszaken hebben alleen de fractievoorzitters zitting.

  • 2.

    In de overige commissies hebben hooguit twee leden per fractie zitting.

  • 3.

    Voor benoeming van raadsleden in de in lid 2 bedoelde commissies volstaat het dat de fracties de namen van de raadsleden die in de commissie zitting hebben schriftelijk aan het presidium melden.

Artikel 4: Commissieleden niet-raadsleden

  • 1.

    Fracties kunnen ter invulling van de in lid 2 van artikel 3 genoemde leden, per fractie maximaal twee personen van buiten de raad voordragen als commissielid-niet-raadslid. Een commissielid-niet-raadslid kan in ten hoogste twee commissies worden benoemd.

  • 2.

    Commissieleden niet-raadsleden dienen op de kieslijst van de laatste verkiezingen te hebben gestaan van de partij waarvoor zij zitting in de commissie nemen en moeten voldoen aan de eisen die de gemeentewet aan raadsleden stelt.

  • 3.

    Deze leden worden door de fracties aangemeld bij het presidium. Bij de aanmelding overlegt de fractie de documenten die aantonen dat de aangemelde persoon voldoet aan de gestelde eisen. Daarnaast voegt de fractie de volgende door de aangemelde persoon ondertekende verklaring bij: "Ondergetekende verklaart dat hij/zij om voor de functie van commissielid in aanmerking te komen, direct of indirect, aan geen persoon onder welke naam of voorwendsels ook, enige giften of gaven beloofd of gegeven heeft. Hij/zij verklaart, dat hij/zij de functie van commissielid naar eer en geweten zal vervullen in overeenstemming met de wet

  • 4.

    Deze leden worden op voordracht van het presidium benoemd door de raad.

  • 5.

    Wijzigingen in de door een commissielid-niet-raadslid beklede betrekkingen welke na de aanmelding optreden, deelt het desbetreffende lid terstond schriftelijk mee aan de voorzitter, die deze wijzigingen gelijk ter kennis brengen van de raadsleden.

  • 6.

    Aan het commissielid-niet-raadslid van wie blijkt, dat hij/zij zich op enigerlei wijze niet houdt of heeft gehouden aan zijn/haar plicht tot naleving van deze verordening, kan de voorzitter de rechten, die deze verordening hem/haar toekent, voorlopig ontnemen. Hij legt deze zaak daarna zo spoedig mogelijk onder opgaaf van zijn beweegredenen voor aan de raad. De raad beslist over het al dan niet aanblijven van het commissielid-niet-raadslid.

  • 7.

    Een fractie kan een commissielid-niet-raadslid die namens deze fractie in een commissie zit, te allen tijden en zonder opgaaf van redenen terugtrekken uit de commissie. De fractie maakt hiervan melding aan het presidium

Artikel 5: Zittingsperiode

De zittingsperiode van de leden van een commissie is gelijk aan die van de leden van de raad en eindigt op de dag van aftreding van de leden van de raad. Het lidmaatschap eindigt verder van rechtswege bij beëindiging van het raadslidmaatschap en bij commissieleden niet-raadsleden bij het niet meer voldoen aan de eisen die de gemeentewet aan raadsleden stelt.

Artikel 6: Voorzitter

  • 1.

    De commissievoorzitters worden gekozen door en uit de raad.

  • 2.

    De voorzitter is geen lid van de commissie en heeft geen stemrecht in zijn of haar commissie.

  • 3.

    De voorzitter draagt zorg voor de handhaving van de orde in de vergadering. De voorzitter stelt de agenda van de commissie op.

  • 4.

    De voorzitter wordt bij verhindering vervangen door een van de andere commissievoorzitters die geen lid is van de commissie waarvoor de vervanging nodig is dan wel door een ander lid van de raad, aan te wijzen door het presidium.

  • 5.

    De zittingsperiode van de voorzitter eindigt zodra deze het lidmaatschap van de raad verliest.

  • 6.

    De zittingsperiode van de voorzitter eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 7.

    Het presidium is bevoegd een voorzitter aan de raad voor te dragen voor ontslag uit zijn functie.

Artikel 7: College

De leden van het college kunnen in de commissievergaderingen deelnemen aan de beraadslagingen over onderwerpen uit hun portefeuille. Zij kunnen zich laten vervangen door een ander lid van het college.

Artikel 8: De secretaris

  • 1.

    De secretaris van een commissie wordt aangewezen door de griffier.

  • 2.

    De secretaris is in elke vergadering van de commissie aanwezig.

  • 3.

    De secretaris is de commissie in alles wat de haar opgedragen taak aangaat behulpzaam.

Artikel 9: Dag, aanvangs- en sluitingsuur van de vergadering

  • 1.

    Het presidium stelt jaarlijks uiterlijk 15 oktober voor het daarop volgende jaar een schema vast van de dagen en tijden, waarop door de commissie als regel zal worden vergaderd. Dit schema wordt toegezonden aan de leden van de raad.

  • 2.

    De vergaderingen vangen als regel aan om 19.30 uur. De voorzitter kan in bijzondere gevallen, zo mogelijk in overleg met de leden der commissie, een ander aanvangsuur bepalen.

  • 3.

    Als de voorzitter oordeelt dat de agenda wegens tijdgebrek niet voor 22.30 uur kan worden afgewerkt, legt hij aan de commissie de volgende keuze voor:

    • ·

      de vergadering wordt voortgezet op een in overleg met de leden van de commissie te bepalen dag en tijdstip;

    • ·

      de resterende agendapunten worden in de eerstvolgende vergadering behandeld;

    • ·

      de resterende agendapunten worden in de lopende vergadering afgehandeld.

  • 4.

    In afwijking van het in het eerste lid bedoelde schema, vergadert een commissie bovendien zo vaak als de voorzitter of tenminste drie van het aantal zitting hebbende leden dit nodig oordelen. In het laatste geval delen de betrokken leden de wenselijkheid van het houden van een vergadering onder opgaaf van redenen mede aan de voorzitter. Dag en tijdstip van deze vergadering worden bepaald met in acht name van de in artikel 10 lid 1 genoemde termijnen.

  • 5.

    De voorzitter kan in geval van een vergadering als bedoeld in lid 4 om spoedeisende redenen afwijken van de in artikel 10 lid 1 gestelde termijnen. Voordat hij daartoe overgaat, legt hij zijn voornemen daartoe ter beoordeling voor aan het presidium.

Artikel 10: Agenda

  • 1.

    De voorzitter zorgt ervoor dat de agenda voor de vergadering, tien dagen voor de dag waarop de vergadering plaatsvindt met de daarop betrekking hebbende stukken voor de leden beschikbaar zijn.

  • 2.

    Op de agenda worden tenminste opgenomen:

    • a.

      goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering.

    • b.

      de onderwerpen die het presidium op de raadsagenda heeft geplaatst en waarover de commissie om advies wordt gevraagd;

    • c.

      discussienotities die het college de voorzitter van de commissie heeft aangeboden;

    • d.

      raadsinformatiebrieven en andere ingekomen stukken die in een raadsvergadering zijn geagendeerd voor behandeling in de commissie, voorzien van een notitie met een vraagstelling en de van de commissie gevraagde uitspraak;

    • e.

      onderwerpen van commissieleden ex artikel 11, voorzien van een notitie met een vraagstelling en de van de commissie gevraagde uitspraak;

    • f.

      de lijst met bestuurlijke toezeggingen ex artikel 27.

  • 3.

    Tegelijk met het beschikbaar maken van de agenda als bedoeld in het eerste lid draagt de voorzitter er zorg voor dat dag en uur van de vergadering en de belangrijkste op de agenda vermelde onderwerpen openbaar worden gemaakt;

  • 4.

    Het bepaalde in het derde lid is niet van toepassing ten aanzien van een besloten vergadering.

Artikel 11: Toevoegen onderwerp aan de agenda

  • 1.

    Ieder lid van een commissie kan verzoeken een onderwerp, dat tot het werkterrein van die commissie behoort, in een vergadering van die commissie aan de orde te stellen.

  • 2.

    Het verzoek wordt schriftelijk bij de voorzitter ingediend en omvat het onderwerp, een inhoudelijke beschrijving daarvan en de van de commissie gevraagde uitspraak

  • 3.

    De voorzitter plaatst het onderwerp op de agenda voor de eerstvolgende vergadering van de commissie of, als de agenda voor die vergadering is verzonden, op de agenda voor de daarop volgende vergadering.

  • 4.

    Als er naar het oordeel van de verzoeker sprake is van een spoedeisend geval kan het in lid 1 bedoelde verzoek aan het begin van de vergadering worden gedaan. De commissie besluit of het onderwerp aan de agenda voor die vergadering wordt toegevoegd of naar de volgende vergadering wordt verwezen.

Artikel 12: Ingekomen stukken

  • 1.

    Ingekomen stukken gericht aan de commissie of ingekomen stukken aan de raad die betrekking hebben op een agendapunt van de eerstvolgende commissievergadering, worden betrokken bij de behandeling van het betreffende agendapunt.

  • 2.

    Andere ingekomen stukken gericht aan de commissie worden doorgestuurd naar de raad.

  • 3.

    De afzender van de stukken bedoeld in lid 1 en 2 krijgt schriftelijk bericht over de wijze van afhandeling van het stuk.

Artikel 13: Ordevoorstel

  • 1.

    De voorzitter en ieder lid hebben het recht tijdens de vergadering mondeling een ordevoorstel te doen.

  • 2.

    Een dergelijk voorstel kan slechts betrekking hebben op:

    • a.

      het wijzigen van de volgorde van de agendapunten;

    • b.

      het tegelijk behandelen van bepaalde agendapunten;

    • c.

      het afvoeren van een bepaald agendapunt;

    • d.

      het uitstellen van de behandeling van een agendapunt tot een nader te bepalen tijdstip.

  • 3.

    Een ordevoorstel wordt direct behandeld.

Artikel 14: Hearing

  • 1.

    De commissie kan een hearing houden waarin belanghebbenden en/of deskundigen hun mening geven over een onderwerp dat tot het werkterrein van de commissie behoort.

  • 2.

    Ieder lid van de commissie kan een voorstel doen tot het houden van een hearing. De commissie neemt een besluit over dit voorstel.

  • 3.

    Een werkgroep uit de commissie bereidt de hearing voor en doet een voorstel aan de commissie over de opzet en inhoud ervan. De commissie neemt een besluit over dit voorstel.

  • 4.

    Datum en aanvangstijd van een hearing worden bepaald door het presidium.

  • 5.

    Een hearing wordt geleid door de voorzitter van de commissie.

  • 6.

    Een hearing is openbaar. Van een hearing wordt een verslag gemaakt.

  • 7.

    Het college en ambtelijke medewerkers van de gemeente ’s-Hertogenbosch worden niet gehoord bij een hearing.

Artikel 15: Informatiebijeenkomst

  • 1.

    De commissie kan zich tijdens een informatiebijeenkomst mondeling laten informeren over een onderwerp dat tot het werkterrein van de commissie behoort.

  • 2.

    Een informatiebijeenkomst wordt georganiseerd op verzoek van het presidium of de commissie of op uitnodiging van het college of een externe partij.

  • 3.

    De commissie besluit over uitnodigingen van een externe partij

  • 4.

    Datum en aanvangstijdstip van een informatiebijeenkomst worden bepaald door het presidium.

  • 5.

    Tijdens een informatiebijeenkomst kan het college zich laten bijstaan door ambtenaren of externe partijen.

  • 6.

    Een informatiebijeenkomst is openbaar, tenzij het presidium om zwaarwegende redenen besluit dat deze niet openbaar is. Van een informatiebijeenkomst wordt geen verslag gemaakt.

  • 7.

    Een informatiebijeenkomst wordt geleid door de voorzitter van de commissie.

  • 8.

    Commissieleden krijgen gelegenheid tot het stellen van aanvullende korte vragen aan de sprekers. Zij krijgen het woord nadat ze dat van de voorzitter gekregen hebben.

Artikel 16: Inspreken

  • 1.

    Inwoners en organisaties kunnen inspreken over onderwerpen die al dan niet op de raadsagenda staan.

  • 2.

    Datum en aanvangstijdstip van een inspraakronde worden bepaald door het presidium. Tijdens een commissievergadering wordt niet ingesproken.

  • 3.

    Spreektijd wordt uiterlijk 24 uur voorafgaand aan het inspreken aangevraagd via de griffie. De voorzitter kan bepalen dat van deze termijn wordt afgeweken.

  • 4.

    De spreektijd bedraagt maximaal 5 minuten per inspreker.

  • 5.

    In afwijking van het eerste lid wordt niet ingesproken:

    • a.

      door ambtelijke medewerkers van de gemeente ’s-Hertogenbosch.

    • b.

      over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen.

Artikel 16a: Planning

  • 1.

    Het presidium clustert commissie-activiteiten als bedoeld in artikel 14, 15 en 16 zoveel mogelijk op één moment.

  • 2.

    Het presidium neemt de dagen en tijden waarop deze commissieactiviteiten plaatsvinden op in het schema, genoemd in artikel 9, eerste lid.

Artikel 16b: Quorum

  • 1.

    De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, nadat hij heeft vastgesteld dat de helft van het aantal fracties plus een ter vergadering vertegenwoordigd is.

  • 2.

    Indien op het vastgestelde uur niet het op grond van het bepaalde in het eerste lid vereiste aantal leden is opgekomen, wordt de opening ten hoogste vijftien minuten uitgesteld, met dien verstande dat, zodra het vereiste aantal leden is opgekomen, de voorzitter de vergadering terstond opent.

  • 3.

    Wanneer na de vijftien minuten, als bedoeld in het vorige lid, niet het vereiste aantal leden is opgekomen, belegt de voorzitter een nieuwe vergadering die hij kan oproepen met afwijking van het bepaalde in artikel 10.

  • 4.

    Deze nieuwe vergadering wordt gehouden, ongeacht het aantal leden dat is opgekomen. In deze vergadering kan slechts worden beraadslaagd en besloten over onderwerpen, die voor de eerste vergadering waren geagendeerd.

Artikel 17: Vervanging leden

  • 1.

    Een lid van de commissie kan zich in de commissievergadering of een gedeelte daarvan laten vervangen door een ander raadslid of commissielid niet-raadslid van dezelfde fractie.

  • 2.

    Het lid van een commissie, dat verhinderd is om een vergadering van die commissie bij te wonen, geeft hiervan, kennis aan de voorzitter of aan de secretaris onder mededeling van de naam van zijn vervanger in die vergadering.

  • 3.

    Het bepaalde in het eerste lid van dit artikel geldt eveneens in het geval er een vacature is ontstaan.

Artikel 18: Vaststelling van de agenda

  • 1.

    Na de opening van de vergadering stelt de commissie haar agenda vast.

  • 2.

    Bij het vaststellen van de agenda inventariseert de voorzitter:

    • a.

      welke rondvragen er zijn;

    • b.

      welke agendapunten in behandeling worden genomen;

    • c.

      over welke agendapunten de commissie beraadslagingen wenst.

  • 3.

    De op de agenda vermelde onderwerpen worden behandeld in de volgorde, waarin zij zijn vermeld, tenzij de commissie instemt met een ordevoorstel ex artikel 13 dat inhoudt dat van deze volgorde wordt afgeweken.

Artikel 19: Voeren van het woord

  • 1.

    Commissieleden of collegeleden voeren alleen het woord als ze dat van de voorzitter gekregen hebben.

  • 2.

    Per fractie voert slechts één lid het woord over een bepaald onderwerp.

  • 3.

    Geen lid voert meer dan tweemaal het woord over een onderwerp dat aan de orde is, tenzij de commissie in bijzondere gevallen anders beslist.

  • 4.

    Het plaatsen van een interruptie, wordt niet als het voeren van het woord aangemerkt.

  • 5.

    Degene, die in tweede spreektermijn voor de eerste maal het woord voert, wordt geacht voor de tweede maal over hetzelfde onderwerp te spreken.

  • 6.

    In afwijking van het bepaalde in het vierde lid van dit artikel kan de voorzitter het stellen van vragen en het plaatsen van interrupties verbieden, indien daardoor naar zijn oordeel de normale behandeling van het onderwerp dat aan de orde is dreigt te worden verstoord.

Artikel 20: Spreektijd

  • 1.

    De spreektijd is per fractie per onderwerp beperkt tot maximaal 4 minuten in de eerste termijn en tot maximaal 2 minuut in de tweede termijn. De spreektijd per onderwerp voor het lid van het college is beperkt tot maximaal 7,5 minuut in de eerste termijn en tot maximaal 5 minuten in de tweede termijn.

  • 2.

    De commissie kan besluiten van de hiervoor vastgestelde spreektijdregeling af te wijken.

  • 3.

    Voor de begrotingsbehandeling, de behandeling van de voorjaarsnota en de behandeling van de jaarrekening kan door het presidium een afwijkende spreektijd worden vastgesteld.

Artikel 21: Schorsing

Op verzoek van een lid van de commissie of op voorstel van de voorzitter kan de commissie besluiten de beraadslaging voor een door haar te bepalen tijd te schorsen teneinde burgemeester en wethouders of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 22: Sluiting beraadslaging

Wanneer niemand meer het woord vraagt en dit, overeenkomstig het bepaalde in de voorgaande artikelen ook niet meer kan verkrijgen, sluit de voorzitter de beraadslaging.

Artikel 23: Advisering

  • 1.

    Als de beraadslaging is gesloten, vraagt de voorzitter de commissie over het onderwerp advies uit te brengen.

  • 2.

    Op een raadsvoorstel luidt het advies van de commissie hamerstuk of bespreekstuk.

  • 3.

    De voorzitter vraagt aan de fracties in een door hem te bepalen volgorde welk advies de fractie voorstaat. Per fractie wordt advies uitgebracht. Indien de voorzitter bij het vaststellen van de agenda constateert dat over een raadsvoorstel door geen der aanwezige leden beraadslagingen worden verlangd, concludeert hij dat de commissie de raad adviseert om het raadsvoorstel als hamerstuk te behandelen.

Artikel 24: Besluitvorming

  • 1.

    De commissie neemt besluiten over haar eigen orde en inzet van instrumenten, waaronder besluiten over:

    • a.

      een ordevoorstel;

    • b.

      een voorstel om een hearing te houden;

    • c.

      een voorstel van college of commissie om een informatiebijeenkomst te beleggen;

    • d.

      het houden van een besloten vergadering;

    • e.

      een voorstel om toezeggingen af te voeren van de lijst met bestuurlijke toezeggingen;

    • f.

      een voorstel om tot schriftelijke behandeling over te gaan;

    • g.

      het opleggen van geheimhouding.

  • 2.

    De commissie besluit bij gewogen meerderheid.

  • 3.

    De voorzitter vraagt aan de fracties in een door hem te bepalen volgorde welke beslissing de fractie voorstaat. Per fractie wordt een stem uitgebracht. De zwaarte van een stem is gelijk aan het aantal leden van de fractie dat zitting heeft in de gemeenteraad, tenzij anders vermeld.

  • 4.

    Indien de voorzitter vaststelt dat door geen der aanwezige leden het uitbrengen van een afzonderlijke stemt wordt verlangd, concludeert hij dat de commissie het voorstel als bedoeld in het eerst lid heeft aangenomen.

Artikel 25: Rondvraag

  • 1.

    Na de behandeling van de agenda geeft de voorzitter aan de leden gelegenheid tot het stellen van korte vragen aan het college over onderwerpen, die tot het werkterrein van de commissie behoren.

  • 2.

    Als de vraag niet in de vergadering kan worden beantwoord, zorgt het college voor schriftelijke beantwoording

Artikel 26: Verslag openbare vergadering

  • 1.

    Van elke vergadering wordt onder verantwoordelijkheid van de secretaris een verslag gemaakt met een beknopte en zakelijke weergave van wat er in de vergadering aan de orde is geweest. Tevens wordt in het verslag vermeld wie aan de vergadering hebben deelgenomen en welke leden, al dan niet met voorafgaande kennisgeving, niet aanwezig waren.

  • 2.

    Het verslag wordt zo spoedig mogelijk in concept aan de commissieleden toegezonden.

  • 3.

    Het verslag wordt zo mogelijk in de eerstvolgende vergadering van de betreffende commissie vastgesteld.

Artikel 27: Lijst met bestuurlijke toezeggingen

  • 1.

    Iedere commissie beheert een lijst met bestuurlijke toezeggingen die portefeuillehouders doen tijdens een commissie-of raadsvergadering.

  • 2.

    Een bestuurlijke toezegging gedaan tijdens een raadsvergadering wordt geregistreerd op de lijst van de commissie tot wiens werkterrein het onderwerp behoort waarop de toezegging betrekking heeft.

  • 3.

    De commissie besluit over het afvoeren van een toezegging van de lijst bestuurlijke toezeggingen, op voorstel van een commissielid, de voorzitter of de portefeuillehouder.

Artikel 28: Planning en Control cyclus

De commissie behandelt de voorjaarsnota, de begroting en de jaarrekening volgens het behandelschema dat het presidium daartoe opstelt.

Artikel 29: Schriftelijke behandeling

  • 1.

    In, naar het oordeel van de voorzitter, spoedeisende gevallen of wanneer de commissie het gezien de agenda niet rendabel acht om bij elkaar te komen, kan een commissie besluiten om een voorstel schriftelijk te behandelen.

  • 2.

    Blijkt uit de schriftelijke behandeling dat beraadslagingen zijn gewenst, dan geschiedt de behandeling van het betreffende onderwerp alsnog zo spoedig mogelijk in een vergadering van de commissie.

Artikel 30: Geheimhouding

Voor de afloop van een besloten vergadering beslist de commissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De commissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 31: Notulen besloten vergadering

  • 1.

    Als de commissie op grond van het vorige lid besluit tot geheimhouding, liggen de notulen van een besloten vergadering voor raadsleden ter inzage bij de griffie.

  • 2.

    Deze notulen worden door de commissie vastgesteld in een vergadering, die, tenminste voor de duur dat die vaststelling aan de orde is, besloten is. Tijdens deze vergadering neemt de commissie een besluit over het al dan niet openbaar maken van deze notulen. De vastgestelde notulen worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

Artikel 32: Bijwonen besloten vergadering

De leden van de raad kunnen de besloten vergaderingen van de commissie, waarvan zij geen lid, respectievelijk voorzitter zijn bijwonen. De burgemeester en de leden van het college kunnen uitgenodigd worden aan de beraadslagingen van de besloten vergadering deel te nemen.

HOOFDSTUK III: TOEHOORDERS EN PERS

Artikel 33: Orde van de vergadering

  • 1.

    De voorzitter kan in verband met het handhaven van de orde het maximaal aantal toehoorders bepalen, dat op de publieke tribune in de vergaderzaal wordt toegelaten.

  • 2.

    De voorzitter kan bepalen dat van groepen toehoorders slechts een delegatie tot de publieke tribune wordt toegelaten

  • 3.

    Het is de toehoorders verboden zodanige tekenen van goed- of afkeuring te geven, waardoor naar het oordeel van de voorzitter de orde in de vergadering wordt verstoord.

  • 4.

    Artikel 26 van de gemeentewet is van overeenkomstige toepassing op de commissievergadering, waarbij voor ‘burgemeester’ wordt gelezen ‘voorzitter van de raadscommissie’.

Artikel 34: Geluid- en beeldregistraties

Degene, die tijdens de commissievergadering beeld- of geluidsregistraties wil maken mag daarbij niet de orde of voortgang van de vergadering verstoren. Voor het maken van deze registraties anders dan vanaf de publieke tribune is vooraf toestemming vereist van de voorzitter.

HOOFDSTUK IV: SLOTBEPALINGEN

Artikel 35: Toepassing statuut

Bij twijfel omtrent de strekking of betekenis van hetgeen in dit statuut is bepaald en in de gevallen waarin dit statuut niet voorziet, beslist de commissie op voorstel van de voorzitter met inachtneming van andere dan in deze verordening opgenomen wettelijke voorschriften.

Artikel 36: Slot

  • 1.

    Dit reglement kan worden aangehaald als "Commissiestatuut 2015".

  • 2.

    Dit reglement treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van zijn vaststelling.

De griffier,

Drs. W.G. Amesz

De voorzitter,

Drs. J.M.L.N. Mikkers