Organisatie | Eindhoven |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING METROPOOLREGIO EINDHOVEN (wijziging november 2017) |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Eindhoven 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
wet gemeenschappelijke regeling
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-12-2017 | Onbekend | 31-10-2017 Onbekend | Onbekend |
De gemeenteraden en de colleges van de gemeenten Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen c.a., Oirschot, Reusel-De Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre, ieder voor zover voor de eigen gemeente bevoegd
- De raden en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten in Zuidoost-Brabant hun onderlinge samenwerking wensen te vernieuwen.
- De uitgangspunten van de vernieuwde samenwerking geschetst zijn in het transformatieplan van het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE), dat gedragen wordt door de betrokken gemeenten en die zijn vastgelegd in het besluit van de Regioraad van 19 februari 2014.
- De vernieuwde samenwerking tot doel heeft het behoud en het verstevigen van de internationale concurrentiepositie van de regio door het organiseren van een slagvaardige en efficiënte strategische samenwerking op de hoofdthema’s economie, ruimte en mobiliteit.
- De vertaling hiervan bestaat uit het streven om sterker naar buiten te treden als regio, om eenduidig te gaan opereren op regionale schaal en om efficiënt (regio) intern te gaan samenwerken.
- Om deze doelstelling te realiseren de navolgende opgaven ter hand genomen moeten worden:
a. Het vastleggen van een gezamenlijke visie op de toekomst van de regio;
b. Het vastleggen van een regionale strategie op de bovenvermelde hoofdthema’s en het bepalen van de kaders hiervan;
c. Het bereiken van overeenstemming over de regionale opgaven en het bepalen van de bovenregionale agenda;
d. Het scheppen van de voorwaarden en de condities om regionale opgaven te realiseren;
e. Het bieden van een podium voor gemeenten ten behoeve van het gezamenlijk ontwikkelen, bespreken en afstemmen van de aanpak van opgaven met een lokaal of sub regionaal karakter.
- Om genoemde opgaven te realiseren samenwerking tussen de gemeenten en kennisinstellingen en bedrijfsleven geboden kan zijn.
- Hiertoe binnen de opzet van een openbaar lichaam een nieuwe bestuurlijke werkwijze wordt geïntroduceerd.
- Deze nieuwe bestuurlijke werkwijze zijn juridische vertaling vindt in een Gemeenschappelijke regeling.
- De deelnemende gemeenten in de gemeenschappelijke regeling wensen vast te leggen wat zij verstaan onder:
a. flexibele netwerkstructuur;
b. het vaststellen van de strategie voor de regionale opgaven op regionale schaal en het leggen van verantwoordelijkheid voor de uitvoering bij de partners en gemeenten;
c. de samenwerking als versneller en verbinder in de samenwerking, gericht op strategieontwikkeling, beleidssynchronisatie, proces- en projectondersteuning en specifieke dienstverlening op contractbasis;
d. grotere betrokkenheid van de maatschappelijke partners.
- De voorgestane samenwerking voortbouwt op de juridische structuur van het SRE, mede vanwege voortdurende wettelijke, juridische en financiële omstandigheden.
- Om die reden geen nieuwe gemeenschappelijke regeling wordt aangegaan, maar de gemeenschappelijke regeling van het SRE wordt gewijzigd zodat geen noodzaak bestaat om tot liquidatie van dat samenwerkingsverband over te gaan.
De Gemeenschappelijke Regeling Samenwerkingsverband Regio Eindhoven 2005 te wijzigen zodat deze komt te luiden als volgt
Hoofdstuk 1 algemene bepalingen
In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:
a. Wet: de Wet gemeenschappelijke regelingen.
b. Regeling: de gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Eindhoven.
c. Metropoolregio: het openbaar lichaam als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze gemeenschappelijke regeling.
d. Gemeenten: de raden en colleges van de gemeenten Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen c.a., Oirschot, Reusel-De Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre.
e. Colleges: de Colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten.
f. Raden: de gemeenteraden van de gemeenten.
g. Bestuurscommissie: een commissie als bedoeld in artikel 25, eerste lid van de wet.
h. regionale agenda: het periodiek vast te stellen strategische beleidsdocument die de inhoud van de samenwerking bepaalt.
i. Thema: de in de regionale agenda benoemde maatschappelijke thema’s Economie, Ruimte en Mobiliteit waarop structureel wordt samengewerkt.
j. Tijdelijk thema: de in de regionale agenda benoemde maatschappelijke thema’s waarop alleen voor de betreffende begrotingsperiode wordt samengewerkt en die zowel een regionaal als ook een subregionaal of lokaal karakter kunnen hebben.
k. Regionale opgave: de beleidsinspanningen die gemeenten in het kader van de regeling leveren met het oog op het bereiken van de doestellingen op de thema’s van de regionale agenda.
l. Partijen: de gemeenten, bedrijfsleven en kennisinstellingen.
m. regionaal platform: het kaderstellend beraad van de colleges van de 21 gemeenten gericht op het beleggen en realiseren van de regionale opgaven.
Hoofdstuk 2 Belangen, doel, taken en bevoegdheden
Het doel van de Metropoolregio is het organiseren van een adequate vorm van samenwerking tussen gemeenten onderling en tussen overheid en maatschappelijke partners ter behartiging van de gezamenlijke belangen op de thema’s economie, mobiliteit en ruimte, zoals nader uitgewerkt in een regionale agenda
De Metropoolregio kan daarnaast de gezamenlijke belangen van alle of enkele gemeenten behartigen op tijdelijke thema’s. Uitgangspunt daarbij is dat de kosten en risico’s van deze specifieke belangenbehartiging worden gedragen door de desbetreffende gemeenten en dat deze specifieke belangenbehartiging niet ten koste mag gaan van behartiging van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten
Ter bereiking van het doel waartoe zij is opgericht, richt de Metropoolregio zich op de navolgende taken:
Het bieden van een podium voor gemeenten ten behoeve van het gezamenlijk ontwikkelen, bespreken en afstemmen van beleid op de tijdelijke thema’s met een lokaal of subregionaal karakter, inclusief het desgevraagd ondersteuning bieden daaraan.
e. Het inzetten van regionale investerings- en stimuleringsfondsen en een mobiliteitsfonds
De taken die bij de belangenbehartiging als bedoeld in artikel 3, vijfde lid, horen, luiden als volgt:
d. Optreden als contractspartij namens de deelnemende gemeenten, in de rechtsverhouding tussen de Vereniging van Contracten en Attero N.V.c.q. haar rechtsopvolgers, inzake de verwerking van restafval en GFT-afval, alsmede het beheren van dat contract
Onverminderd de rechtstreeks door de wet aan haar toegekende bevoegdheden, is het bestuur van de Metropoolregio ter uitoefening van haar taken, genoemd in artikel 4, eerste lid, bevoegd:
a. Algemeen verbindende voorschriften te geven omtrent:
- het instellen en beheren van regionale investerings- en stimuleringsfondsen;
- het instellen en beheren van een regionaal mobiliteitsfonds;
- de eigen organisatie en bedrijfsvoering.
b. Een regionale agenda vast te stellen.
c. Het oprichten van onderscheidenlijk deelnemen in stichtingen, maatschappen, vennootschappen en coöperaties en verenigingen, dan wel de ontbinding daarvan of beëindiging van deelneming daarvan, onverminderd het bepaalde in artikel 31a van de wet.
d. Een gemeenschappelijke regeling tussen het openbaar lichaam en andere openbare lichamen vast te stellen en te wijzigen, alsmede het toetreden tot en het uittreden uit een dergelijke gemeenschappelijke regeling.
e. Met één of meer gemeenten samenwerkingsovereenkomsten te sluiten met betrekking tot ondersteunende dienstverlening.
De bevoegdheden die het bestuur van de Metropoolregio heeft ter uitoefening van de taken als bedoeld in artikel 4, tweede lid, luiden als volgt:
a. Besluit woninggebonden subsidies: het verrichten van de publiekrechtelijke rechtshandelingen die zijn genoemd in artikel 2, van het Besluit verplichte afkoop woninggebonden subsidies.
b. Landgoed Gulbergen: het verrichten van publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtshandelingen zoals die zijn genoemd in het besluit van het algemeen bestuur van 24 juni 2004 inzake de taakstelling, werkwijze en samenstelling van de vaste commissie van advies Voorziening Razob en beheersregels voor de vaste commissie van advies Voorziening Razob.
c. Europese (subsidie)projecten: het verrichten van privaatrechtelijke en publiekrechtelijke rechtshandelingen, voortvloeiend uit respectievelijk reeds aangegane overeenkomsten en subsidies die zijn verstrekt op het moment van inwerking treden van deze wijziging van de regeling.
d. Vereniging van contractanten: het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, genoemd in de onderliggende overeenkomst met de gemeenten resp. N.V. Afvalsturing.
De bevoegdheden van het bestuur behorende bij de taken als bedoeld in artikel 4, derde lid, zijn;
a. Het vaststellen van een verordening als bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de Archiefwet 1995 voor de zorg voor en het beheer van de archiefbescheiden van de alle bestuursorganen van de gemeenten die naar de regionale archiefbewaarplaats(en) zijn overgebracht.
b. Het aanwijzen van de gemeentelijke archiefbewaarplaats(en) als bedoeld in artikel 31 van de Archiefwet 1995. Aan deze bevoegdheid wordt uitvoering gegeven door het aanwijzen van één of meer regionale archiefbewaarplaatsen.
c. Het benoemen, schorsen en ontslaan van een gemeentearchivaris als bedoeld in artikel 32, derde lid, van de Archiefwet 1995, in de persoon van een streekarchivaris. De streekarchivaris dient gelet op artikel 32 van de Archiefwet 1995 in het bezit dient te zijn van een diploma archivistiek.
d. Het vaststellen van een verordening als bedoeld in artikel 32, tweede lid, van de Archiefwet 1995, met betrekking tot het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden van de gemeenten door de streekarchivaris. Onder het toezicht valt ook het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden van gemeenschappelijke organen en/of de organen van openbare lichamen, voor zover dat toezicht door een voorziening of het ontbreken daarvan bij een deelnemende gemeente berust.
e. Het heffen van rechten ter zake van het genot van door of vanwege het RHCe geleverde diensten aan particulieren.
Hoofdstuk 3 Nadere uitwerking taken en bevoegdheden
Het algemeen bestuur stelt uiterlijk in november na aanvang van een nieuwe bestuursperiode een regionale agenda vast voor een periode van vier jaren, waarin wordt vastgelegd:
- het gezamenlijke toekomstbeeld van de regio;
- de van het toekomstbeeld afgeleide strategie op de vaste thema’s;
- de opgaven die op de vaste thema’s in gezamenlijkheid worden opgepakt en door de gemeenten worden uitgevoerd;
- een beschrijving van de tijdelijke thema’s en de eventuele opgaven die daaruit voortvloeien.
De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de regionale agenda en de daarop gebaseerde voortgangsrapportages ligt bij de gemeenten. Voor zover bindende afspraken worden gemaakt, worden die vastgelegd in convenanten of beleidsovereenkomsten. De Metropoolregio heeft geen bevoegdheden aangaande de uitvoering van de regionale opgaven die uit de regionale agenda voortkomen. Uitvoering van de Regionale opgaven is een verantwoordelijkheid van de colleges. De Metropoolregio is niet bevoegd hierover rechtens bindende besluiten te nemen.
Artikel 8 Regionaal mobiliteitsfonds
De bijdrage wordt jaarlijks bij de vaststelling van de begroting voor het daaropvolgende begrotingsjaar vastgesteld door de algemeen bestuur op basis van een meerjarenraming, die gebaseerd is op het meerjarige uitvoeringsprogramma behorende bij het door de algemeen bestuur vastgestelde regionaal verkeers- en vervoersplan.
Indien het algemeen bestuur bij het aanwijzen van een regionaal project een of meer gemeenten heeft aangewezen die meer in het bijzonder baat heeft of hebben bij de realisering van dat regionale project, wordt een bijdrage uit het regionale mobiliteitsfonds alleen beschikbaar gesteld indien de aldus aangewezen gemeente(n) overeenkomstig de mate van het gebaat zijn, zoals door de algemeen bestuur aangegeven, eveneens een bijdrage verleent aan het regionale project.
Hoofdstuk 5 Het algemeen bestuur
Het algemeen bestuur bestaat uit 24 leden. De raden van de gemeenten wijzen ieder één lid aan. De raad van de gemeente Eindhoven en van de gemeente Helmond wijzen voorts hun burgemeester aan als lid van het algemeen bestuur. Bovendien wijst de raad van de gemeente wiens lid door het algemeen bestuur wordt aangewezen als lid van het dagelijks bestuur ook een tweede lid aan.
De leden van het algemeen bestuur worden aangewezen voor een zittingsduur van 4 jaar en treden af op de dag waarop in het kader van een nieuwe zittingsperiode de raad een besluit neemt tot aanwijzing van de leden en plaatsvervangend leden van het algemeen bestuur. Aftredende leden kunnen opnieuw als lid worden aangewezen.
Het lidmaatschap van het algemeen bestuur is onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar, door of vanwege het bestuur van één der gemeenten dan wel door of vanwege het bestuur van de Metropoolregio aangesteld of daaraan ondergeschikt. Met ambtenaar worden voor de toepassing van dit lid gelijkgesteld zij die in dienst van één der gemeenten dan wel van de Metropoolregio op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam zijn.
Het algemeen bestuur stelt voor zijn vergaderingen een reglement van orde vast. Dit reglement, en de daarin aangebrachte wijzigingen, worden aan de raden gezonden. De artikelen 19, 20, 22, 26 en 28 tot en met 32 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing, voor zover daarvan niet bij of krachtens de wet is afgeweken.
In een besloten vergadering van het algemeen bestuur kan niet worden beraadslaagd of worden besloten over:
a. de vaststelling en wijziging van de begroting;
b. de vaststelling van de rekening;
c. de vaststelling en actualisering van de regionale agenda;
d. de vaststelling van het liquidatieplan;
e. het verlenen van ontslag aan een lid van het dagelijks bestuur;
f. de vaststelling of wijziging van gemeenschappelijke regelingen tussen de Metropoolregio en andere openbare lichamen, alsmede het toetreden tot en het uittreden uit een dergelijke gemeenschappelijke regeling, waarbij het algemeen bestuur deelnemer is;
g. de oprichting van of deelname in stichtingen, maatschappen, vennootschappen en coöperaties en verenigingen, dan wel de ontbinding daarvan of beëindiging van deelneming daaraan.
Artikel 12 Taken en bevoegdheden
De taken en bevoegdheden die de Metropoolregio bij of krachtens de wet en deze regeling toegekend heeft gekregen, berusten bij het algemeen bestuur tenzij bij wet of in deze regeling anders is bepaald.
Het algemeen bestuur kan in een besloten vergadering, op grond van de belangen, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en omtrent de inhoud van de stukken welke aan het algemeen bestuur worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Deze wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen, totdat het algemeen bestuur haar opheft.
Hoofdstuk 6 Het dagelijks bestuur
Artikel 18 Taken en bevoegdheden
Het dagelijks bestuur is bij zijn taakuitoefening in elk geval bevoegd:
a. regels vast te stellen over de organisatie en bedrijfsvoering van de Metropoolregio, met uitzondering van het statuut, als bedoeld in artikel 2, vijfde lid juncto artikel 22, derde lid van deze regeling;
b. ambtenaren te benoemen, te schorsen en te ontslaan, voor zover die bevoegdheid niet is voorbehouden aan het algemeen bestuur;
c. het benoemen, schorsen, ontslaan van de streekarchivaris;
d. privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten, in het bijzonder met een of meer gemeenten samenwerkingsovereenkomsten te sluiten met betrekking tot ondersteunende dienstverlening op contractbasis voor taken waarmee het bestuur van de Metropoolregio belast is.
Uitgezonderd van deze bevoegdheid is het oprichten van onderscheidenlijk deelnemen in Stichtingen, maatschappen, vennootschappen en coöperaties en verenigingen, dan wel de ontbinding daarvan of beëindiging van deelneming daarvan;
e. een gemeenschappelijke regeling tussen het openbaar lichaam en andere openbare lichamen vast te stellen en te wijzigen, alsmede het toetreden tot en het uittreden uit een dergelijke gemeenschappelijke regeling, voor zover het collegebevoegdheden betreft;
f. rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratieve beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop verrichten, tenzij het algemeen bestuur voor zover het het algemeen bestuur aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist;
g. het nemen van alle conservatoire maatregelen zowel in als buiten rechte en het doen van alles wat nodig is ter voorkoming van verjaring en verlies van recht of bezit.
Het algemeen bestuur kan aan het dagelijks bestuur bevoegdheden overdragen, met uitzondering van:
a. het vaststellen en wijzigen van de begroting;
b. het vaststellen van de jaarrekening;
c. het vaststellen van de regionale agenda;
d. het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften;
e. het oprichten van of deelnemen in een stichting, maatschap, vennootschap, coöperatie en vereniging dan wel het ontbinden daarvan of het beëindigen van de deelname daaraan;
f. het benoemen, schorsen en ontslaan van de regiodirecteur/secretaris;
g. het vaststellen van een liquidatieplan bij opheffing;
h. het vaststellen van het statuut als bedoeld in artikel 2, vijfde lid, juncto artikel 22, derde lid van deze regeling.
Het dagelijks bestuur kan op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan het dagelijks bestuur worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens de vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat het dagelijks bestuur haar opheft.
Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door de voorzitter of een commissie, ten aanzien van de stukken die zij aan het dagelijks bestuur overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan, dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel het algemeen bestuur haar opheft.
Hoofdstuk 8 Overlegorganen, bestuurscommissies, adviescommissies
Als overlegorgaan wordt in ieder geval ingesteld een regionaal platform als kader stellend beraad voor de regionale opgaven. Tevens is dit regionaal platform de plaats waar een gezamenlijk beeld van de toekomst van de regio wordt gecreëerd en draagvlak wordt gewonnen voor actie. Het is tot slot de plaats waar kennis en begrip voor elkaar en elkaars inzet wordt gekweekt.
3 Werkwijze en samenstelling van overlegorganen worden geregeld in een statuut.
Hoofdstuk 9 Voorhangprocedure, regiodag
Het algemeen bestuur maakt van de bevoegdheid tot vaststellen van de regionale agenda en de jaarlijkse actualisering en van de bevoegdheden neergelegd in artikel 5 eerst lid, onder c en d, geen gebruik dan nadat de raden een ontwerp besluit is toegezonden en zij gedurende een periode van ten minste twee maanden in de gelegenheid zijn gesteld wensen en bedenkingen ter kennis te brengen van het algemeen bestuur.
5. Het algemeen bestuur maakt geen gebruik van de mogelijkheden om de raden een reactie te vragen als bedoeld in het derde lid indien naar het oordeel
Het dagelijks bestuur maakt van de bevoegdheid neergelegd in artikel 5, eerste lid, onder d, voor zover het een collegeregeling betreft, geen gebruik dan nadat de colleges een ontwerpbesluit is toegezonden en zij gedurende een periode van ten minste twee maanden in de gelegenheid zijn gesteld wensen en bedenkingen ter kennis te brengen van het algemeen bestuur onderscheidenlijk het dagelijks bestuur.
Hoofdstuk 10 Inlichtingen, verantwoording en terugroeping
Artikel 28 Dagelijks bestuur / algemeen bestuur
Het algemeen bestuur regelt van welke besluiten van het dagelijks bestuur in ieder geval kennisgeving wordt gedaan aan de leden van het algemeen bestuur. Daarbij kan het algemeen bestuur de gevallen bepalen waarin met ter inzage legging kan worden volstaan. Het dagelijks bestuur laat de kennisgeving of ter inzage legging achterwege voor zover deze in strijd is met het openbaar belang.
Artikel 30 Lid algemeen bestuur / raden
Een lid van het algemeen bestuur verstrekt aan de raad die hem heeft aangewezen de door een of meer leden van die raad gevraagde inlichtingen, voor zover zulks niet strijdig is met het openbaar belang. De inlichtingen worden zo spoedig mogelijk doch in ieder geval binnen twee maanden in een vergadering van die raad of schriftelijk verstrekt.
Hoofdstuk 11 Personeel en organisatie
Artikel 31 Ambtelijke organisatie
De Metropoolregio heeft ter ondersteuning van de bestuurlijke samenwerking in de regio een eigen ambtelijke organisatie, aan het hoofd waarvan de regiodirecteur staat.
2. De ambtelijke organisatie van de Metropoolregio:
a. ondersteunt de gemeenten door vanuit het overheidsdomein de samenwerking te realiseren die noodzakelijk is om als regio krachtig innovatief te zijn en te blijven;
b. ondersteunt de gemeenten bij de thema’s van de regionale agenda;
c. verbindt partijen in hun gezamenlijke belangen om regionale ambities waar te maken.
3. De ambtelijke organisatie van de Metropoolregio kan daarnaast op contractbasis van gemeenten tijdelijke opdrachten uitvoeren die passen binnen de regionale agenda. Deze opdrachten worden bekostigd door de opdrachtgevers.
4. Het dagelijks bestuur regelt de organisatie en de werkwijze van de ambtelijke organisatie van de Metropoolregio.
Artikel 32 Regiodirecteur / secretaris
Het algemeen bestuur beslist over benoeming, schorsing en ontslag van de regiodirecteur.
2. De regiodirecteur bekleedt tevens de functie van secretaris. Waar in deze regeling verder gesproken wordt van regiodirecteur, wordt daarmee tevens de functie van secretaris bedoeld.
3. Voor een benoeming wordt door het dagelijks bestuur een aanbeveling gedaan.
4. De regiodirecteur is voor het dagelijks bestuur ambtelijk opdrachtnemer en is verantwoordelijk voor de uitvoering van de taken door de ambtelijke organisatie van de Metropoolregio.
5. De regiodirecteur wordt formeel aangestuurd door het dagelijks bestuur.
6. Het dagelijks bestuur regelt de vervanging van de regiodirecteur bij zijn verhindering of ontstentenis.
7. Het dagelijks bestuur kan in spoedeisende gevallen tot schorsing overgaan. Het dagelijks bestuur doet van een besluit als bedoeld in het vorige lid onmiddellijk mededeling aan het algemeen bestuur.
8. Het besluit tot schorsing vervalt wanneer het algemeen bestuur het niet in zijn eerstvolgende vergadering bekrachtigt.
9. Op de regiodirecteur en zijn plaatsvervanger(s) is artikel 102 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.
De regiodirecteur is het hoofd van de ambtelijke organisatie en geeft daaraan leiding en sturing. Hij is eindverantwoordelijk voor de organisatieontwikkeling, innovatie en de bedrijfsvoering van het ambtelijk apparaat.
2. De regiodirecteur staat het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur, de voorzitter en de advies- en overlegorganen bij de uitoefening van hun taak terzijde. Hij of zij krijgt de opdracht om regionale verbindingen te leggen en het regionale systeem van samenwerken te optimaliseren.
3. Hij is in de vergaderingen van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur aanwezig.
4. De regiodirecteur pleegt structureel overleg met de strategische adviseurs, dan wel gemeentesecretarissen van de gemeenten om de bijeenkomsten van het regionaal platform voor te bereiden
Het dagelijks bestuur besluit over de benoeming, de schorsing en het ontslag van de overige ambtenaren en personeel werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.
Het dagelijks bestuur stelt voor het personeel van het openbaar lichaam de arbeidsvoorwaardenregeling vast conform de Collectieve Arbeidsvoorwaarden voor het gemeentepersoneel (CAR) en de uitwerkingsovereenkomst (UWO), dan wel de (gewijzigde) collectieve arbeidsvoorwaardenregeling die daarvoor in de plaats komt.
Hoofdstuk 12 Financiële bepalingen
Het dagelijks bestuur zendt voor 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders en de voorlopige jaarrekening aan de raden van de deelnemende gemeenten.
Voor de berekening van de in het tweede lid bedoelde inwonerbijdrage wordt uitgegaan van het inwonertal op 1 januari van het jaar, voorafgaand aan dat waarvoor de bijdrage verschuldigd is. Voor de vaststelling van de aantallen inwoners worden aangehouden de door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers.
De deelnemende gemeenten betalen jaarlijks voor 1 februari en voor 1 augustus van het betreffende jaar telkens de helft van de verschuldigde bijdrage. Bij niet tijdige betaling is de wettelijke rente verschuldigd.
1. Het dagelijks bestuur stelt elk jaar de ontwerpjaarrekening met een jaarverslag van het voorgaande jaar op.
2. Het algemeen bestuur stelt de jaarrekening en het jaarverslag vast vóór 1 juli van het jaar volgend op het verslagjaar.
3. Het dagelijks bestuur zendt de door het algemeen bestuur vastgestelde jaarrekening en jaarverslag vóór 15 juli van het jaar volgend op het jaar waarvoor de jaarrekening geldt op, toe aan gedeputeerde staten en de raden.
Artikel 41 Financiële gegoedheid
1. De deelnemende gemeenten zullen er steeds zorg voor dragen dat de Metropoolregio te allen
tijde over voldoende middelen beschikt om aan alle verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen.
2. Indien aan het dagelijks bestuur blijkt dat één van de gemeenten weigert deze uitgaven op de begroting te zetten, doet het dagelijks bestuur onverwijld aan gedeputeerde staten het verzoek over te gaan tot toepassing van de artikelen 194 en 195 Gemeentewet.
Artikel 42 Financiële voorschriften
Het algemeen bestuur stelt bij verordening de uitgangspunten vast voor het financieel beleid alsmede het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie. Deze verordening waarborgt dat aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle wordt voldaan. De artikelen 212 en 213 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.
Deze verordening als bedoeld in het eerste lid bevat in elk geval regels over:
a. waardering en afschrijving van activa;
b. algemene doelstellingen en te hanteren richtlijnen en limieten van de financieringsfunctie, alsmede de administratieve organisatie van de financieringsfunctie, daaronder begrepen taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening.
3. De raad stelt bij verordening regels vast voor de controle op het financiële beheer en op de inrichting van de financiële organisatie. Deze verordening waarborgt dat de rechtmatigheid van het financiële beheer en van de inrichting van de financiële organisatie wordt getoetst.
4. Het algemeen bestuur wijst de accountant aan die belast wordt met de controle op de in artikel 40 genoemde jaarrekening.
5. De accountant zendt de accountantsverklaring en een verslag van bevindingen aan het algemeen bestuur.
6. De verordeningen als bedoeld in het eerste lid van dit artikel worden na vaststelling gezonden aan gedeputeerde staten en aan de colleges van de gemeenten.
De Metropoolregio verzekert zich tenminste tegen:
1. Het dagelijks bestuur is belast met de zorg voor en het beheer van de archiefbescheiden van de organen van de Metropoolregio. Dit overeenkomstig een door het algemeen bestuur vast te stellen archiefverordening, die aan gedeputeerde staten moet worden medegedeeld.
2. Met het toezicht op de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden van de Metropoolregio is belast de in artikel 5, derde lid, onder c, bedoelde archivaris van de regionale bewaarplaats.
3. Bij opheffing van de regeling wordt ten aanzien van de archiefbescheiden een voorziening getroffen overeenkomstig artikel 4, eerste lid, van de Archiefwet 1995.
4. De overeenkomstig artikel 5 van de Archiefwet 1995 voor de gemeente Eindhoven ontworpen en vastgestelde selectielijst(en) zijn van overeenkomstige toepassing op de Metropoolregio. De Metropoolregio blijft bevoegd om overeenkomstig artikel 5 van de Archiefwet 1995 nieuwe en/of aanvullende selectielijsten te (doen) ontwerpen en te laten vaststellen.
5. De bepalingen bij en krachtens de Archiefwet 1995 gesteld voor gemeenten, zijn van overeenkomstige toepassing op de Metropoolregio, tenzij in dit hoofdstuk daarin anders is voorzien. Waar in die bepalingen gesproken wordt over de gemeente, de raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester, wordt daarvoor respectievelijk in de plaats gesteld de Metropoolregio, het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter.
Het algemeen bestuur zal per 1 januari 2017 het functioneren van de Metropoolregio en de samenwerkingsrelatie met het regionaal platform zoals vastgelegd in het statuut als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling, evalueren en daarvan voor 1 juli 2017 verslag uitbrengen aan de colleges en de raden van de gemeenten, vergezeld van conclusies en aanbevelingen.