Organisatie | Blaricum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2018 |
Citeertitel | Verordening Afvalstoffenheffing 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | 01-01-2019 | Nieuwe regeling | 28-11-2017 | 224195 |
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2018
Artikel 1 Aard van de belasting
Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer .
Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht
1.De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een
perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
eigendom, bezit of beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt
b.ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die
Artikel 3 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar
1.Indien dat perceel op 1 januari van het kalenderjaar of, indien de belastingplicht
aanvangt in de loop van het kalenderjaar bij aanvang van de belastingplicht,
wordt gebruikt door één persoon € 138,84
2.Indien dat perceel op 1 januari van het kalenderjaar of, indien de belastingplicht
aanvangt in de loop van het kalenderjaar bij aanvang van de belastingplicht,
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan wel in de loop van het belastingjaar het aantal personen dat het perceel bewoont meer wordt dan één, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, dan wel na vermeerdering van het aantal personen, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel in de loop van het belastingjaar het aantal personen dat het perceel gebruikt minder wordt dan twee, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, dan wel na vermindering van het aantal personen, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 7 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, in het geval dat het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, het bedrag daarvan meer is dan € 100,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.