Organisatie | Roermond |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Roermond houdende regels omtrent branchevervaging Beleidsregel ‘pilot blurring’ |
Citeertitel | Beleidsregel ‘pilot blurring’ |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-03-2018 | nieuwe regeling | 06-02-2018 | 11193-2017 |
Hoofdstuk 1 Aanleiding van de Pilot
De gemeente Roermond wil via een pilot ‘Blurring’ (branchevervaging) ruimte bieden aan innovatieve initiatieven van ondernemers met betrekking tot branchevervaging tussen horeca en detailhandel. Dit is ook verankerd in het ruimtelijk detailhandelsbeleid dat op 9 april 2015 door de gemeenteraad van Roermond is vastgesteld. Hierin is opgenomen dat binnen de gestelde kaders nieuwe initiatieven op het gebied van blurring mogelijk moeten zijn.
Het doel van de pilot is tweeledig. Op de lange(re) termijn zou blurring moeten bijdragen aan versterking en verbetering van de beleving in de binnenstad. Vanwege knelpunten in wet- en regelgeving (de Drank- en horecawet staat een combinatie van horeca-activiteiten en detailhandel niet toe) is blurring echter nog niet vanzelfsprekend. Dit leidt tot de wens op korte termijn inzicht te krijgen in welke gevallen en onder welke voorwaarden blurring in Roermond definitief mogelijk is of kan worden gemaakt. Om beide doelstellingen op een werkbare manier te kunnen realiseren, wordt voorgesteld gedurende een afgebakende periode diverse “blurring”-concepten, met als (huidige) hoofdfunctie horeca of detailhandel, toe te laten.
Paragraaf 1 Handhaving en monitoring
Wanneer de initiatiefnemer in het kader van een pilot-project aan de hierna te noemen voorwaarden voldoet, zal (in beginsel) niet handhavend worden opgetreden. Er wordt wel toezicht gehouden op de naleving van de voorwaarden zoals hierna vermeld. Bij niet naleving van de voorwaarden, leidt dit tot uitsluiting van deelname aan de pilot en wordt wel handhavend opgetreden.
Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat de pilot zal worden geëvalueerd en op basis van die evaluatie mogelijk zal worden verlengd. Wanneer de pilot niet wordt verlengd, vervalt het uitgangspunt met betrekking tot de prioriteit voor handhaving. Hierbij zal vooraf een overgangsperiode worden aangekondigd, zodat de blurring-initiatieven kunnen worden beëindigd.
De locatie heeft – voor de start van het pilot-project – een hoofdfunctie ‘horeca’ of ‘detailhandel’ 1 , niet zijnde supermarkten, kinderkledingzaken, speelgoedzaken en overige op kinderen gerichte winkels. Voorts blijft die hoofdfunctie gedurende de pilot aanwezig.
De initiatiefnemer meldt het pilot-project zoals bedoeld in artikel 6 en 13 – vier weken voor de start van het pilot-project – aan bij het college en de burgemeester door middel van bijgevoegd standaardformulier. In geval initiatiefnemer een dag(deel) wil initiëren op grond van artikel 7 en 14 meldt initiatiefnemer dit twee weken voor de betreffende dag.
Detailhandel als huidige hoofdfunctie
Het aanbieden van zwak-alcoholische dranken wordt toegelaten gedurende de winkelopeningstijden 2, mits het aanbieden van dergelijke dranken aansluit op de bestaande winkelformule en ondergeschikt 3 is aan de hoofdfunctie. Het aanbieden van zwak-alcoholische dranken is daarmee in het kader van de pilot mogelijk bij vormen van detailhandel die (in hoofdzaak) gericht zijn op de verkoop van delicatessen c.q. luxe etenswaren.
Het aanbieden van zwak-alcoholische dranken is maximaal 12 dagen per jaar toegelaten gedurende de winkelopeningstijden, bij branchevreemde winkelformules, mits het aanbieden van dergelijke dranken aansluit op de bestaande winkelformule en ondergeschikt is aan de hoofdfunctie. Hierbij kan gedacht worden aan winkelformules gericht op de verkoop van kleding, schoenen, kookbenodigdheden, etc.
Wanneer een pilot-project wordt uitgevoerd op grond van artikel 6 of 7, dient de locatie te beschikken over een inpandige (vrij toegankelijke) toiletvoorziening. Deze toiletvoorziening hoeft echter niet te voldoen aan de eisen zoals gesteld in artikel 7 van het Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet.
Wanneer een pilot-project wordt uitgevoerd op grond van artikel 6 of 7, is – gedurende de openingstijden van de locatie – ten minste één persoon aanwezig van 21 jaar of ouder, die beschikt over voldoende kennis en inzicht met betrekking tot sociale hygiëne (Verklaring Sociale Hygiëne bij toepassing van artikel 6 en Instructie Verantwoord Alcohol Schenken bij toepassing van artikel 7). De betreffende verklaringen van het beschikbare personeel worden vooraf, bij de melding zoals bedoeld in artikel 4, overgelegd.
Horeca als huidige hoofdfunctie
De verkoop van producten wordt in het kader van de pilot toegelaten, gedurende winkelopeningstijden 4, mits de verkoop van die producten aansluit op de bestaande horecaformule en ondergeschikt is aan de hoofdfunctie. De verkoop van producten in horecalokaliteiten is daarmee mogelijk in het kader van in het horecalokaal aanwezige producten (denk hierbij aan delicatessen, koffiebonen, glazen, servies, kookbenodigdheden, etc.). Dranken niet bestemd voor consumptie ter plaatse, zoals wijn(flessen), likeuren en andere alcoholhoudende dranken, mogen niet worden verkocht.
Ondergeschikt wil zeggen naar aard en omvang ondergeschikt aan de hoofdfunctie. De hoofdfunctie moet zichtbaar blijven als hoofdfunctie. Er is bewust gekozen geen percentages op te nemen, zodat een zekere flexibiliteit wordt behouden. Of er sprake is van een ondergeschikte functie, is ter beoordeling aan het bevoegd gezag.