Organisatie | Woerden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Woerden 2018 |
Citeertitel | Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Woerden 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling komt in de plaats van het Financieel Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Woerden 2016.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 08-06-2019 | art. 2.3.1, 3.3.2 | 18-12-2018 | ||
14-11-2018 | 01-01-2019 | art.2.2; 2.4.1; 2.4.2; 2.4.3; 3.3.1 | 16-10-2018 | 229887/2018 | |
07-11-2018 | 26-03-2018 | 14-11-2018 | art. 2.3.1 | 16-10-2018 | 229887/2018 |
31-10-2018 | 01-01-2018 | 07-11-2018 | art. 3.3.2 | 16-10-2018 | 229887/2018 |
28-12-2017 | 31-10-2018 | Nieuwe regeling | 12-12-2017 Gemeenteblad 2017, 229887 | 229887/2018 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden,
dat het college op grond van de Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Woerden 2015 bevoegd is om nadere regels te stellen ten aanzien van in de verordening genoemde onderwerpen;
dat deze nadere regels zijn uitgewerkt in dit Financieel Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Woerden 2018;
1. Vast te stellen het ‘Financieel Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Woerden 2018’.
a. Begeleiding: de volgende vormen zijn te benoemen: arbeidsmatige dagbesteding, individuele- en groepsbegeleiding (basis, midden en zwaar) en kortdurend verblijf;
b. Besluit: Financieel Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Woerden 2016;
c. CE-markering: voorziening voldoet aan de eisen zoals gesteld in Europese richtlijnen;
d. Collectief Vraagafhankelijk Vervoer: vervoer van deur tot deur op afroep met gedeeld gebruik van een taxi (afgekort CVV);
e. College: college van burgemeester en wethouders;
f. Ferm Werk: uitvoeringsorganisatie Wet werk en bijstand gemeente Woerden;
g. Pgb: Persoonsgebonden budget;
h. Verordening: Verordening Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Woerden 2015;
i. Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;
j. WoerdenWijzer: wanneer een inwoner uit de gemeente Woerden een ondersteuningsvraag heeft kan hij deze melden bij WoerdenWijzer.nl;
k. Woningaanpassingen voor minderjarigen: nagelvaste/niet-roerende aanpassingen aan de woning van de ouders/verzorgers van minderjarigen;
I. ZIN: zorg in natura; hier te lezen als een maatwerkvoorziening in natura.
Artikel 2 Persoonsgebonden budget
Grondslag: artikel 10, lid 4 en lid 5 en artikel 12 van de Verordening
2.1 Diensten: tarief, kwaliteit en omvang
De noodzakelijke functionele en kwaliteitseisen van de maatwerkvoorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget (Pgb) moeten worden vermeld in de bijlage bij de beschikking waardoor veiligheid, doeltreffendheid en cliëntgerichtheid zijn gewaarborgd.
a. De hoogte van een Pgb voor Begeleiding professioneel is 100% ZIN.
b. De hoogte van een Pgb voor Begeleiding particulier/sociaal netwerk is het tarief ZIN minus €0,01.
Er wordt hierbij uitgegaan van de tarieven, zoals die zijn overeengekomen in de contracten voor zorg in natura. De tarieven voor begeleiding zijn te vinden op de volgende website: https://inkooputrechtwest.nl/inkoop/tarieven-en-productcodelijsten/
2.3 Pgb Huishoudelijke Ondersteuning
2.3.1 Tarieven voor Hulp bij het Huishouden (HH).
a. De hoogte van een Pgb voor HH professioneel is 100% ZIN.
b. De hoogte van een Pgb voor HH particulier/sociaal netwerk is het tarief ZIN minus €0,01.
c. De vaststelling van de hoogte van het Pgb voor hulp bij het huishouden vindt plaats op basis van het aantal uren.
d. Tarieven HH1 en HH2 professioneel:
2.4 Pgb Wonen, vervoer en rolstoel
2.4.1 Tarieven voor hulpmiddelen en woningaanpassingen
1. De hoogte van een Pgb voor een maatwerkvoorziening in de vorm van een hulpmiddel of woningaanpassing wordt bepaald door de kostprijs van de voorziening die de aanvrager op dat moment zou hebben ontvangen als de voorziening in natura zou zijn verstrekt.
2. Dit bedrag is inclusief het aanpassen van de voorziening (het programma van eisen) en tevens aangevuld met de kosten voor de instandhouding, zoals - en voor zover nodig - keuring, onderhoud, reparatie en verzekering. Deze aanvulling voor de kosten van de instandhouding bedraagt jaarlijks 6% van de aanschafwaarde. Met betrekking tot de scootmobiel is het jaarlijks 6% van het zorg in nature tarief ongeacht de aanschafwaarde.
3. Voor hulpmiddelen of individuele aanpassingen aan hulpmiddelen, die niet binnen de categorieprijzen van bijlage 2 vallen, wordt de hoogte van het Pgb bepaald door een offerte van de gecontracteerde leverancier hulpmiddelen.
1. Bij verstrekking van een niet-roerende woonvoorziening c.q. woningaanpassing wordt de hoogte van het Pgb bepaald door een, door het college geaccepteerde, offerte.
2. Als de verstrekking in natura een tweedehands voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de zaak technisch is afgeschreven, rekening houdend met onderhoud en verzekering.
2.4.2 Tarieven (bruikleen) autokosten en (rolstoel) taxikosten
Bij de vaststelling van de hoogte van het Pgb voor (bruikleen) auto- en (rolstoel)taxikosten wordt uitgegaan van maximaal 2.500 km op jaarbasis.
2.4.3 Pgb voorziening voor kinderen
Een Pgb voor voorzieningen voor kinderen wordt maandelijks verstrekt en is gelijk aan het bedrag van door de gemeente te betalen huurprijs aan de leverancier, indien de verstrekking in natura zou hebben plaatsgevonden.
a. Een Pgb moet gebruikt worden voor de aanschaf/realisering van de voorziening waarvoor deze is verstrekt.
b. Het college monitort steekproefsgewijs of de maatwerkvoorzieningen worden gebruikt of besteed ten behoeve van het doel waarvoor ze verstrekt zijn.
Een met een Pgb aangeschafte woonvoorziening, vervoersvoorziening of rolstoelvoorziening wordt, bij ongewijzigde omstandigheden, geacht minimaal 5 jaar te voorzien in de vermindering van de belemmering, tenzij de leverancier van de gemeentelijke voorziening in natura een andere afschrijvingstermijn aangeeft. Er kan alleen opnieuw een Pgb worden verstrekt als:
a. een afkeuringsrapport van de voorziening wordt overgelegd en de 5 jaar is verstreken, tenzij de leverancier van de gemeentelijke voorziening in natura een andere afschrijvingstermijn af heeft gegeven;
b. er sprake is van gewijzigde omstandigheden;
c. er sprake is van niet aan cliënt verwijtbare calamiteiten.
a. Een sportvoorziening wordt ook gezien als maatwerkvoorziening.
b. Het Pgb bedraagt eenmalig maximaal € 3.200,- (prijspeil 2016), welk bedrag bedoeld is als tegemoetkoming in aanschaf, keuring, onderhoud en reparatie van de voorziening.
c. De verstrekking voor een sportvoorziening geldt voor een periode van 3 jaar.
d. Voor de sportvoorziening is de door de leverancier opgegeven afschrijvingstermijn bepalend.
a. De beoordeling of gebruik wordt gemaakt van het opleggen van een verhuisverplichting zoals bedoeld in artikel 12 van de verordening vindt alleen plaats indien de aanpassing van de woning een bedrag van € 9.000,- te boven gaat;
b. Het Pgb voor een maatwerkvoorziening als tegemoetkoming in de verhuiskosten bedraagt:
i. €2.400,- Bij verhuizing naar een adequate en/of beter aanpasbare woning binnen de gemeente
ii. €2.400,- Indien een aanvrager op verzoek van de gemeente verhuist van een inadequate woning naar een aangepaste woning buiten de gemeente.
iii. €4.800,-. Verstrekking aan een persoon, die op verzoek van de gemeente ten behoeve van een gehandicapte de woonruimte, bestemd voor permanente bewoning, heeft ontruimd.
iv. Uitbetaling van het Pgb vindt plaats na overlegging van het getekende huurcontract of het getekend koopcontract. Indien de verhuizing niet plaatsvindt, dient het uitbetaalde bedrag per omgaande te worden terugbetaald.
Voor het bezoekbaar of toegankelijk maken van een kamer/toilet in een woning wordt eenmalig een maximaal bedrag van €4.600,- beschikbaar gesteld.
De meerwaarde die door het treffen van een voorziening is ontstaan, dient bij verkoop van de woning gedeeltelijk aan de gemeente te worden teruggestort.
1 voor het eerste jaar 100% van de meerwaarde,
2 voor het tweede jaar 80% van de meerwaarde,
3 voor het derde jaar 60% van de meerwaarde,
4 voor het vierde jaar 40% van de meerwaarde,
5 voor het vijfde jaar 20% van de meerwaarde,
6 in alle gevallen minus het bedrag van het eigen aandeel dat voor rekening van de eigenaar is gekomen.
Artikel 3 Bijdrage maatwerkvoorzieningen
Grondslag: artikel 16 van de Verordening
3.1 Uitzonderingen eigen bijdrage maatwerkvoorzieningen
De wet en het college bepalen in voorkomende gevallen welke uitzonderingen aan bepaalde groepen toegekend worden. Er wordt een bijdrage gevraagd voor alle maatwerkvoorzieningen met uitzondering van onder andere deze voorzieningen of situaties:
a. Collectief Vraagafhankelijk Vervoer, (zie artikel 3.2 van dit Financieel Besluit over de ritbijdrage),
c. (Bruikleen)auto en (rolstoel)taxikosten,
d. Vervoersvoorzieningen voor minderjarige cliënten,
f. Hulpmiddelen voor minderjarigen,
g. Bij verblijf in een instelling voor opvang of bij bestaande schuldenproblematiek,
h. Als minderjarige inwonende kinderen dringend zorg nodig hebben,
i. Als er reeds een eigen bijdrage is geïnd voor zorg vanuit de Wlz of voor beschermd wonen vanuit de Wmo.
Afhankelijk van de persoonlijke omstandigheden van de cliënt en het te leveren maatwerk kan er van deze (indicatieve) lijst worden afgeweken.
3.2 Ritbijdrage Collectief Vraagafhankelijk Vervoer
a. Met de vervoerspas kan per enkele reis maximaal 5 openbaar vervoerszones worden gereisd tegen gereduceerd tarief (€0,65 per zone, prijspeil 2016).
b. De vervoerskosten voor een begeleider, die meereist met de cliënt op grond van een medische indicatie voor begeleiding tijdens het vervoer, komen voor rekening van de gemeente.
Bij de verstrekking van een maatwerkvoorziening wordt een eigen bijdrage vastgesteld en geïnd door het CAK. De eigen bijdrage wordt over de periode van 5 jaar uitgesmeerd, met uitzondering van huishoudelijke hulp, dagbesteding en begeleiding. Hierbij wordt de eigen bijdrage vastgesteld en geïnd zolang er gebruik van gemaakt wordt.
Alle cliënten met één of meer maatwerkvoorzieningen uit de Wmo betalen, ongeacht inkomen of vermogen, maximaal € 17,50 aan eigen bijdrage per periodebijdrage. Uitgezonderd zijn de cliënten die gebruik maken van beschermd wonen (zorg in natura) en maatschappelijke opvang. Zij blijven een inkomensafhankelijke eigen bijdrage betalen. De maximale periodebijdrage van € 17,50 geldt bovendien niet voor niet AOW-gerechtigde meerpersoonshuishoudens. Voor deze groep is de eigen bijdrage op nihil gesteld.
Meer informatie over de eigen bijdrage is te vinden op de website van het CAK: www.hetcak.nl
3.3.3 Eigen bijdrage woningaanpassing minderjarigen
Bij woningaanpassingen voor minderjarigen wordt maximaal een kostprijs van €15.000 aan het CAK doorgegeven.
Grondslag: artikel 17 lid 1 van de Verordening
4.1 Deskundigheid beroepskrachten van zorgaanbieders
1. De aanbieder is verplicht bij het verstrekken van de maatwerkvoorziening de CAO Verpleeg- en verzorgingshuizen en Thuiszorg (CAO WT), de Collectieve Arbeidsovereenkomst Geestelijke Gezondheidszorg (CAO GGZ), de CAO Gehandicaptenzorg of de CAO Welzijn, afhankelijk van welke CAO van toepassing is, in acht te nemen.
2. De aanbieder zet personeel in dat beschikt over de gangbare, aantoonbare competenties en vaardigheden die nodig zijn om de benodigde activiteiten uit te voeren. De competentie en vaardigheden moeten in overeenstemming zijn met de functieprofielen in de genoemde Cao’s en/of de wettelijke eisen en/of door de branche vastgestelde basisprofielen. Deze eisen geldt zowel voor medewerkers als voor ingehuurd personeel zoals ZZP-ers.
3. De aanbieder dient zijn dienstverlening van voldoende kwaliteit te laten zijn, blijkend uit het insturen van een geldig, binnen zijn branche gangbaar, kwaliteitscertificaat (HKZ), in ieder geval betrekking hebbend op de zorg, maatschappelijke en/of aanpalende dienstverlening of een gelijkwaardig bewijs of certificaat.
In voorkomende gevallen wordt, indien van toepassing, een programma van eisen (PvE), toegevoegd aan de beschikking en worden de vereisten en kwaliteit van de aan te schaffen maatwerkvoorziening in de vorm van een hulpmiddel, woningaanpassing, rolstoelvoorziening en vervoersvoorziening zo nauwkeurig mogelijk omschreven. De voorziening moet voldoen aan dit bij de indicatie opgestelde programma van eisen en zijn voorzien van een CE-markering indien van toepassing.
Artikel 5 Meldingsregeling calamiteiten en geweld
Grondslag: artikel 19, lid 1 en 4 van de Verordening
5.1 Melding Het college draagt zorg dat lokale meldingen conform het protocol doorgeleid worden naar het regionaal Veilig Thuis dat in Utrecht is gevestigd.
5.2 Toezichthoudende ambtenaar en handhaving
Door het college is de functie van de toezichthoudende ambtenaar bij de GGD-rU belegd.
Artikel 6 Jaarlijkse waardering mantelzorgers
Grondslag: artikel 20 van de Verordening
1. Het college zorgt, in samenwerking met derden, dat een jaarlijks blijk van waardering voor de mantelzorger wordt uitgevoerd.
2. Het college kan in de nadere regeling aangeven op welke wijze dit vorm gegeven wordt.
Artikel 7 Artikel 7 Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen
Grondslag: artikel 21 van de Verordening
Een inwoner heeft recht op een premiebijdrage voor zijn ziektekostenverzekering als deze chronisch ziek of gehandicapt is of een andere blijvende aandoening heeft en als er sprake is van substantieel extra kosten die het gevolg zijn van deze chronische ziekte, handicap of aandoening en als de inwoner de gestelde inkomensgrens en vermogensgrens (de toepasselijke bijstandsnorm) niet overschrijdt. De regels zijn vastgelegd in de ‘Verordening tegemoetkoming meerkosten zorg gemeente Woerden 2017’. De hoogte van de tegemoetkoming is voor 2018 hetzelfde als voor 2017, zijnde € 260,- per jaar.
De in dit besluit geldende bedragen kunnen jaarlijks door burgemeester en wethouders worden aangepast conform het percentage uit de mei- of septembercirculaire van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Uitzonderingen op het eerste lid vormen de bedragen voor de eigen bijdragen en financiële tegemoetkomingen zoals genoemd in de Algemene Maatregel van Bestuur, behorende bij de Wmo. Deze bedragen kunnen jaarlijks worden gewijzigd aan de hand van de prijsindex voor de gezinsconsumpties (CBS).
Vergoedingen voor taxivervoer kunnen jaarlijks worden aangepast conform de afspraken die gemaakt zijn met de vervoerders (NEA-index).
1. Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.
2. “Het Financieel Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Woerden 2016” wordt ingetrokken met ingang van de datum van inwerkingtreding van “het Financieel Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Woerden 2018”.
3. In tegenstelling tot hetgeen in het eerste lid is bepaald, treedt artikel 3.3.3 van dit besluit met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2015.