Organisatie | Leudal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Leudal |
Citeertitel | Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Leudal |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-03-2018 | 01-01-2018 | 01-01-2020 | Nieuwe regeling | 20-02-2018 Gemeenteblad 2018, 42070 | Onbekend |
Burgemeester en wethouders van Leudal
gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet;
mede gelet op het reglement houdende bepalingen ten aanzien van de ambtenaren van de burgerlijke stand, de buitengewone ambtenaren van de burgerlijke stand en de openstelling van het bureau van de burgerlijke stand, kortweg ‘het Reglement op de burgerlijke stand” genoemd, zoals vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van de gemeente Leudal van 20 februari 2018;
gehoord het georganiseerd overleg d.d. 6 februari 2018;
RECHTSPOSITIEREGELING VOOR DE BUITENGEWOON AMBTENAAR BURGERLIJKE STAND VAN DE GEMEENTE LEUDAL
Artikel 5 Aanspraken bij ziekte
Voor toepassing van dit artikel wordt onder salaris verstaan: het gemiddelde van het totaal aan vergoedingen bedoeld in artikel 3, over de 12 maanden onmiddellijk voorafgaande aan de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar. Voor zover het dienstverband van de ambtenaar op deze datum nog geen 12 maanden heeft geduurd, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand is toegekend over de periode waarin hij in dienst is.
Artikel 7 Overige rechten en plichten
De artikelen 3:21, 15:1, 15:1b tot en met 15:1g, 15:1:12, 15:1:15, 15:1:16, 15:1:19, 15:1:20, 15:1:23 tot en met 15:1:25 en 15:2 van de CARUWO zijn van overeenkomstige toepassing..
De buitengewoon ambtenaar die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens schuldig maakt aan plichtsverzuim, kan disciplinair worden gestraft, overeenkomstig hoofdstuk 16 van de CARUWO.