Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ooststellingwerf

Klachtenregeling ongewenst gedrag gemeente Ooststellingwerf

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOoststellingwerf
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingKlachtenregeling ongewenst gedrag gemeente Ooststellingwerf
CiteertitelKlachtenregeling ongewenst gedrag gemeente Ooststellingwerf
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

CAR-UWO

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-03-201801-01-2018Nieuwe regeling

23-01-2018

Nieuwe Ooststellingwerver, 7 maart 2018

College, 23 januari 2018, nr. 5.a.2.

Tekst van de regeling

Intitulé

Klachtenregeling ongewenst gedrag gemeente Ooststellingwerf

Klachtenregeling ongewenst gedrag gemeente Ooststellingwerf

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

Deze regeling verstaat onder:

  • a.

    Bestuursorgaan: het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    Directie: de gemeentesecretaris/algemeen directeur die namens het bestuursorgaan belast is met de uitvoering van de regeling;

  • c.

    Ongewenst gedrag: gedrag dat valt binnen de begrippen (seksuele) intimidatie, agressie, geweld en pesten zoals bedoeld in artikel 1, derde lid, sub e. van de Arbeidsomstandighedenwet, alsmede discriminatie zoals bedoeld in de Algemene wet gelijke behandeling en dat zich kenmerkt door ongewenstheid of dwang, waartoe in ieder geval wordt gerekend:

    • 1.

      seksuele intimidatie: ongewenste seksuele toenadering, verzoeken om seksuele gunsten of ander verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag van een seksuele aard;

    • 2.

      agressie, geweld en pesterijen: voorvallen waarbij een persoon psychisch of fysiek wordt lastiggevallen, bedreigd of aangevallen, onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met het verrichten van arbeid;

    • 3.

      onheuse bejegening: negeren, doodzwijgen, misbruik van macht, intimidatie, manipulatie, openlijke terechtwijzing van een persoon onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met het verrichten van arbeid, waarbij tevens sprake is van de volgende punten:

      • ·

        onderwerping aan dergelijk gedrag wordt, hetzij expliciet hetzij impliciet, gehanteerd als voorwaarde voor de tewerkstelling van een persoon;

      • ·

        onderwerping aan of afwijzing van dergelijk gedrag door een persoon wordt gebruikt als basis voor beslissingen die het werk van de persoon raken;

      • ·

        dergelijk gedrag heeft het doel de werkprestaties van een persoon aan te tasten en/of een intimiderende, vijandige of onaangename werkomgeving te creëren, dan wel heeft het gevolg dat de werkprestatie van een persoon worden aangetast en/of een intimiderende, vijandige of onaangename werkomgeving wordt gecreëerd.

  • c.

    Klacht: een bij intern adviseur, vertrouwenspersoon of de landelijke klachtencommissie ongewenst gedrag ingediende, gemotiveerde klacht met betrekking tot ongewenst gedrag.

  • d.

    Klager: de natuurlijke persoon die een klacht heeft ingediend;

  • e.

    Aangeklaagde: een persoon, die werkzaam is of is geweest in organisatie van de gemeente en over wie een klacht is ingediend

  • e.

    Vertrouwenspersoon: een functionaris, zoals bedoeld in artikel 4 van deze regeling;

  • f.

    Intern adviseur: een persoon die door zijn functie een geheimhoudingsplicht heeft en die door een medewerker in vertrouwen wordt geraadpleegd over de procedure rond ongewenst gedrag;

  • g.

    Klachtencommissie: de Landelijke Klachtencommissie ongewenst gedrag voor de decentrale overheid zoals bedoeld in artikel 10 van deze regeling.

Artikel 2. Voorkoming ongewenst gedrag

  • 1.

    Binnen de organisatie van de gemeente Ooststellingwerf wordt agressie, (seksuele) intimidatie, discriminatie, pesten en ander ongewenst gedrag op welk niveau dan ook- niet geaccepteerd. Deze regeling beoogt willekeur en/of een onzorgvuldige behandeling binnen onze organisatie te voorkomen en te bestrijden. Medewerkers die onverhoopt toch te maken krijgen met dit soort van ongewenst gedrag wordt de gelegenheid gegeven om daaraan een einde te maken.

  • 2.

    De organisatie voert een samenhangend beleid, dat agressie, geweld, discriminatie, (seksuele) intimidatie en ander ongewenst gedrag voorkomt en bestrijdt.

  • 3.

    Een medewerker die geconfronteerd wordt met ongewenst gedrag probeert dat eerst zelf bespreekbaar te maken met de betrokkene(n) en/of te bespreken met de leidinggevende of de interne adviseur. Als dat niet kan of te weinig oplevert kan de medewerker contact opnemen met de externe vertrouwenspersoon.

Artikel 3. Reikwijdte

Deze regeling is van toepassing op een ieder die werkzaam is of is geweest bij de gemeente Ooststellingwerf, als medewerker, collegelid, uitzend- of inleenkracht, stagiaire, vrijwilliger. Tot twee jaar na uitdiensttreding.

Artikel 4. De vertrouwenspersoon en de interne adviseur

  • 1.

    Het bestuursorgaan wijst een externe vertrouwenspersoon ongewenst gedrag en een interne adviseur aan.

  • 2.

    De vertrouwenspersoon wordt belast met de eerste opvang en begeleiding van personen met klachten over agressie, geweld, discriminatie, (seksuele) intimidatie en ander ongewenst gedrag die daarover willen praten.

  • 3.

    De interne adviseur is intern aanspreekpunt voor wat betreft de informatie over de te nemen stappen.

  • 4.

    De vertrouwenspersoon en de interne adviseur zijn te allen tijde verplicht tot geheimhouding omtrent alle zaken die zij in hun functie vernemen. Deze plicht tot geheimhouding geldt niet ten opzichte van de klachtencommissie, klager, artsen en justitie.

  • 5.

    De vertrouwenspersoon en de interne adviseur ondernemen geen stappen zonder toestemming van de klager.

  • 6.

    De vertrouwenspersoon en de interne adviseur zijn voor de uitvoering van hun taken uitsluitend aan het bestuursorgaan verantwoording schuldig.

  • 7.

    Het bestuursorgaan stelt beide in de gelegenheid hun taken naar behoren te vervullen.

Artikel 5. Meldingsprocedure

  • 1.

    Een ieder die met ongewenst gedrag wordt geconfronteerd kan zich wenden tot de vertrouwenspersoon en/of de interne adviseur voor advies.

  • 2.

    Een klacht kan bij de directie, de leidinggevende, de interne adviseur, de leidinggevende of, indien dat alles niet mogelijk is, bij de landelijke klachtencommissie worden ingediend.

  • 3.

    Een klacht kan door meerdere personen tezamen worden ingediend.

  • 4.

    Een klager heeft ook de mogelijkheid zijn klacht rechtstreeks in te dienen bij de klachtencommissie ongewenst gedrag zoals bedoeld in artikel 10 van deze regeling.

  • 5.

    Anonieme klachten worden niet in behandeling genomen.

  • 6.

    Ook de aangeklaagde heeft recht op ondersteuning van een vertrouwenspersoon.

Artikel 6. Taken vertrouwenspersoon

  • 1.

    De vertrouwenspersoon zal de persoon die een klacht heeft inzake agressie, geweld, discriminatie, (seksuele) intimidatie en ander ongewenst gedrag aanhoren, bijstaan, begeleiden en van advies dienen.

  • 2.

    De vertrouwenspersoon zal de klager desgewenst ondersteunen bij het indienen van een klacht bij de klachtencommissie en/of –indien het een strafbaar feit betreft- bij het doen van aangifte bij de politie.

  • 3.

    Voor zover nodig en gewenst, betrokkene te verwijzen naar gespecialiseerde hulpverleningsinstanties.

  • 4.

    Wanneer er sprake is van een vermoedelijk strafbaar feit, de klager te wijzen op de mogelijkheid van strafrechtelijke stappen en te begeleiden ingeval van aangifte;

  • 5.

    Het onderhouden van contact met de klager om te bezien of het indienen van de klacht niet leidt tot repercussies voor de klager en om te bezien of, nadat de klacht is afgehandeld, de aanleiding van de klacht daadwerkelijk is weggenomen.

  • 6.

    Het registreren van de aard en de omvang van de klachten overeenkomstig het gestelde in artikel 1 lid c.

  • 7.

    Het jaarlijks schriftelijk verslag uitbrengen aan het bestuursorgaan over de werkzaamheden van de vertrouwenspersoon.

  • 8.

    De vertrouwenspersoon verricht geen handelingen dan na overleg met- en toestemming van – de medewerker die de klacht heeft ingediend.

  • 9.

    De vertrouwenspersoon dient bij de uitoefening van de functie ook rekening te houden met de rechten van de aangeklaagde.

  • 7.

    De vertrouwenspersoon zal de directie en andere relevante bedrijfsonderdelen gevraagd en ongevraagd adviseren op het gebied van preventie en bestrijding van ongewenst gedrag.

Artikel 7 Behandeling van de interne melding

  • 1.

    De directie stelt de klager en de aangeklaagde in de gelegenheid te worden gehoord. Van dit gesprek wordt een verslag gemaakt.

  • 2.

    De directie kan vervolgens besluiten tot een eigen onderzoek naar aanleiding van de klacht of kan opdracht geven voor een extern onderzoek.

  • 3.

    Als de directie besluit geen onderzoek in te stellen, informeert zij de klager.

Artikel 8 Standpunt van de werkgever

  • 1.

    De directie informeert de klager binnen acht weken na de klacht schriftelijk over het standpunt met betrekking tot de klacht en tot welke stappen de melding heeft geleid.

  • 2.

    Als duidelijk is dat het standpunt niet binnen acht weken kan worden gegeven, dan informeert de werkgever de melder daar schriftelijk over. Daarbij wordt aangegeven binnen welke termijn de melder het standpunt tegemoet kan zien. Als de totale termijn daardoor meer dan twaalf weken is, wordt dit gemotiveerd.

  • 3.

    De personen op wie de klacht betrekking heeft, worden op dezelfde manier geïnformeerd als de klager.

  • 4.

    Een afschrift van de beslissing wordt aan de direct betrokkenen gestuurd.

  • 5.

    Indien één van de betrokkenen het niet eens is met de beslissing van de directie dan kan deze zich rechtstreeks wenden tot de directie met een meer redenen omkleed schriftelijk bezwaar. De directie zal binnen 14 dagen schriftelijk op het bewaar reageren. Indien de reactie van de directie niet bevredigend is voor de betrokkene, dan kan hij zich alsnog wenden tot de landelijke klachtencommissie.

Artikel 9. De landelijke klachtencommissie ongewenst gedrag- externe procedure-

  • 1.

    Het bestuursorgaan is aangesloten bij de Klachtencommissie ongewenst gedrag voor de decentrale overheid.

  • 2.

    De commissie heeft tot taak een klacht te onderzoeken en daarover advies uit te brengen aan het bevoegd gezag. De werkwijze van de klachtencommissie en de procedure voor het indienen en afhandelen van een klacht bij de commissie zijn neergelegd in de regeling klachtencommissie ongewenst gedrag voor de gemeentelijke overheid.

Artikel 10. Sancties en maatregelen

  • 1.

    Na ontvangst van de rapportage van de landelijke klachten commissie of na afloop van het interne onderzoek zal er een beslissing worden genomen over de te nemen maatregelen op individueel niveau

  • 2.

    Afhankelijk van de zwaarte van de klacht(en) kunnen door de directie, conform de richtlijnen in de CAR-UWO, onder andere de volgende sancties worden opgelegd aan degene tegen wie een gegronde klacht is gericht:

    • -

      schriftelijke berisping

    • -

      schorsing

    • -

      geldboete

    • -

      Overplaatsing

    • -

      Ontslag

  • 3.

    Indien blijkt dat de geuite klacht ongegrond is, dan zal de directie de nodige maatregelen nemen om de situatie op de werkplek te normaliseren. De klachtencommissie zal daarover advies worden gevraagd.

  • 4.

    Indien sprake is van een bewuste valse klacht, dan zal de directie gepaste maatregelen nemen om degene tegen wie de klacht is gericht te rehabiliteren. Ook zullen gepaste maatregelen genomen worden tegen degene die de valse klacht bewust heeft ingediend. De klachtencommissie zal daarover om advies worden gevraagd.

Artikel 11. Niet voorziene gevallen

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het bestuursorgaan.

Artikel 12. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als "Klachtenregeling ongewenst gedrag gemeente Ooststellingwerf".

  • 2.

    Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze regeling wordt de Klachtenregeling ongewenst gedrag van 1 januari 2010 ingetrokken.

  • 3.

    De klachtenregeling treedt in werking op 1 januari 2018.

Burgemeester en wethouders van Ooststellingwerf,

, secretaris

, burgemeester.