Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Eemnes

Verordening op de heffing en de invordering van afvalsotffenheffing 2018

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEemnes
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van afvalsotffenheffing 2018
CiteertitelVerordening Afvalstoffenheffing 2018
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet milieubeheer
  2. Gemeentewet
  3. Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2018Nieuwe regeling

27-11-2017

Gemeenteblad

224575

Tekst van de regeling

Intitulé

Raadsbesluit nr. 2017/

De raad van de gemeente Eemnes

gelezen het voorstel van het College d.d. 26 september 2017;

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer en de artikelen 216 en 156 van de Gemeentewet;

besluit:

de navolgende

Verordening op de heffing en de invordering van Afvalstoffenheffing 2018

vast te stellen:

Artikel 1 Aard van de belasting

Onder de naam "Afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer, een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit of beperkt recht of persoonlijk recht van het perceel feitelijk gebruik maakt;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar

  • 1.

    Indien dat perceel wordt gebruikt door één persoon € 160,16.

  • 2.

    Indien dat perceel wordt gebruikt door meer dan één persoon € 254,54

  • 3.

    Bij gebruik van meer dan één grijze minicontainer of meer dan één

groene minicontainer, wordt de belasting genoemd, onder 1. en 2.

van dit artikel, verhoogd per minicontainer met: € 333,00

Artikel 4 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 6 Belastingschuld

  • 1.

    De belasting over het volle belastingjaar wordt geheven van degene, die op de eerste dag van het kalenderjaar belastingplichtig is.

  • 2.

    Degene die in de loop van het kalenderjaar belastingplichtig wordt, is belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het in artikel 3 genoemde tarief, als er na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden in het belastingjaar overblijven.

Artikel 7 Vermindering, ontheffing en teruggaaf

Degene, die in de loop van het kalenderjaar ophoudt belastingplichtig te zijn kan aanspraak maken op vermindering, ontheffing en/of teruggaaf van de belasting, berekend naar zoveel twaalfde gedeelten van het in artikel 3 genoemde tarief, als er na het einde van de belastingplicht nog volle kalendermaanden in het belastingjaar overblijven. Indien in de loop van het belastingjaar het aantal personen dat het perceel bewoont minder wordt dan twee, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor het belastingjaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na vermindering van het aantal personen, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in één termijn, die vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid geldt, indien de belastingschuld in de loop van het kalenderjaar ontstaat en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat het aantal termijnen over dezelfde periode als bedoeld in het tweede lid, evenredig wordt verminderd.

  • 4.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Nadere regels door het College

Het College kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening Afvalstoffenheffing 2017” van 12 december 2017 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Afvalstoffenheffing 2018".

Vastgesteld door de raad in zijn openbare vergadering van 27 november 2017.

mevrouw A. de Graaf- Gerrits R. van Benthem RA

griffier voorzitter