Organisatie | Putten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Putten 2018 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Putten 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | welzijn, maatschappelijke zorg, sociale verzekeringen |
Geen
Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Putten 2018
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | 08-01-2019 | Nieuwe regeling | 19-12-2017 Puttens Weekblad 14 februari 2018 | 649166 |
HOOFDSTUK 2 Prijzen voor te leveren diensten
Artikel 2 Kostprijzen voor te leveren diensten (zorg in natura)
Met in achtneming van het bepaalde in artikel 16 van de verordening gelden onderstaande kostprijzen voor de levering van een dienst door een derde als bedoeld in artikel 2.6.4. van de wet. Voor
Artikel 2a Tarieven voor te leveren diensten (zorg in natura) 2018
Met in achtneming van het bepaalde in artikel 16 van de verordening gelden de onderstaande tarieven voor de levering van een dienst door een derde als bedoeld in artikel 2.6.4. van de wet. Voor
Alle hiergenoemde bedragen zijn maximale bedragen inclusief btw.
HOOFDSTUK 3 Hoogte persoonsgebonden budget (pgb)
Artikel 3 Bedragen voor ondersteuning geleverd door professionele hulpverleners die werken
volgens vastgestelde kwaliteitsstandaarden
De omvang van een persoonsgebonden budget wordt bepaald door het werkelijk aantal geïndiceerde uren respectievelijke dagen per week te vermenigvuldigen ten aanzien van:
Alle hier genoemde bedragen zijn maximum tarieven inclusief btw.
Artikel 4 Bedragen voor ondersteuning geleverd door hulpverleners die niet werken volgens vastgestelde kwaliteitsstandaarden
De omvang van een persoonsgebonden budget wordt bepaald door het werkelijk aantal geïndiceerde uren per week te vermenigvuldigen ten aanzien van:
Alle hier genoemde bedragen zijn maximum tarieven inclusief btw.
Artikel 5 Bedragen voor ondersteuning geleverd door hulpverleners vanuit het sociale netwerk
De omvang van een persoonsgebonden budget wordt bepaald door het werkelijk aantal geïndiceerde uren per week te vermenigvuldigen ten aanzien van:
Alle hier genoemde bedragen zijn maximum tarieven inclusief btw.
Artikel 6 Bedragen voor maatwerkvoorziening beschermd wonen
De omvang van het persoonsgebonden budget voor de maatwerkvoorziening beschermd wonen wordt bepaald op basis van een naar omvang oplopend budget, zoals vermeld in de bijlage “persoonsgebonden budgetten beschermd wonen vanaf 1 januari 2018” bij dit Besluit.
Artikel 8 Afschrijving vloerbedekking
Bij vaststelling van de hoogte van het pgb voor de maatwerkvoorziening passen we een afschrijvingstermijn toe. Hierbij is uitgangspunt dat de vloerbedekking altijd voor een beperkte duur meegaat. De cliënt dient dus voor de vervanging van de vloerbedekking geld te reserveren. Indien een artikel is afgeschreven (veelal na acht jaar) wordt niet opnieuw een maatwerkvoorziening met hetzelfde doel verstrekt. De werkelijke kosten komen in aanmerking voor het vast te stellen pgb. Ook hierbij is het uitgangspunt goedkoopst adequaat. Materialen gekocht bij een bouw- of woonmarkt gaan voor op de materialen uit een woningspeciaalzaak.
Er is wel een afschrijvingspercentage huidige stofferingvan toepassing.
HOOFDSTUK 4 Bijdrage in de kosten
Artikel 10 Eigen bijdrage maatwerkvoorzieningen
De bedragen en de percentages die gelden voor de berekening van een eigen bijdrage voor een maatwerkvoorziening zijn gelijk aan de bedragen zoals opgenomen in hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Nadere bepalingen ten aanzien van dit besluit kunnen worden opgenomen in beleidsregels en in bijzondere gevallen kan het college ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van dit besluit, indien toepassing van dit besluit tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Voor zover de toepassing van dit besluit bij ongewijzigde omstandigheden leidt tot een lager persoonsgebonden budget ten opzichte van het voorafgaande jaar, houdt de budgethouder recht op het budget, zoals dat gold over het voorafgaande jaar.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeesters en wethouders van Putten 19 december 2017,
mr. F.E. Contant,
secretaris
H.A. Lambooij,
burgemeester
Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Putten
In de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Putten 2018 heeft de gemeenteraad het kader vastgelegd voor de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. Hierbij is bepaald dat het college nadere regels moet stellen ter uitvoering van de verordening. Daarom worden in dit besluit nadere regels gesteld betreffende:
HOOFDSTUK 2 Prijzen voor te leveren diensten
Kostprijzen voor te leveren diensten (zorg in natura)
Op grond van artikel 5.4, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 dient het college voor het vaststellen van de vaste prijs of reële prijs rekening te houden met de vastgestelde kwaliteit van de dienst en de continuïteit in de relatie tussen cliënt en hulpverlener. Met het derde lid van artikel 5.4 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 wordt een vaste prijs of reële prijs nader gedefinieerd en geconcretiseerd, zodat kan worden beoordeeld of in redelijkheid de kostprijselementen zijn verdisconteerd in een reële prijs. De kostprijselementen waar het college ten minste een vaste prijs of reële prijs op moet baseren staan hierin vermeld en zijn opgenomen in het tweede en derde lid van artikel 16 van de verordening. Het betreft de kosten van de beroepskracht, redelijke overheadkosten en overige kostprijselementen.
Om te voldoen aan de eisen die aan de vaststelling van reële kostprijzen voor thuisondersteuning worden gesteld, hebben de gemeenten in de regio Noord Veluwe en Zeewolde, waartoe ook de gemeente Putten behoort, een kostprijsonderzoek laten instellen door Adviesbureau Berenschot. Dit kostprijsonderzoek is ingesteld onder de gecontracteerde aanbieders van Wmo-diensten in onze regio. De uitkomsten van dit onderzoek geven de reële kostprijzen weer van de hulp bij het huishouden, begeleiding, kortdurend verblijf en de opslag voor vervoerskosten, voorzover het vervoer wordt uitgevoerd/geregeld door de aanbieder. Op basis van de uitkomsten van het kostprijsonderzoek zijn de kostprijzen bepaald en vastgelegd in artikel 2 van dit Besluit.
Artikel 2a Tarieven voor te leveren diensten (zorg in natura) 2018
De reële kostprijzen zoals vermeld in artikel 2 kunnen niet één op één omgezet worden naar de tarieven voor 2018. Bij de berekening van de tarieven moet met een aantal factoren rekening worden gehouden. Het gaat om de volgende factoren:
In de contracten met de huidige aanbieders Wmo zijn tarieven opgenomen. Afwijken van deze tarieven naar beneden is niet mogelijk. De tarieven uit de huidige contracten zijn de minimale tarieven die voor de diensten betaald moeten worden, ook waar uit het onderzoek is gebleken dat dit boven de reële kostprijs is. In het kader van gelijke behandeling van aanbieders geldt dit ook voor de eventuele nieuwe instroom per 2018.
Op basis van het voorgaande en rekening houdend met de in artikel 2 vastgelegde reële kostprijzen zijn de tarieven voor 2018 bepaald. Deze zijn vastgelegd in dit artikel.
HOOFDSTUK 3 Hoogte persoonsgebonden budget (pgb)
Gemeenten hebben de vrijheid om zelf de hoogte van het tarief voor het pgb te bepalen. Hierbij hebben de gemeente ook ruimte om indien gewenst te kiezen voor differentiatie binnen de tarieven.
Wel moet de gemeente in de Verordening vastleggen hoe zij de tarieven voor het pgb bepalen. Dit is vastgelegd in artikel 12 van de Verordening. De hoogte van de tarieven voor het pgb moet toereikend zijn. Dat betekent dat de tarieven in ieder geval zodanig moeten zijn om een situatie te kunnen realiseren, waarbij de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en dat deze persoon zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven.
In deze artikelen is met in achtneming van het bepaalde in artikel 12 van de Verordening vastgelegd hoe de hoogte van de verschillende budgetten wordt berekend.
Zoals in de verordening is vastgelegd wordt het pgb-tarief voor hulpverleners uit het eigen sociale netwerk bepaald op het tarief dat gehanteerd wordt bij de uitvoering van de Wet langdurige zorg voor informele hulpverleners. Voor de uitvoering van de Wet langdurige zorg is het tarief voor informele hulpverleners bepaald op € 20,00 per uur. Het betreft hier de functies van persoonlijke verzorging, verpleging en begeleiding. Daarom is in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning het tarief voor Begeleiding individueel vastgesteld op € 20,00 per uur.
Voor de uitvoering van de Wet langdurige zorg zijn er voor de hulp bij het huishouden geen tarieven voor informele hulpverleners vastgesteld. Daarom is voor het tarief voor HH-1 aansluiting gezocht bij de tarieven die in de praktijk gangbaar zijn voor een “witte” werk(st)er. Uit raadpleging van de website http://huishoudelijkehulp-vergelijken.nl en de website van de Nationale Hulpgids (http://nationalehulpgids.nl) blijkt dat de tarieven variëren van € 10,00 tot € 15,00 per uur. Daarom is het tarief voor HH-1 vastgesteld op € 12,50 per uur. Voor HH-2 wordt naast de HH-1 werkzaamheden ook ondersteuning bij regievoering gevraagd. Daarom is voor HH-2 het tarief vastgesteld op € 15,00 per uur.
De werkzaamheden voor HH-3 liggen dicht bij de werkzaamheden voor begeleiding, daarom wordt voor HH-3 aansluiting gezocht bij het tarief voor individuele begeleiding. Dit is € 20,00 per uur.
Bij de aanschaf van nieuwe materialen moet de persoon met beperkingen zich houden aan het programma van eisen, zoals gladde vloerbedekking (zeil of goedkoop laminaat) en gladde raambedekking (rolgordijn, kunststof lamelgordijn).
Het kan uit medisch oogpunt gewenst zijn om de hele woning stofvrij te maken, terwijl alleen sanering van de slaapkamer urgent is. Alleen de artikelen die urgent zijn komen in aanmerking voor vergoeding. De rest kan geleidelijk aan, passend binnen het normale uitgavenpatroon, vervangen worden.
HOOFDSTUK 4 Bijdrage in de kosten
In artikel 2.1.4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 is vastgelegd dat bij verordening kan worden bepaald dat een cliënt een bijdrage in de kosten is verschuldigd. Ook is daarin vastgelegd dat de hoogte van de bijdrage voor de verschillende soorten van voorzieningen verschillend kan worden vastgesteld. Wel is vastgelegd dat de eigen bijdrage de kostprijs niet te boven mag gaan. In de artikelen 13 en 14 van de Verordening heeft de gemeenteraad het kader voor het in rekening brengen van bijdragen voor algemene-, collectieve- en maatwerkvoorzieningen vastgelegd.
Met inachtneming van de bepalingen in de Wet en Verordening zijn in deze artikelen de te betalen maximale bijdragen vastgelegd.
De eigen bijdrage voor alle maatwerkvoorzieningen (zowel voor zorg in natura, als voor een PGB) worden berekend op basis van het inkomen en vermogen van betrokkene, zoals vastgelegd in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. In dit Uitvoeringsbesluit is vastgesteld op welke wijze de eigen bijdrage berekend moeten worden en dat het Centraal Administratiekantoor (CAK) door de Minister is aangewezen als instantie die de eigen bijdragen in het kader van de Wmo vaststelt en int.
De inhoud van deze artikelen spreken voor zich.
In verband met een wijziging van de berekeningssystematiek kan het zijn dat een cliënt met ingang van 1 januari 2018 een lager persoonsgebonden budget krijgt dan over 2017. Op grond van deze bepaling houdt de cliënt recht op het bedrag zoals dat over 2017 is toegekend, mits en zolang er sprake is van ongewijzigde omstandigheden. Bij een wijziging in de situatie van de cliënt vindt een nieuw onderzoek plaats waarbij een beoordeling plaatsvindt op basis van de dan gelden omstandigheden en regelgeving.