Organisatie | Giessenlanden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening regelende het verlenen van een tegemoetkoming in de kosten van het geven van godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aan leerlingen van de openbare scholen voor basisonderwijs 2002 |
Citeertitel | Verordening regelende het verlenen van een tegemoetkoming in de kosten van het geven van godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aan leerlingen van de openbare scholen voor basisonderwijs 2002 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
De publicatiedatum van deze regeling is niet meer te achterhalen
Gemeentewet, art. 149
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2002 | 29-09-2020 | Nieuwe regeling | 25-10-2001 Onbekend | Verordening regelende het verlenen van een tegemoetkoming in de kosten van het geven van godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aan leerlingen van de openbare scholen voor basisonderwijs 2002 |
De raad van de gemeente Giessenlanden;
overwegende, dat het gewenst is de ‘Verordening regelende het verlenen van een tegemoetkoming in de kosten van het geven van godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aan leerlingen van de openbare scholen voor basisonderwijs’ per 1 januari 2002 aan te passen in verband met de invoering van de euro;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 september 2001;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
de ‘Verordening regelende het verlenen van een tegemoetkoming in de kosten van het geven van godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aan leerlingen van de openbare scholen voor basisonderwijs’, zoals vastgesteld op 4 juli 1996;
de ‘Verordening regelende het verlenen van een tegemoetkoming in de kosten van het geven van godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aan leerlingen van de openbare scholen voor basisonderwijs 2002’.
Aan kerkelijke gemeenten, plaatselijke kerken en rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid die zich blijkens hun statuten het geven van godsdienstonderwijs ten doel stellen, als bedoeld in de artikelen 30 en 31 van de Wet op het basisonderwijs, kan ten laste van de gemeente Giessenlanden een tegemoetkoming worden verleend in de kosten, verbonden aan het geven van godsdienstonderwijs aan leerlingen van openbare scholen voor basisonderwijs in de gemeente Giessenlanden.
Aan volledige rechtspersoonlijkheid bezittende organisaties op geestelijke grondslag, die zich blijkens de statuten uitsluitend of mede het geven of doen geven van levensbeschouwelijk vormingsonderwijs ten doel stellen, kan ten laste van de gemeente Giessenlanden een tegemoetkoming worden verleend in de kosten, verbonden aan het geven van dat vormingsonderwijs aan leerlingen van de in lid 1 bedoelde scholen.
Om voor de in artikel 1 bedoelde tegemoetkoming in aanmerking te komen, dient het godsdienstonderwijs c.q. levensbeschouwelijk vormingsonderwijs gedurende de daarvoor in de activiteitenplannen gereserveerde uren in de schoolgebouwen of met toestemming van burgemeester en wethouders in andere ruimten te worden gegeven aan twee groepen leerlingen van openbare scholen voor basisonderwijs, wier ouders, voogden of verzorgers zulks wensen.
Eén groep komt overeen met één leerjaargroep met uitzondering van de groepen 7 en 8 die gecombineerd mogen worden tot één groep indien het aantal leerlingen hiertoe aanleiding geeft.
De voor het godsdienstonderwijs c.q. levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aangewezen leraren onthouden zich ervan iets te leren, te doen of toe te laten, wat strijdig is met de eerbied, verschuldigd aan de levensbeschouwing van andersdenkenden en gedragen zich overigens naar de aanwijzingen door de directeur van de school te geven. Zij verstrekken de directeur alle gewenste inlichtingen.
Aan de in artikel 1 genoemde instantie wordt per gevormde groep uit de in artikel 3 genoemde leerlingen per wekelijks lesuur van 45 minuten per kalenderjaar een tegemoetkoming verleend van 275,00. Over een gedeelte van een kalenderjaar wordt de tegemoetkoming naar rato berekend op basis van het aantal werkelijk gegeven wekelijkse lesuren, waarbij voor een vol kalenderjaar wordt uitgegaan van 40 wekelijkse lesuren per groep.
Indien met toepassing van het bepaalde in het derde lid geen groep gevormd kan worden met het in lid 2 als minimaal aangemerkt aantal leerlingen, kan de instantie, bedoeld in artikel 1, na voorafgaande toestemming van burgemeester en wethouders, de groepsvorming doen plaatsvinden door het combineren van leerlingen van de groepen 7 en 8 van verschillende openbare scholen voor basisonderwijs in Giessenlanden.
Voor het verkrijgen van de tegemoetkoming zendt de in artikel 1 bedoelde instantie binnen een maand na afloop van het kalenderjaar aan burgemeester en wethouders per school een verzoek vermeldende:
Geen tegemoetkoming wordt verleend indien aan de bepalingen van deze verordening niet wordt voldaan.
Ten aanzien van zaken, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.
1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2002.
2. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening regelende het verlenen van een tegemoetkoming in de kosten van het geven van godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aan leerlingen van de openbare scholen voor basisonderwijs 2002’.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad
van de gemeente Giessenlanden d.d. 25 oktober 2001,