Organisatie | Woerden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2018 |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening toeristenbelasting 2017
Gemeentewet, art. 224
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 20-12-2017 Gemeenteblad 2017, 230667 | 230667/2017 |
Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente.
1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.
2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.
3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.
De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
1. van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;
2. van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.
Artikel 5 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:
kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, caravan dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
kamers: woningen en andere verblijfsruimten, of gedeelten daarvan, niet zijnde vakantie-onderkomens, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden, doch welke in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur worden aangeboden.
2. Het aantal personen dat heeft overnacht wordt bepaald op het aantal slaapplaatsen per hotel, kampeermiddel, vaste standplaats, vakantie-onderkomen, woning, particulier verhuurde woning, kamer en vaartuig gelegen in de passantenhaven.
3. Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde aantal personen per slaapplaats is overnacht, wordt ingeval van het aanbieden van verblijf, gehouden op het volgende aantal:
Artikel 6 Afwijkende maatstaf van heffing
Op een door de belastingplichtige, bedoeld in artikel 2 gedaan schriftelijk verzoek wordt de maatstaf van heffing vastgesteld op het door de belastingplichtige door middel van een nachtregister aan te geven werkelijke aantal overnachtingen indien blijkt dat dit afwijkt van het op grond van artikel 5, lid 3 berekende aantal.
1. voor hotels: € 1,48 per persoon per overnachting
2. voor overige verblijven: € 1,10 per persoon per overnachting
3. voor standplaatsen: € 52,68 per standplaats per jaar
1. voor hotels: € 1,50 per persoon per overnachting
2. voor overige verblijven: € 1,12 per persoon per overnachting
Een belastingaanslag wordt niet opgelegd als het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, tijdens het belastingjaar minder dan tien zal of heeft belopen.
Artikel 11 Termijnen van betaling
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, dat schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaar, als bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet.