Organisatie | Den Helder |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Afvalstoffenverordening Den Helder 2018 |
Citeertitel | Afvalstoffenverordening Den Helder 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-02-2020 | 04-02-2020 | wijziging artikel 7 | 16-12-2019 | RB19.0116 | |
05-02-2018 | 04-02-2020 | Nieuwe regeling | 22-01-2018 | RVO17.0068 |
De raad van de gemeente Den Helder;
gelezen het raadsvoorstel nummer RVO17.0068 van het college van burgemeester en wethouders van Den Helder van 28 november 2017;
kennis genomen hebbende van de voorbereidende commissievergadering Stadsontwikkeling en -beheer op 9 januari 2018;
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:
k.straatafval: huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvang en gewicht, zoals
proppen, papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic bekertjes en blikjes, verpakkingsmateriaal, etenswaren, niet zijnde kleine chemisch afval, ontstaan buiten een perceel;
l.terinzamelingaanbieden: de wijze van overdragen van afvalstoffen aan de daartoe aangewezen
inzameldienst dan wel een inzamelend persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe of vanwege de inzameldienst dan wel de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of voorzieningen of op een daartoe aangewezen plaats;
Artikel 5 Persoonlijk karakter van de vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens verordening anders is bepaald.
Hoofdstuk 3 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 13 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen
Artikel 15 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel
Het is voor de gebruiker van een perceel ten behoeve van wie krachtens artikel 9 voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen een inzamelmiddel is aangewezen of van gemeentewege is verstrekt, verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via het daartoe aangewezen of verstrekte inzamelmiddel of de betreffende inzamelvoorziening of het afvalbrengstation.
Artikel 16 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen
Artikel 17 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau
Artikel 18 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een afvalbrengstation op lokaal of regionaal niveau
Artikel 21 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het college regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.
Hoofdstuk 4 Inzameling van bedrijfsafvalstoffen
Artikel 22 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst
Het college kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.
Artikel 25 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.
Artikel 28 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren
De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:
zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met de toezicht op de naleving van dit artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voor zover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.
Artikel 29 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal
Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.
Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:
Artikel 11: inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens vergunning.
Artikel 12: verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen.
Artikel 13: verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen.
Artikel 14: afzonderlijk ter inzamelen aanbieden.
Artikel 15: ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel.
Artikel 16: ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen.
Artikel 17: ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening op wijkniveau.
Artikel 18: ter inzameling aanbieden van huishoudelijke via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau.
Artikel 19: ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel. Artikel 20: dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden.
Artikel 23: ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst.
Artikel 24: het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst.
Artikel 25: voorkomen van diffuse verontreiniging.
Artikel 26: achterlaten van straatafval.
Artikel 27: voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen. Artikel 28: afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren. Artikel 29: wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal.
Artikel 30: zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden. Artikel 31: verbod opslag van afvalstoffen.
Artikel 32: afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 18.4, eerste lid, van de wet milieubeheer, aangewezen ambtenaren.
Artikel 36 Overgangsbepalingen
Vergunningen en ontheffingen verleend krachtens de Afvalstoffenverordening 2006, zoals deze voor het inwerking treden van deze verordening van toepassing was, blijven - indien en voor zover het gebod of het verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.
Voorschriften en beperkingen opgelegd op grond van de Afvalstoffenverordening 2006, zoals deze voor het inwerking treden van deze verordening van toepassing was, blijven - indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing op grond van de Afvalstoffenverordening 2006, zoals deze voor het inwerking treden van deze verordening van toepassing was, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van de onderhavige verordening toegepast.
Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing bedoeld in het eerste lid, dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip van het in werking treden van deze verordening is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de Afvalstoffenverordening 2006, zoals deze voor het inwerking treden van deze verordening van toepassing was.
In afwijking van het eerste lid, blijft een vergunning of ontheffing van kracht, totdat onherroepelijk is beslist op een aanvraag voor een, krachtens een in deze verordening overeenkomstig opgenomen gebod of verbod vereiste vergunning of ontheffing, indien deze aanvraag ten minste acht weken voor afloop van de in het eerste lid genoemde termijn bij het bevoegde bestuursorgaan is ingediend.
De intrekking van de Afvalstoffenverordening 2006, zoals deze voor het inwerking treden van deze verordening van toepassing was heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.