Organisatie | Midden-Drenthe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels subsidiëring cultuuronderwijs Midden-Drenthe |
Citeertitel | Beleidsregels subsidiëring cultuuronderwijs Midden-Drenthe |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | cultuuronderwijs |
Geen
artikel 3, de leden 2, 3 en 6 van de Algemene subsidieverordening gemeente Midden-Drenthe
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-01-2016 | nieuwe regeling | 19-01-2016 | 583304 |
Burgemeester en wethouders van Midden-Drenthe,
dat de gemeenteraad in de Cultuurnota Midden-Drenthe 2015-2020 “Een goed cultuurbeleid begunt in hoes, giet deur op schoel en giet nao schoeltied wieder”, zoals vastgesteld in de vergadering van 25 juni 2015, heeft overwogen dat er subsidie wordt verleend voor cultuureducatie en cultuuronderwijs op scholen voor basis- en voortgezet onderwijs en de toekomstige kindcentra, die gevestigd zijn in onze gemeente;
-artikel 3, de leden 2, 3 en 6 van de Algemene subsidieverordening gemeente Midden-Drenthe;
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
cultuur: alle uitingen en bronnen op het gebied van de podiumkunsten (muziek, theater en dans), de beeldende kunsten, de film, de audiovisuele media, het bibliotheekwerk, het cultureel erfgoed (musea, monumentale gebouwen en gebieden, archeologisch landschap en historische geografie, archieven), de amateurkunst en de kunst- en cultuureducatie;
cultuuronderwijs: onderwijs dat cultuur (wat mensen doen en maken) centraal stelt en dat het vermogen van leerlingen ontwikkelt om te reflecteren op cultuur. Om de vraag te kunnen beantwoorden of er sprake is van cultuuronderwijs moet worden nagegaan op welk onderwerp wordt gereflecteerd en of dat onderwerp een vorm van cultuur is. Bij cultuuronderwijs is cultuureducatie volledig geïntegreerd in het curriculum van de school;
doorgaande leerlijn: de uitwerking per leerjaar van wat een kind aan het eind van het jaar moet kennen en kunnen. Deze uitwerking is gebaseerd op de kerndoelen kunstzinnige oriëntatie, zoals vastgesteld in het Besluit vernieuwde kerndoelen WPO, en geeft daarnaast zicht op de plaats van cultuur binnen andere vakken, de aansluiting tussen primair en voortgezet onderwijs, tussen voorschoolse en schoolse periode en de aansluiting tussen het binnenschoolse en het buitenschoolse leren. Het doorgaande aan ‘de doorgaande leerlijn cultuuronderwijs’ is dat de leerervaringen cumulatief zijn en dus op elkaar voortbouwen;
Binnen twee jaren na de inwerkingtreding van deze beleidsregels wordt de subsidieverlening geëvalueerd.
Het gemeentebestuur van Midden-Drenthe wil bereiken dat kinderen van jongs af aan in aanraking komen met cultuur, zowel actief als receptief en reflectief. Cultuureducatie en cultuuronderwijs biedt kinderen en jongeren de kans om hun creatief talent te ontdekken en te ontwikkelen. Cultuureducatie kan worden vormgegeven als een apart vak op de school. Het kan ook volledig worden geïntegreerd in het curriculum van een school: dan is er sprake van cultuuronderwijs. Een illustratie daarvan is het gebruik van cultuureducatie binnen het vak Maatschappijleer in het voorgezet onderwijs, bijvoorbeeld als een theaterstuk wordt bezocht of gemaakt over een maatschappelijk thema.
Het is de wens van het gemeentebestuur dat de scholen in de gemeente Midden-Drenthe cultuuronderwijs planmatig aanpakken. Dat houdt in dat de scholen eerst een visie formuleren, met daaraan gekoppeld de kerndoelen en tussendoelen. Hieruit vloeien activiteiten voort die bijdragen aan het behalen van de geformuleerde doelen. Door het opbouwen van de leerstof wordt een doorgaande leerlijn gevolgd en kan bewust worden gestuurd op de gewenste leeropbrengsten. De school bepaalt daarbij overigens zelf wat de leeropbrengst is.
Verkeren scholen met zo’n planmatige aanpak nog in een beginstadium, dan kunnen deze scholen in de komende periode hier naar toe werken: cultuuronderwijs binnen het curriculum of cultuureducatie als apart vak.
verhouding tot Rijksregelingen
Voor cultuuronderwijs en cultuureducatie zijn er momenteel verschillende rijkssubsidieregelingen.
Naast het reguliere onderwijsbudget voor diverse culturele activiteiten van € 11,27 per leerling (de zogenoemde Prestatiebox), kunnen basisscholen in aanmerking komen voor subsidie op grond van de deelregeling Cultuureducatie met Kwaliteit (CemK), en sinds kort ook de deelregeling Impuls muziekonderwijs PO 2015-2020. Alle basisscholen in Midden-Drenthe maken via St. Compenta Drenthe gebruik van de CemK-regeling.
Het is nadrukkelijk de bedoeling dat de subsidies op grond van de gemeentelijke regeling aanvullend zijn op de bestaande rijksregelingen en het reguliere onderwijsbudget. Met de gemeentelijke subsidie kunnen zowel activiteiten worden ontplooid die aanvullend zijn op de activiteiten waarvoor rijkssubsidie is verleend, als nieuwe activiteiten.
Het spreekt vanzelf dat bij de verantwoording van de gemeentelijke subsidie wordt aangesloten bij de verantwoording zoals die in de rijksregelingen wordt vereist. De verantwoording voor de gemeente zal naast een algemene, globale verantwoording aan het Rijk/provincie een gedetailleerde verantwoording specifiek voor de gemeentelijke subsidie moeten bevatten, zodat bij de vaststelling beoordeeld kan worden waaraan de subsidie is besteed. De gemeentelijke subsidie is immers nadrukkelijk bedoeld als een aanvullende stimulering voor cultuureducatie en cultuuronderwijs. Vanzelfsprekend hebben scholen inzichtelijk waaraan (rijks- en provinciale) subsidies worden besteed. Bij eventuele vragen over de verantwoording naar de gemeente dient deze gedetailleerde informatie beschikbaar te zijn.
De in de CemK opgenomen en hieruit voortvloeiende voorwaarden voor bijvoorbeeld deskundigheid zijn ook van toepassing voor de inzet van de gemeentelijke middelen. Voor zover niet wordt gewerkt met ICC-ers, maar zoals bij Kits Primair met lifestyle coördinatoren, dient vanzelfsprekend voor adequate scholing te worden gezorgd, vergelijkbaar met de scholing voor ICC-ers (artikel 4 lid 5).
Kits Primair (openbaar onderwijs Midden-Drenthe) is momenteel bezig met het uitwerken van leerlijnen. Cultuur is daarbij onderdeel van alles wat wordt aangeboden op de door Kits Primair uitgewerkte 5 leergebieden. Dat is breder dan alleen de kerndoelen voor kunstzinnige oriëntatie. Hiervoor kan (althans een deel van) de subsidie worden aangewend.
Het voortgezet onderwijs zal op nagenoeg dezelfde wijze als bij het primair onderwijs de inzet van de gemeentelijke subsidie verantwoorden. K&C Drenthe is bereid hierbij behulpzaam te zijn.
Afgesproken is dat na twee schooljaren (2015/2016 en 2016/2017) de uitvoering van dit document en daarmee de gemeentelijke aanvullende subsidie in de vorm van een bedrag per leerling, wordt geëvalueerd. Deze evaluatie zal plaatsvinden met het oog op een goede en/of te verbeteren werking van deze beleidsregel en met het oog op een verder gaande ontwikkeling van Kindcentra in Midden-Drenthe voor kinderen van 0 tot en met 12 jaar.
Kinderen hebben recht op maximale kansen zich te ontwikkelen en hun talenten te benutten Vanuit de gedachte van de doorgaande leerlijnen, kan de educatie niet vroeg genoeg beginnen.
Er wordt gewerkt aan een verdergaande ontwikkeling van Kindcentra voor kinderen van 0 tot en met 12 jaar in Nederland. Vereist is een samenhangend stelsel van voorzieningen en regelgeving met uiteindelijk één wettelijk en financieel stelsel en één toezichtkader. Ook in Midden-Drenthe is deze ontwikkeling gaande, en worden voorbereidingen getroffen.
Om samenwerking tussen kinderopvang en primair onderwijs echt goed te kunnen vormgeven, moet eerst wel meer samenhang worden gebracht in het stelsel van voorzieningen en regelgeving op landelijk niveau. Het Kindcentrum van morgen werkt volgens één pedagogische en educatieve visie. Daarvoor is één organisatie, één wettelijk en financieel stelsel en één toezichtkader nodig, ook voor Midden-Drenthe.
Als gevolg van het dalende leerlingenaantal biedt het budget de komende jaren enige financiële vrije ruimte. Gelet op het belang dat aan de ontwikkeling van de Kindcentra wordt gehecht, zal het resterend budget op de begroting van de gemeente voor cultuureducatie en cultuuronderwijs voor de doelgroep vanaf 0 tot 4 jaar worden aangewend.