Organisatie | Borger-Odoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regenboogmodel |
Citeertitel | Regenboogmodel |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Artikel 108 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-01-2018 | Nieuwe regeling | 13-03-2014 | 14.01183 |
Regenboogmodel met de vormen van hulp- en dienstverlening in het sociaal domein inclusief de mate van impact en het kostenniveau
In de kadernota 2012-2016, ‘Meedoen naar vermogen’, stelde de gemeenteraad de kaders vast voor de herinrichting van het gemeentelijk sociaal domein. Aanleiding: de overheveling van de taakvelden, werk, jeugdzorg en maatschappelijke ondersteuning, door het rijk naar de gemeenten met ingang van 2015. De drie decentralisaties.
Twee hoofdlijnen uit de nota? Eén: een andere blik op het sociaal domein. En twee: een verbinding tussen werken, welzijn, jeugdzorg en gezondheidszorg.
De nota ‘Meedoen naar vermogen’ formuleert de volgende visie. Het is aan mensen zelf (en hun omgeving) om iedereen op een gezonde wijze te laten meedoen, jong en oud, gezin of alleenstaande. Waar dat echt niet lukt, zal de gemeente aanvullende acties ondernemen en het mogelijk maken om dit alsnog (zoveel mogelijk) voor elkaar te krijgen. Bij de visie werden de volgende uitgangspunten geformuleerd:
Toegang tot hulp- en dienstverlening
Om de hulp- en dienstverlening betaalbaar te houden moet er efficiënter worden gewerkt. Twee aspecten noemt de nota daarbij van belang.
Om dit te realiseren zal worden gewerkt met het ‘keukentafelconcept’, vanuit de vier geografische leefgebieden in de gemeente - en in de steunstees.
Hier moet het volgens ‘Meedoen naar vermogen’ bij het keukentafelgesprek om gaan.
Vaststellen of - en welke ondersteuningsbehoefte er is (zo licht - en dichtbij mogelijk).
De cliënt heeft zwaardere ondersteuning nodig en wordt ondersteund in verdere doorgeleiding naar de specialistische zorg in de tweede lijn, maar nog steeds met zoveel mogelijk eigen regie en inspanningen van de cliënt.
De regie wordt niet overgenomen! De mantelzorgers (en de vrijwilligers die mogelijk helpen) worden bij het ondersteuningsproces betrokken.
Het samenbrengen en visualiseren van visie en uitgangspunten voor de herinrichting van het sociale domein samen met de uitgangspunten voor het keukentafelgesprek, leidde bij de verdere uitwerking van ‘Meedoen naar vermogen’ tot het ontwikkelen van het bijgevoegde zogenoemde regenboogmodel.
Het regenboogmodel wil twee zaken in beeld brengen.
Het regenboogmodel geeft de sociale teams, de beleidsmakers én de cliënt bijna in een oogopslag een helder beeld van beide bovengenoemde aspecten. Het is een uitwerking van de visie, een doorontwikkeling van het beleid vanuit de inhoud, een onderlegger voor toekomstig beleid en een hulpmiddel voor de uitvoering tegelijk.
De gemeente wil - zichtbaar gemaakt in het model ook - blijven inzetten op preventie. Beginnend bij kind en huishouden. Omdat daar het begin is dat je voor jezelf leert zorgen, en voor anderen. Daar ligt de basis voor een sterke zelfvoorzienende burger. En dus voor sterke zelfvoorzienende gemeenschappen.
Vier clusters - vier kleuren: overzicht
De verschillende vormen van hulp- en dienstverlening zijn gerangschikt in de volgende vier clusters (gekleurde bogen in het model).
Vanuit het huishouden gezien beginnend met:
In het model zelf staan de concrete voorbeelden van vormen van sociale hulp- en dienstverlening.
De waarde van het model ligt in het overzicht dat het geeft van de vele beschikbare vormen van voorzieningen en diensten in het sociaal domein. Maar nog meer in het feit dat het zoals gezegd, in één oogopslag zichtbaar maakt dat de voorzieningen oplopen naar zwaarte, naar impact voor de cliënt, én naar kosten voor de gemeente.
Het regenboogmodel is gedurende 2013 al vele malen in zeer diverse overlegvormen, intern én extern, gepresenteerd, bediscussieerd én omarmd als basis en hulpmiddel om de vele voorzieningen in het sociaal domein concreet in beeld te brengen. Ook in het kader van de drie gedecentraliseerde werkvelden. Maar tot nu toe werd het model - in tegenstelling tot de de nota ‘Meedoen naar vermogen’, waarvan het in feite een uitwerking is - niet officieel vastgesteld.