Organisatie | Nederweert |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nederweert houdende regels omtrent maatschappelijke ondersteuning Verordening maatschappelijke ondersteuning Nederweert 2018 |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke ondersteuning Nederweert 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Nederweert 2015.
Besluit Beschermd wonen en opvang 2018 Nederweert
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-11-2018 | 01-01-2018 | 01-01-2020 | artikel 1.1, 1.2, 6.1, 6.4, 6.5, 7, | 09-10-2018 | 2018-66 |
09-02-2018 | 02-11-2018 | nieuwe regeling | 19-12-2017 | 2017-91 |
De raad van de gemeente Nederweert;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 november 2017, nr. 2017-91;
gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, derde en zevende lid, 2.1.5, 2.1.6, 2.3.6 en 2.6.6 eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, en artikel 5.4 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015;
dat burgers een eigen verantwoordelijkheid dragen voor de wijze waarop zij hun leven inrichten en deelnemen aan het maatschappelijk leven;
dat van burgers verwacht mag worden dat zij elkaar daarin naar vermogen bijstaan;
dat burgers die zelf, dan wel samen met personen in hun omgeving onvoldoende zelfredzaam zijn of onvoldoende in staat zijn tot participatie, een beroep moeten kunnen doen op ondersteuning door de gemeente, zodat zij zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen blijven wonen en participeren;
dat het noodzakelijk is om regels vast te stellen ter uitvoering van het beleidsplan als bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet met betrekking tot de ondersteuning bij de versterking van de zelfredzaamheid en participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen, beschermd wonen en opvang, en dat het noodzakelijk is om de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking te bevorderen en daarmee bij te dragen aan het realiseren van een inclusieve samenleving;
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
professionele organisatie: een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdelen a, c, d of e, van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van maatschappelijke ondersteuning;
wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorende toezicht en begeleiding, gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen, bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving; en,
Het college merkt een door cliënt ondertekend en bij het college ingediend onderzoeksverslag aan als aanvraag als bedoeld in artikel 2.3.5 van de wet.
Artikel 4. Criteria voor een maatwerkvoorziening
Een cliënt komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening als hij voldoet aan de criteria van artikel 2.3.5, derde en vierde lid, van de wet en voor zover op grond van het onderzoek als bedoeld in artikel 2.3.2 van de wet, blijkt dat de daarin genoemde mogelijkheden vanuit eigen kracht onvoldoende een oplossing bieden tot zelfredzaamheid en participatie.
Geen woonvoorziening wordt verstrekt:
voor zover het voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten betreft, anders dan automatische deuropeners, hellingbanen, het verbreden van gemeenschappelijke toegangsdeuren, het aanbrengen van drempelhulpen of vlonders of het aanbrengen van een opstelplaats bij de toegangsdeur van de gemeenschappelijke ruimte;
Artikel 6.1. Vaststellen hoogte PGB
De hoogte van een pgb wordt vastgesteld op basis van een voorziening in natura die gelijkwaardig kan worden geacht aan de ondersteuning zoals bedoeld in artikel 2.3.6, tweede lid onder c, van de wet en waarmee redelijkerwijs is verzekerd dat het pgb toereikend is om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede voorzieningen, van derden te betrekken.
Artikel 6.2 Regels voor pbg: begeleiding
Bij de vaststelling van de hoogte van het pgb hanteert het college de volgende categorieën:
Maximaal 100% van het AWBZ tarief bedoeld in het derde lid indien het pgb wordt aangewend om een maatwerkvoorziening in te kopen bij:
- een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdelen a, c, d of e, van de Handelsregisterwet 2007; en
- waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in dit artikel.
Maximaal 80% van het AWBZ tarief bedoeld in het derde lid indien het pgb wordt aangewend om een maatwerkvoorziening in te kopen bij:
- een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdeel b, van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in dit artikel; en
- die toebehoort aan een zelfstandige zonder personeel aan wie een geldige beschikking als bedoeld in artikel 3.156 van de Wet inkomstenbelasting 2001 is afgegeven.
Maximaal 80% van het AWBZ tarief bedoeld in het derde lid indien het pgb wordt aangewend om een maatwerkvoorziening in te kopen bij:
- een persoon die is ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, voor het uitoefenen van een beroep voor het verlenen van maatschappelijke ondersteuning; en
- waarmee de persoon aan wie het pgb is toegekend dan wel degene daarover verantwoording is verschuldigd een arbeidsovereenkomst aangaat.
Maximaal het uurloon dat afgeleid is van het wettelijk minimumloon, vermeerderd met 20% van dat loon indien het pgb wordt aangewend om een maatwerkvoorziening in te kopen bij:
- een persoon niet zijnde een persoon als bedoeld in categorie C; en
- waarmee de persoon aan wie het pgb is toegekend dan wel degene die daarover verantwoording is verschuldigd een arbeidsovereenkomst aangaat.
Maximaal het tarief van categorie D verminderd met 20% indien het pgb wordt aangewend om een maatwerkvoorziening in te kopen bij een persoon zijnde een familielid in de eerste of tweede graad, dan wel een familielid in de eerste of tweede graad van de wettelijke vertegenwoordiger die verantwoording over het pgb verschuldigd is en waarmee de persoon aan wie het pgb is toegekend dan wel degene die daarover verantwoording is verschuldigd geen arbeidsovereenkomst aangaat.
Artikel 6.3 Regels voor pgb: hulp bij het huishouden
Bij de vaststelling van de hoogte van het pgb als bedoeld in het eerste lid hanteert het college de volgende categorieën:
Maximaal 100% van het tarief indien het pgb wordt aangewend om een maatwerkvoorziening in te kopen bij een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdelen a, c, d of e, van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten volgens de inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in dit artikel.
Maximaal 80% van het tarief indien het pgb wordt aangewend om een maatwerkvoorziening in te kopen bij:
- een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdeel b, van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten volgens de inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van maatschappelijke ondersteuning; en
- die toebehoort aan een zelfstandige zonder personeel aan wie een geldige beschikking als bedoeld in artikel 3.156 van de Wet inkomstenbelasting 2001 is afgegeven.
Maximaal het uurloon dat afgeleid is van het wettelijk minimumloon, vermeerderd met 20% van dat loon indien het pgb wordt aangewend om een maatwerkvoorziening in te kopen bij waarmee de persoon aan wie het pgb is toegekend dan wel degene daarover verantwoording is verschuldigd een arbeidsovereenkomst aangaat.
Maximaal het tarief van categorie C verminderd met 20% indien het pgb wordt aangewend om een maatwerkvoorziening in te kopen bij een persoon zijnde een familielid in de eerste of tweede graad, dan wel een familielid in de eerste of tweede graad van de wettelijke vertegenwoordiger die verantwoording over het pgb verschuldigd is en waarmee de persoon aan wie het pgb is toegekend dan wel degene die daarover verantwoording is verschuldigd geen arbeidsovereenkomst aangaat.
Artikel 6.5 Regels voor pgb: beschermd wonen
Het pgb als bedoeld in artikel 6.1, lid 8 bedraagt bij:
1. professionele en gediplomeerde hulp: maximaal de kostprijs van de goedkoopst passende voorziening in natura;
2. gediplomeerde ZZPérs, maximiaal 90% van de goedkoopst passende voorziening in natura;
3. niet-professionele hulp uit het eigen sociaal netwerk: 75% van het tarief voor professionele hulp, tot een maximum bedrag van € 20 per uur. Op gemotiveerd verzoek van de cliënt en indien dit anders leidt tot onbillijke situaties geldt een tarief tot een maximum bedrag van € 25 per uur, mits daar een financiële compensatie aan de hulp tegenover staat.
Indien uit het onderzoek blijkt dat een cliënt structureel behoefte heeft aan aanvullende ondersteuning kan in uitzonderlijke gevallen een toeslag intensieve ondersteuning toegekend worden. Deze toeslag wordt toegekend indien er:
1. als een gevolg van een lichamelijke of somatische aandoening, inzet van (verpleegkundige) ondersteuning nodig is aanvullend op de ondersteuningsvorm beschermd wonen of de ondersteuningsvorm beschermd thuis, en/of;
2. er sprake is van dermate complexe psychiatrische problematiek, in combinatie met ernstige gedragsproblematiek, waardoor er inzet van begeleiding nodig is aanvullend op de ondersteuningsvorm Beschermd Wonen.
Voor de toepassing en berekening van de tariefdifferentiatie, zoals bedoeld in artikel 6.4 van deze Verordening, wordt in de basis uitgegaan van fictief aantal te leveren uren:
1. voor de ondersteuningsvorm beschermd thuis zes uur ondersteuning per week.
2. voor de ondersteuningsvorm beschermd wonen acht uur ondersteuning per week.
Artikel 7. Bijdrage in de kosten
De bijdrage voor een maatwerkvoorziening ten behoeve van een woonvoorziening voor een minderjarige cliënt is verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is toegewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.
De bijdrage in de kosten voor de voltijdsopvang is gelijk aan het verschil tussen de voor de cliënt geldende bijstandsnorm en de norm persoonlijke uitgaven. Indien de aanbieder geen voeding verstrekt, wordt de norm persoonlijke uitgaven verhoogd met een bedrag voor voeding, gelijk aan het bedrag dat het Nibud hiervoor hanteert.
Artikel 8 Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning
Onverminderd andere handhavingsbevoegdheden ziet het college toe op de naleving van deze eisen door periodieke overleggen met de aanbieders, een jaarlijks cliëntervaringsonderzoek als bedoeld in artikel 2.5.1, eerste lid, van de wet, en het zo nodig in overleg met de cliënt ter plaatse controleren van de geleverde voorzieningen.
Artikel 10 Voorkomen en bestrijden van misbruik of oneigenlijk gebruik
Indien het college een beslissing heeft herzien of ingetrokken of herzien op grond van het bepaalde in artikel 2.3.10, eerste lid onder a, van de wet vordert het college van de cliënt en degene die daaraan opzettelijk zijn medewerking heeft verleend, de geldswaarde van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening terug.
Artikel 11. Opschorting betaling uit het pgb
Het college kan de Sociale verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een gehele of gedeeltelijke opschorting van betalingen uit het pgb voor ten hoogste dertien weken als er ten aanzien van een cliënt een ernstig vermoeden is gerezen dat sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 2.3.10, eerste lid, onder a, d of e, van de wet.
Artikel 12. Onderzoek naar kwaliteit en recht- en doelmatigheid maatwerkvoorzieningen
Het college onderzoekt periodiek, al dan niet steekproefsgewijs, het gebruik van maatwerkvoorzieningen met het oog op de beoordeling van de kwaliteit, en recht- en doelmatigheid daarvan.
Artikel 14. Verhouding prijs en kwaliteit levering dienst door derden
Ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van een dienst door een derde als bedoeld in artikel 2.6.4 van de wet en de eisen die gesteld worden aan de kwaliteit van de dienst stelt het college vast:
- een inschrijving en het aangaan van een overeenkomst met de derde, en
Artikel 17. Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Het college stelt ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, vroegtijdig gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Artikel 18. Intrekking oude verordening en overgangsrecht
De wijze van berekening voor de bijdrage in de kosten van een maatwerkvoorziening die verstrekt is op grond van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Nederweert 2015, blijft ongewijzigd, totdat het college een nieuw besluit heeft genomen dan wel de periode waarvoor de voorziening is verstrekt is geëindigd.