Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
- b.
college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond;
- c.
- d.
innovatief: nieuwe oplossingen die beter dan bestaande oplossingen tegemoet komen aan een sociale behoefte en die leiden tot nieuwe of sterkere sociale verbindingen en een beter of efficiënter gebruik van middelen;
- e.
inwoner: de natuurlijke persoon die volgens de gemeentelijke basisregistratie personen ingeschreven staat als woonachtig in de gemeente Helmond;
- f.
niet inwoner: de natuurlijke persoon die niet woonachtig is in de gemeente Helmond, maar wel op een andere manier een band heeft met de gemeente. Een band met de gemeente wordt in ieder geval aanwezig geacht bij:
- -
lidmaatschap van een in Helmond gevestigde vereniging;
- -
verbondenheid met een Helmondse stichting of ander organisatorisch verband;
- -
het verrichten van werkzaamheden als werknemer in dienst van een in Helmond gevestigde rechtspersoon.
- g.
Stadslab: een in Helmond statutair gevestigde stichting die met inzet van vrijwilligers fungeert als platform voor innovatieve ideeën;
- h.
Artikel 1.2 Doelstelling en reikwijdte
- 1.
Met deze regeling wordt beoogd om initiatieven (activiteiten) met een sociaal innovatief karakter afkomstig van natuurlijke personen en rechtspersonen te stimuleren door middel van een eenmalige financiële bijdrage in de vorm van een incidentele subsidie.
- 2.
Voor subsidie op basis van deze regeling komen in aanmerking:
Artikel 1.3 Verhouding tot ASV Helmond 2009
Van de ASV Helmond 2009 zijn de volgende artikelen niet van toepassing, tenzij elders in deze regeling anders is bepaald:
- -
artikel 2.1, eerste tot en met het vierde lid;
- -
artikel 2.2, indien de aanvrager een rechtspersoon betreft;
- -
artikel 2.3, tweede en derde lid;
- -
artikel 2.6, indien de aanvrager een rechtspersoon betreft;
- -
artikel 3.1, derde en vijfde tot en met het zevende lid en
- -
Artikel 1.4 Algemene subsidievoorwaarden
Om in aanmerking te komen voor subsidie dient het initiatief als bedoeld in artikel 1.2 van deze nadere regels aan alle navolgende voorwaarden te voldoen:
- a.
het initiatief draagt bij aan de doelen van het strategische programma sociale stad (meedoen, rondkomen en vooruitkomen)
- b.
het initiatief is innovatief en maatschappelijk relevant;
- c.
het initiatief draagt bij aan zelfredzaamheid en participatie van inwoners;
- d.
het initiatief draagt bij aan verbinding met en binnen het sociaal domein; sociale innovatie is breed en raakt diverse beleidsterreinen, zoals slimme zorg, jeugd, cultuur, duurzaamheid, technologie, wonen of openbare ruimte;
- e.
het initiatief heeft geen primair commercieel belang;
- f.
het initiatief voorziet in een aantoonbare behoefte;
- g.
het initiatief dient ten goede te komen aan de ingezetenen van de gemeente en
- h.
het initiatief heeft een duurzaam karakter en leidt tot versteviging van het lokale netwerk waardoor inwoners vaker oplossingen vinden voor hun ondersteuningsbehoefte in hun omgeving (eigen kracht, sociale netwerken, preventieve en collectieve voorzieningen), zonder (of minder) een beroep te doen op professionele en individuele voorzieningen.
Artikel 1.5 Subsidieplafond
- 1.
Subsidieverlening in het kader van deze regeling is gebonden aan een door de gemeenteraad vast te stellen subsidieplafond.
- 2.
Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van indiening bij de gemeente, totdat het subsidieplafond als bedoeld in het vorige lid is bereikt.
- 3.
Artikel 1.6 Mandaat
- 1.
De programmadirecteur sociaal domein beslist op aanvragen die niet meer bedragen dan € 25.000,-, gehoord de portefeuillehouder, op basis van het advies als vermeld onder het vierde lid.
- 2.
Bij aanvragen voor subsidie waarmee een bedrag is gemoeid van meer dan € 25.000,-- beslist het college.
- 3.
Bij aanvragen voor subsidie boven € 250.000 beslist het college na instemming van de gemeenteraad.
- 4.
Initiatieven die eerst bij het Stadslab worden doorontwikkeld en waarbij de subsidieaanvraag vervolgens bij de gemeente wordt ingediend, zijn voorzien van een advies van het Stadslab. Het college of de gemeentelijke programmadirecteur heeft enkel de bevoegdheid om gemotiveerd af te wijken van het advies van het Stadslab.
Hoofdstuk 2 Subsidieverlening
Artikel 2.1 Subsidieaanvraag
- 1.
In afwijking van het bepaalde in de ASV Helmond 2009 kunnen subsidieaanvragen gedurende het gehele kalenderjaar bij de gemeente worden ingediend.
- 2.
Bij het aanvragen van subsidie dient door aanvrager gebruik te worden gemaakt van een beschikbaar gesteld format.
- 3.
Aanvragen die via het Stadslab bij de gemeente worden ingediend zijn voorzien van een advies als bedoeld in artikel 1.6, vierde lid, van deze regeling.
- 4.
Volledige subsidieaanvragen worden naar volgorde van ontvangst behandeld.
Artikel 2.2 Weigering subsidieverlening
In aanvulling op de in de ASV Helmond 2009 genoemde weigeringsgronden wordt een aanvraag om subsidie op basis van deze regeling geweigerd indien:
- a.
de aanvraag niet in overeenstemming is met de doelstelling en reikwijdte van deze regeling als bedoeld in artikel 1.2;
- b.
niet wordt voldaan aan de algemene subsidievoorwaarden als bedoeld in artikel 1.4 van deze nadere regels;
- c.
het subsidieplafond bereikt is.
Artikel 2.3 Beslistermijnen
- 1.
Op een volledige aanvraag wordt binnen zes weken na ontvangst door of namens het college beslist.
- 2.
De beslistermijn als bedoeld in het eerste lid kan eenmaal met ten hoogste twee weken worden verlengd.
Hoofdstuk 3 Subsidievaststelling
Artikel 3.1 Aanvraag tot subsidievaststelling
- 1.
De subsidieontvanger dient binnen 10 weken nadat de activiteit is afgerond een aanvraag voor subsidievaststelling in bij het college.
- 2.
Lid 1 is niet van toepassing wanneer daarover in de verleningsbeschikking iets anders is bepaald.
Artikel 3.2 Verantwoording en administratie
- 1.
Voor zover de verleende subsidie minder of gelijk is aan € 5.000,-- is de subsidieontvanger verplicht om een verkort activiteitenverslag te overleggen. Er geldt geen verplichting om een administratie te voeren en om financiële verantwoording af te leggen.
- 2.
Voor zover de verleende subsidie meer dan € 5000,-- bedraagt doch minder dan € 10.000,-- is de subsidieontvanger verplicht om een verkort activiteitenverslag en een beperkt financieel verslag te overleggen. Er geldt geen verplichting tot het voeren van een administratie.
- 3.
Voor zover de verleende subsidie meer dan € 10.000,-- bedraagt doch minder dan € 75.000,-- is de subsidieontvanger verplicht om een verkort activiteitenverslag en een financieel verslag te overleggen. Daarnaast geldt de verplichting tot het voeren van een administratie, waarbij rechtspersonen dienen te voldoen aan het bepaalde in artikel 2.6 van de ASV.
- 4.
Voor zover de verleende subsidie € 75.000,-- of meer bedraagt is de subsidieontvanger verplicht om een administratie te voeren en om goedkeurende accountantsverklaring te overleggen. Voor rechtspersonen geldt hier de verplichting ingevolge artikel 3.1, vijfde en zesde lid van de ASV.
- 5.
Met het oog op het bepaalde in het eerste en tweede lid van dit artikel stelt het college - ter ondersteuning van aanvragers - formats beschikbaar. Dergelijk formats worden als bijlage bij de verleningsbeschikking gevoegd.
Artikel 3.3 Beslistermijnen
De beslistermijnen als genoemd in artikel 2.3 zijn van overeenkomstige toepassing in de vaststellingsfase.