Organisatie | Winsum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Individuele Voorzieningen gemeente Winsum |
Citeertitel | Verordeningen Individuele Voorzieningen gemeente Winsum |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Overgangstermijn art. 25, lid 2: Voor de Wmo-cliënten die vóór 1 augustus 2011 recht hebben op een collectieve vervoersvoorziening, geldt een overgangstermijn tot 1 januari 2013 met behoud van rechten.
Besluit Individuele Voorzieningen gemeente Winsum 2009
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2011 | art. 25, lid 2 | 07-07-2011 De Wiekslag, 26-07-2011 | |||
01-01-2007 | nieuwe regeling | 19-09-2006 De Wiekslag 3 oktober 2006 | nr.16 | ||
01-01-2007 | 01-08-2011 | nieuwe regeling | 19-09-2006 De Wiekslag 3 oktober 2006 | nr.16 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:
Persoon met beperkingen: een persoon die ten gevolge van ziekte of gebrek aantoonbare beperkingen ondervindt bij het uitvoeren van activiteiten op het gebied van het voeren van het huishouden, bij het normale gebruik van de woning; bij het verplaatsen in en om de woning, bij het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel en bij het ontmoeten van medemensen en het op basis daarvan aangaan van sociale verbanden;
Maatschappelijke participatie: normale deelname aan het maatschappelijke verkeer, te weten het voeren van een huishouden, het normale gebruik van de woning; het zich in en om de woning verplaatsen; het zich zodanig verplaatsen dat aansluiting wordt gevonden bij regionale, bovenregionale en landelijke vervoersystemen; het ontmoeten van andere mensen en het aangaan en onderhouden van sociale verbanden om op die manier deel te nemen aan het lokale maatschappelijke leven;
Eigen bijdrage of eigen aandeel in de kosten: een door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen bijdrage, die bij de verstrekking van een voorziening in natura, een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget betaald moet worden en waarop de regels van het Besluit Individuele Voorzieningen van toepassing zijn;
Huisgenoot: Iedere meerderjarige met wie de aanvrager duurzaam gemeenschappelijk een woning bewoont. Van een gezamenlijke huishouding is sprake indien meerdere personen hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben en zij blijk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van de huishouding dan wel anderszins;
Geen voorziening wordt toegekend:
indien een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder krachtens deze, dan wel krachtens de aan deze verordening voorafgaande Verordening voorzieningen gehandicapten is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet is verstreken, tenzij de eerder vergoede of versterkte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de aanvrager zijn toe te rekenen;
Hoofdstuk 2. Vorm van te verstrekken individuele voorzieningen
Een individuele voorziening kan verstrekt worden in natura, als financiële tegemoetkoming en als persoonsgebonden budget. Het college stelt vast in welke situaties de keuze tussen deze voorzieningen wordt geboden aan de hand van de in het Besluit Individuele Voorzieningen gemeente Winsum neergelegde criteria.
Artikel 4. Voorziening in natura
Indien een voorziening in natura wordt verstrekt is de bruikleenovereenkomst, huurovereenkomst of dienstverleningsovereenkomst tussen de leverancier en de aanvrager of tussen de gemeente en de gebruiker van toepassing.
Artikel 5. Financiële tegemoetkoming
Bij verstrekking van een financiële tegemoetkoming worden de toepasselijke voorwaarden zoals genoemd in het Besluit Individuele Voorzieningen gemeente Winsum in de beschikking opgenomen.
Artikel 6. Persoonsgebonden budget
Het college kan steekproefsgewijs nagaan of het verstrekte persoonsgebonden budget besteed is aan het doel waarvoor het verstrekt is. De budgethouder is verplicht de daarvoor noodzakelijke stukken, zoals genoemd in het Besluit Individuele Voorzieningen gemeente Winsum, op verzoek van het college per omgaande te verstrekken.
Artikel 7. Eigen bijdragen en eigen aandeel
Bij het verstrekken van individuele voorzieningen op grond van de wet kan de aanvrager een eigen bijdrage verschuldigd zijn, of wordt de financiële tegemoetkoming afgestemd op het inkomen. Het college legt in het Besluit Individuele Voorzieningen gemeente Winsum de omvang van deze eigen inbreng vast.
Hoofdstuk 3. Hulp bij het huishouden
Artikel 9. Toekenning van hulp bij het huishouden
Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 4, 5 en 6 van de wet kan voor de in artikel 8 onder lid 1 vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien
het zelf uitvoeren van een of meer huishoudelijke taken onmogelijk maken en de hulp bij het huishouden dit snel en adequaat kan oplossen.
Artikel 10. Gebruikelijke zorg
In afwijking van het gestelde in artikel 9 komt een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 4, 5 en 6 van de wet niet in aanmerking voor hulp bij het huishouden indien de aanvrager deel uitmaakt van een gezamenlijke huishouding, bestaande uit meerdere personen die wel in staat zijn het huishoudelijke werk te verrichten.
Artikel 11. Omvang van de hulp bij het huishouden
De omvang van de voorziening huishoudelijke verzorging wordt uitgedrukt in klassen, waarbij de volgende klassen met de daarbij behorende uren kunnen worden toegekend:
Klasse 1, 0 tot en met 1,9 uur per week;
Klasse 2, 2 tot en met 3,9 uur per week;
Klasse 3, 4 tot en met 6,9 uur per week;
Klasse 4, 7 tot en met 9,9 uur per week;
Hoofdstuk 4. Woonvoorzieningen
Artikel 13. Het recht op een woonvoorziening
De aanvrager kan voor een woonvoorziening in aanmerking worden gebracht indien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek het normale gebruik van de woning belemmeren.
Artikel 15. Primaat van de verhuizing
Indien een persoon als bedoeld in artikel 13 recht heeft op een woonvoorzieningkan een tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten verstrekt worden,ingeval dit de goedkoopst adequate voorziening is en deze verhuist naar een geschikte woning overeenkomstig het sociaal-medisch advies.
Artikel 16. Primaat losse woonunit
Indien een bouwkundige woonvoorziening bestaat uit een aanbouw aan of een aanzienlijke verbouwing van een woning die niet het eigendom is van een verhuurder, die bereid is de aangepaste woning blijvend ter beschikking te stellen van personen die op basis van aantoonbare beperkingen ten gevolge van ziekte of gebrek behoefte hebben aan een dergelijke woning, zal het college een herplaatsbare losse woonunit verstrekken indien daartegen geen bezwaren van overwegende aard bestaan.
De aanvraag voor een woonvoorziening als bedoeld in dit hoofdstuk wordt geweigerd indien:
Artikel 20. Terugbetaling bij verkoop
De eigenaar-bewoner, die krachtens deze verordening een woonvoorziening heeft ontvangen die leidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning binnen een periode van 10 jaar na gereedmelding van de voorziening, deze verkoop van de woning onverwijld aan het college te melden. De meerwaarde van de woning dient volgens het in het Besluit Individuele Voorzieningen gemeente Winsum door het college vastgelegde afschrijvingsschema te worden terugbetaald.
Hoofdstuk 5. Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Artikel 23. Het recht op een vervoer voorziening
Bij het vaststellen van de hoogte van de vervoerskostenvergoeding, als bedoeld in artikel 22 onder c sub 1 kan rekening worden gehouden met de individuele vervoersbehoefte van de aanvrager en de mate waarin een collectief vervoersysteem als bedoeld in artikel 22 onder a in de vervoersbehoefte kan voorzien.
Artikel 24. Het primaat van het collectief vervoer
Een aanvrager kan voor de in artikel 22, lid 2 onder b en c vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht wanneer aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek het gebruik van een collectief vervoersysteem als bedoeld in artikel 22, lid 1 onder a, onmogelijk maken.
Artikel 25. Omvang in gebied en in kilometers
Bij de te verstrekken collectieve vervoersvoorziening wordt ten aanzien van de vervoersbehoefte ten behoeve van maatschappelijke participatie uitsluitend rekening gehouden met de verplaatsingen in de directe woon- en leefomgeving in het kader van het leven van alledag, tenzij zich een uitzonderingssituatie voordoet waarbij het gaat om een bovenregionaal contact, dat uitsluitend door de aanvrager zelf bezocht kan worden, terwijl het bezoek voor de aanvrager noodzakelijk is om dreigende vereenzaming te voorkomen en waarbij geen gebruik gemaakt kan worden van een bovenregionale collectieve vervoersvoorziening.
Hoofdstuk 6. Verplaatsen in en rond de woning
Artikel 27 Het recht op een rolstoel
Een aanvrager kan voor een rolstoel in aanmerking worden gebracht wanneer de aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek dagelijks zittend verplaatsen in en om de woning noodzakelijk maken en hulpmiddelen die verstrekt worden op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten een onvoldoende oplossing bieden.
Artikel 29 Aanspraak op rolstoelvoorzieningen voor AWBZ-bewoners
In uitzondering op het gestelde in artikel 28, lid 1 komt een persoon die verblijft in een op grond van artikel 5 van de Wet toelating zorginstellingen erkende instelling uitsluitend voor een rolstoel in aanmerking indien hij geen recht heeft op een rolstoel, verstrekt op grond van de AWBZ.
Hoofdstuk 7 Het verkrijgen van voorzieningen
Artikel 30 Gebruik aanvraagformulier
Een aanvraag dient te worden ingediend door middel van een door het college ter beschikking gesteld formulier.
Artikel 31 Relatie met de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
De aanvraag dient te worden ingediend bij het Loket voor Wonen, Welzijn en Zorg in het gemeentehuis van Winsum, in welk loket zowel aanvragen voor voorzieningen betreffende de wet alsook aanvragenzorg inzake de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten kunnen worden ingediend.
Artikel 33 Samenhangende afstemming
Om de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend af te stemmen op de situatie van de aanvrager laat het college onderzoek verrichten naar de situatie van de aanvrager.
Artikel 34 Wijzigingen in de situatie
Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende Besluit Individuele Voorzieningen gemeente Winsum geldende bedragen verhogen of verlagen conform de ontwikkelingen van de prijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt periodiek geëvalueerd. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft wordt deze verordening aangepast. Het college zendt hiertoe telkens naar aanleiding van de evaluatie aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effectiviteit van de verordening in de praktijk.