Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rotterdam

Nadere regels CityLab010 2018

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRotterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels CityLab010 2018
CiteertitelNadere regels CityLab010 2018
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht
  2. Subsidieverordening Rotterdam 2014, art. 3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-02-201820-03-2019Nieuwe regeling

12-12-2017

gmb-2018-18449

Gemeenteblad 2018, nummer 1

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels CityLab010 2018

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van de concerndirecteur van het cluster Dienstverlening van 12 december 2017, kenmerk DV286695;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014;

overwegende, dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen ter uitvoering van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 (SVR 2014) met betrekking tot de regeling CityLab010 in verband met het instellen van een subsidieplafond en procedurele aspecten;

besluit vast te stellen:

Nadere regels CityLab010 2018

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities en toepasselijkheid

In deze nadere regels wordt onder openbare ruimte verstaan: ruimte die voor iedereen toegankelijk is en voor inrichting en beheer onder verantwoordelijkheid valt van de gemeente.

Artikel 2 Doel subsidie

Het college kan eenmalige subsidies verstrekken om maatschappelijke relevante innovatie in Rotterdam te stimuleren.

Artikel 3 Toepassingsbereik

Deze nadere regels zijn van toepassing op eenmalige subsidies voor innovatieve initiatieven voor de categorieën:

  • 1.

    veilig;

  • 2.

    buitenruimte;

  • 3.

    werkgelegenheid;

  • 4.

    economie;

  • 5.

    duurzaamheid en mobiliteit;

  • 6.

    onderwijs;

  • 7.

    sport;

  • 8.

    cultuur;

  • 9.

    droomstraten;

  • 10.

    schulden voorkomen en aanpakken;

  • 11.

    bestrijden eenzaamheid.

Artikel 4 Subsidieplafond

  • 1.

    Het totale subsidieplafond voor 2018 bedraagt per categorie:

a.

veiligheid

€ 265.000

b.

buitenruimte

€ 526.000

c.

werkgelegenheid

€ 607.000

d.

economie

€ 260.000

e.

duurzaamheid en Mobiliteit

€ 402.000

f.

onderwijs

€ 500.000

g.

sport

€ 160.000

h.

cultuur

€ 350.000

i.

droomstraten

€ 98.000

j.

schulden voorkomen en aanpakken

€ 50.000

k.

bestrijden eenzaamheid

€ 100.000

  • 2.

    De aanvragen worden op volgorde van binnenkomst beoordeeld.

Artikel 5 Kring van aanvraaggerechtigden

Een aanvraag om subsidie kan worden ingediend door:

  • 1.

    Een natuurlijk, meerderjarige, persoon die in Rotterdam woont.

  • 2.

    Een rechtspersoon, die in Nederland is gevestigd.

Artikel 6 Termijn indienen aanvraag

  • 1.

    Aanvragen kunnen worden ingediend van 1 februari 2018 tot en met 31 mei 2018.

  • 2.

    Indien na afhandeling van alle aanvragen voor een in artikel 3, eerste lid, genoemde categorie het subsidieplafond nog niet is bereikt, kan voor die categorie de mogelijkheid tot het indienen van een aanvraag opnieuw worden opengesteld. In dat geval kunnen aanvragen tot 1 november 2018 worden ingediend.

  • 3.

    Vanaf 14 september 2018 wordt bekend gemaakt of toepassing wordt gegeven aan het vorige lid.

Artikel 7 Vereisten aanvraag

  • 1.

    De aanvraag wordt ingediend op het aanvraagformulier CityLab010.

  • 2.

    De aanvraag heeft betrekking op ten minste één van de categorieën zoals genoemd in artikel 3.

  • 3.

    Een aanvraag voor eenzelfde project, dat eerder op inhoudelijke gronden is afgewezen, wordt niet meer in behandeling genomen, tenzij de inhoud van de aanvraag (substantieel) is gewijzigd en de aanvrager hiervan melding maakt.

  • 4.

    De aanvraag bevat ten minste een projectplan, waarin wordt aangegeven:

    • a.

      een omschrijving van de activiteit of activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd;

    • b.

      een toelichting op de wijze waarop en de mate waarin de activiteit of activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd een bijdrage levert aan de doelstelling van de subsidie;

    • c.

      een gespecificeerde begroting, die inzicht geeft in de geraamde inkomsten en uitgaven voor zover deze betrekking hebben op de activiteit of activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd;

    • d.

      een tijdsplanning, waaruit blijkt wanneer de activiteit of activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd worden uitgevoerd.

  • 5.

    Een samenvatting van het projectplan is op www.citylab010.nl geplaatst.

Artikel 8 Aanvullen onvolledige aanvraag

Indien een aanvraag om subsidie onvolledig is, wordt de aanvrager een termijn van tien werkdagen verleend om de aanvraag aan te vullen. Deze termijn gaat in op de eerste werkdag na verzending van het verzoek om aanvulling.

Artikel 9 Weigeringsgronden

  • 1.

    Een subsidieaanvraag wordt, naast de in de SvR2014 en Algemene wet bestuursrecht genoemde gronden, afgewezen indien:

    • a.

      de subsidieaanvraag niet voldoet aan de algemene criteria beoordelingscriteria voor innovatie bedoeld in artikel 13;

    • b.

      de subsidieaanvraag niet voldoet aan de in artikel 5, 6 en 7 van deze nadere regels bedoelde criteria en de voor de betreffende categorie geldende beoordelingscriteria zoals bedoeld in de artikelen 14 tot en met 26;

    • c.

      door de verstrekking van een subsidie een subsidieplafond voor de betreffende categorie zou worden overschreden;

    • d.

      het initiatief in een eerdere ronde subsidie heeft ontvangen op grond van de regeling voor CityLab010;

    • e.

      het initiatief niet wordt uitgevoerd binnen de gemeentegrenzen van Rotterdam en ten behoeve van haar inwoners;

    • f.

      voor de uitvoering van het initiatief geen sprake is van een vrijwillige inzet of een bijdrage in natura door de aanvrager;

    • g.

      subsidiëring op grond van een andere gemeentelijke regeling mogelijk is;

    • h.

      het initiatief voor dezelfde activiteit al een andere subsidie van de gemeente Rotterdam heeft ontvangen.

  • 2.

    Een subsidieaanvraag kan, naast de in de SvR2014 en Algemene wet bestuursrecht genoemde gronden, worden afgewezen indien het initiatief is in strijd met gemeentelijke verordeningen of bestemmingsplannen.

  • 3.

    Een subsidieaanvraag kan worden afgewezen als

    • a.

      de aanvrager het initiatief niet voor 1 mei 2018 op de website www.citylab010.nl heeft geplaatst; of

    • b.

      de aanvrager voor 1 mei 2018 geen contact heeft opgenomen met één van de contactpersonen van CityLab010, te vinden op www.citylab010.nl/contact, waarbij is aangegeven dat men voornemens is om voor 1 juni 2018 een subsidieaanvraag in te dienen.

  • 4.

    Op aanvragen die zijn ingediend na de hernieuwde openstelling, bedoeld in artikel 6, tweede lid, is het vorige lid niet van toepassing.

Artikel 10 Beslissing op aanvraag

  • 1.

    Op de aanvragen die zijn ingediend binnen de periode, bedoeld in artikel 6, eerste lid, beslist het college op volgorde van binnenkomst binnen acht weken na 1 juni 2018, welke termijn ten hoogste met twaalf weken gemotiveerd verlengd kan worden.

  • 2.

    Op aanvragen die zijn ingediend na de hernieuwde openstelling, bedoeld in artikel 6, tweede lid, beslist het college op volgorde van binnenkomst binnen acht weken welke termijn ten hoogste met twaalf weken gemotiveerd verlengd kan worden.

  • 3.

    Indien gewenst kan voor de beoordeling van een aanvraag een extern advies bij één of meerdere deskundigen worden ingewonnen.

Artikel 11 Verplichtingen voor de subsidieontvanger

  • 1.

    De subsidieontvanger vermeldt in alle berichtgevingen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteiten dat een bijdrage is verkregen in het kader van de regeling Citylab010.

  • 2.

    De subsidieontvanger werkt mee aan evaluatieonderzoeken die in opdracht van de gemeente worden uitgevoerd.

  • 3.

    Bij initiatieven die de openbare ruimte van de gemeente betreffen, heeft de gemeente de regie op de uitvoering.

Artikel 12 Omzetbelasting

  • 1.

    De hoogte van de subsidie is inclusief de eventuele omzetbelasting die de aanvrager over de lasten van de subsidieactiviteit(en) is verschuldigd.

Paragraaf 2 Bijzondere bepalingen met betrekking tot innovatie

Artikel 13 Beoordelingscriteria Innovatie

  • 1.

    Een aanvraag kan uitsluitend in aanmerking komen voor subsidie als het initiatief voor de categorie waarop de aanvraag betrekking heeft, een product, dienst of activiteit ontwikkelt of inzet dat op reguliere basis nog niet in Rotterdam of in het deel van Rotterdam waarop de aanvraag betrekking heeft, voorkomt en het initiatief voor de categorie waarop de aanvraag betrekking heeft, op ten minste één van de hierna genoemde onderdelen in voldoende mate vernieuwend is:

    • a.

      Dienstverlening - Door het initiatief wordt het product, de dienst of de activiteit meer toegankelijk voor Rotterdammers;

    • b.

      Kanaal - De wijze waarop het initiatief de activiteit, het product of de dienst verbindt aan de (potentiële) gebruikers;

    • c.

      Presentatie - Rotterdammers kunnen door het initiatief de activiteit, het product of de dienst beter herkennen waarbij het initiatief meer betekenis krijgt;

    • d.

      Interacties - Door het initiatief ontstaan waardevolle contacten met de (potentiële) gebruikers van de activiteit, het product of de dienst;

    • e.

      Uitvoering - Bij het initiatief is er sprake van een nieuwe activiteit, product of dienst, of aanpassingen van een bestaande activiteit, product of dienst;

    • f.

      Systeem - Bij het initiatief gaat het om complementair inzetten van producten, activiteiten of diensten;

    • g.

      Verdienmodel - Door het initiatief laten gebruikers zien welke maatschappelijke of economische waarde ze toekennen aan de activiteit, het product of de dienst en waar mogelijkheden liggen voor nieuwe inkomsten of publieke waarden;

    • h.

      Netwerk - Bij het initiatief wordt in de uitvoering gebruik gemaakt van externe relaties, partnerships en samenwerkingen;

    • i.

      Structuur - Bij uitvoering van het initiatief worden mensen, middelen en activiteiten van een initiatief op een vernieuwende manier georganiseerd waardoor meerwaarde wordt toegevoegd;

    • j.

      Proces - De wijze waarop het product, de activiteit of de dienst wordt geproduceerd en aangeboden.

Paragraaf 3 Bijzondere bepalingen met betrekking tot de categorieën

Artikel 14 Beoordelingscriteria categorie Buitenruimte

  • 1.

    Een aanvraag voor een subsidie wordt getoetst aan de mate waarin het initiatief bijdraagt aan:

    • a.

      het schoner maken van de buitenruimte;

    • b.

      het veiliger maken van de buitenruimte;

    • c.

      het aantrekkelijker maken van de buitenruimte

  • 2.

    Een aanvraag voor een subsidie wordt getoetst aan de mate van draagvlak in de omgeving waar het initiatief wordt uitgevoerd.

Artikel 15 Beoordelingscriteria categorie Werkgelegenheid

Een aanvraag voor een subsidie wordt getoetst aan de mate waarin het initiatief bijdraagt aan:

  • a.

    duurzame versterking van het arbeidsmarktprofiel van werkzoekende in Rotterdam met een taal achterstand;

  • b.

    duurzame vermindering van het beroep van inwoners van Rotterdam met een taalachterstand op een uitkering; en

  • c.

    de mate waarin het initiatief na afloop van de subsidieperiode door kan gaan zonder een beroep te doen op gemeentelijke middelen.

Artikel 16 Beoordelingscriteria categorie Economie

Een aanvraag voor een subsidie wordt getoetst aan de mate waarin het initiatief bijdraagt aan:

  • a.

    een zichtbare bijdrage aan de economische ontwikkeling van Rotterdam;

  • b.

    betekenisvolle innovaties die normaliter als commercieel initiatief niet tot stand zouden zijn gekomen.

Artikel 17 Beoordelingscriteria categorie Duurzaamheid en mobiliteit

Een aanvraag voor een subsidie wordt getoetst aan de mate waarin het initiatief bijdraagt aan:

  • a.

    de vermindering van wateroverlast;

  • b.

    de verbetering luchtkwaliteit;

  • c.

    het gebruik van schonere energie;

  • d.

    het hergebruik van afvalstoffen.

Artikel 18 Beoordelingscriteria categorie Onderwijs

  • 1.

    Een aanvraag voor een subsidie wordt getoetst aan de mate waarin het initiatief bijdraagt aan:

    • a.

      vergroting van het aantal peuters die zonder achterstanden en goed voorbereid aan de basisschool beginnen;

    • b.

      het aantrekken en behouden van de beste leraren en pedagogisch medewerkers;

    • c.

      de toename van het aantal vakmensen in het onderwijs;

    • d.

      de oplossing die geboden wordt voor het verkrijgen van een plek voor ieder kind op een school;

    • e.

      het beste halen uit alle leerlingen, zowel zwakke als excellente leerlingen, op een school.

  • 2.

    Een aanvraag voor een subsidie wordt getoetst aan de mate van draagvlak onder ouders en docenten op de onderwijsinstelling waar het initiatief worden uitgevoerd.

Artikel 19 Beoordelingscriteria categorie Sport

Een aanvraag voor een subsidie wordt getoetst aan de mate waarin het initiatief bijdraagt aan:

  • a.

    het zichtbaar maken van de waarde van sport en bewegen voor de stad Rotterdam en Rotterdammers;

  • b.

    het (anders) gebruik maken van de buitenruimte, sportaccommodaties, leegstaande loodsen/ruimten of alternatieve locaties;

  • c.

    het stimuleren van vernieuwing van het sport- en beweegaanbod die inspeelt op de behoeften van de Rotterdammer in een bepaalde levensfase;

  • d.

    het (meer) laten sporten en bewegen door Rotterdammers;

  • e.

    het plezier in bewegen en sporten.

Artikel 20 Beoordelingscriteria categorie Cultuur

  • 1.

    Een aanvraag voor een subsidie wordt getoetst aan de mate waarin het initiatief bijdraagt aan:

    • a.

      de zichtbaarheid van cultuur en de creatieve industrie als innovatiemotor in andere velden en maatschappelijke domeinen; en

    • b.

      de samenwerking van initiatiefnemers uit de culturele en/of creatieve sectoren met andere bedrijven, of maatschappelijke organisaties.

  • 2.

    Een aanvraag voor een subsidie wordt getoetst aan de mate waarin de samenwerking tussen de betrokkenen bij het initiatief een aantoonbaar onderdeel is van het initiatief.

Artikel 21 Beoordelingscriteria categorie Droomstraten

  • 1.

    Het initiatief wordt uitgevoerd in een straat in een van de volgende wijken, zoals opgenomen in het programma Kansrijke Wijken: Liskwartier, Oude Noorden, Nieuw-Crooswijk, Kralingen-West, Middelland, Nieuwe Westen, Schiemond (daarbinnen Lloydkwartier), Katendrecht en Kop van Zuid-Entrepot.

  • 2.

    Een aanvraag voor een subsidie wordt getoetst aan:

    • a.

      de mate waarin ingrepen in de buitenruimte door en voor bewoners worden uitgevoerd waardoor de buitenruimte door bewoners op een andere manier wordt gebruikt; en

    • b.

      aan de mate waarin door het initiatief de sociale samenhang in de buurt wordt versterkt.

  • 3.

    Bij een aanvraag dienen er minimaal 10 steunbetuigingen te zijn van bewoners uit de straat en/of buurt waar het initiatief wordt uitgevoerd.

Artikel 22 Beoordelingscriteria categorie Veilig

Een aanvraag voor een subsidie wordt getoetst aan de mate waarin het initiatief bijdraagt aan:

  • a.

    het verbeteren van de veiligheid;

  • b.

    het bestrijden van overlast;

  • c.

    het bevorderen van de veiligheidsbeleving;

  • d.

    het tegengaan van woonoverlast;

  • e.

    het beperken van jeugdoverlast;

  • f.

    het beperken van jeugdcriminaliteit;

  • g.

    het tegengaan van radicalisering;

  • h.

    het tegengaan van asociaal en roekeloos verkeersgedrag;

  • i.

    het tegengaan van straatintimidatie.

Artikel 23 Beoordelingscriteria categorie Schulden voorkomen en aanpakken

  • 1.

    Een aanvraag voor een subsidie wordt getoetst aan de mate waarin het initiatief bijdraagt aan:

    • a.

      het voorkomen van financiële problemen onder jongeren tot 27 jaar;

    • b.

      de afname van het aantal Rotterdammers met problematische schulden.

  • 2.

    Een aanvraag voor een subsidie wordt getoetst aan:

    • a.

      de mate waarin het initiatief na afloop van de subsidieperiode door kan gaan zonder een beroep te doen op gemeentelijke middelen;

    • b.

      de mate waarin het initiatief de samenwerking zoekt met de private partijen;

    • c.

      de mate waarin het een aanvulling is op het bestaande aanbod.

Artikel 24 Beoordelingscriteria categorie Bestrijden Eenzaamheid

  • 1.

    Een aanvraag voor een subsidie wordt getoetst aan de mate waarin het initiatief samenwerking zoekt met partijen die niet regulier gecontracteerd of gesubsidieerd worden door de gemeente voor gezondheid, zorg, welzijn en jeugdhulp.

  • 2.

    Een aanvraag voor een subsidie wordt getoetst aan de mate waarin het initiatief:

    • a.

      de mogelijkheden van de doelgroep zelf of zijn of haar sociaal netwerk, stimuleert en/of ondersteunt om eenzaamheid te bestrijden;

    • b.

      een aanvulling is op bestaand aanbod; en

    • c.

      bij voorkeur jong en oud aan elkaar verbindt.

Paragraaf 4 Inwerkingtredings- en citeerbepalingen

Artikel 25 Bekendmaking en inwerkingtreding

Deze nadere regels worden geplaatst in het Gemeenteblad en treden in werking op 1 februari 2018.

Artikel 26 Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels CityLab010 2018.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 12 december 2017.

De secretaris,

C.M.Sjerps

De burgemeester,

A.Aboutaleb

Toelichting bij Nadere regels CityLab010 2018, versie 20 november 2017

Algemeen

CityLab010 is de uitwerking van de collegeafspraak om binnen beleidsvelden budget te reserveren om initiatieven in de stad (eenmalig) te ondersteunen, die daarna zoveel mogelijk op eigen benen kunnen staan. CityLab010 heeft als doel Rotterdam tot laboratorium te maken voor maatschappelijke innovatie. De regeling moet Rotterdammergericht zijn en passen in de ‘Kendoe’-mentaliteit. Via deze regeling faciliteert de gemeente initiatieven door initiatiefnemers te verbinden met elkaar, expertise vanuit de gemeente en/of de stad beschikbaar te stellen en door een financiële bijdrage beschikbaar te stellen. Deze regeling vervangt de regeling van 2017.

Belangrijkste wijzigingen in 2018

Het aantal categorieën is in 2018 uitgebreid met het Onderwerp Eenzaamheidsbestrijding en Armoedebestrijding. In artikel 4 van de regeling is het subsidieplafond voor elke categorie aangegeven en in artikel 23 en 24 kunt u de inhoudelijke voorwaarden lezen.

Ten opzichte van 2017 is er één belangrijke wijziging in de procedure doorgevoerd. De ervaring uit eerdere jaren leert dat een gesprek tussen een contactpersoon van CityLab010 en de aanvrager in deze fase ervoor zorgt dat het de kwaliteit van de aanvraag ten goede komt. Om een dergelijk gesprek goed in te kunnen plannen door de medewerkers van CityLab010, is het niet wenselijk dat een aanvrager pas enkele dagen voor de sluitingstermijn bij CityLab010 zijn of haar plan bekend maakt. Als voorwaarde is daarom opgenomen dat het initiatief voor 1 mei 2018 op de website wordt geplaatst (via: www.citylab010.nl/plannen/new) of voor 1 mei een e-mail naar één van de contactpersonen van CityLab010 wordt gestuurd met een globale omschrijving van het initiatief en waarbij wordt aangegeven dat men voornemens is om een aanvraag voor 1 juni in te dienen. Om dit contact te vergemakkelijken organiseert CityLab010 vanaf 1 februari diverse netwerkavonden en staan de contactgegevens van de contactpersonen op www.citylab010.nl/contact.

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities en toepasselijkheid

In dit artikel wordt verduidelijkt wat onder openbare ruimte wordt verstaan.

Artikel 2 Doel subsidie

In dit artikel wordt het doel van de subsidie aangeven.

Artikel 3 Toepassingsbereik

In dit artikel is aangegeven binnen welke beleidsvelden, zoals deze zijn opgenomen in de begroting, middelen zijn gereserveerd om initiatieven uit de stad (eenmalig) te ondersteunen. Deze beleidsvelden worden in de regeling categorieën genoemd.

Artikel 4 Subsidieplafond

In dit artikel wordt voor elke categorie het maximale beschikbare budget voor plannen in 2018 aangegeven. Tevens wordt in lid 2 omschreven op welke wijze het budget verdeeld wordt.

Artikel 5 Kring van aanvraaggerechtigden

In dit artikel wordt aangegeven wie een subsidie mag aanvragen. Rotterdam staat ook open voor maatschappelijk relevante innovatie die door organisaties wordt uitgevoerd die niet in Rotterdam zijn gevestigd.

Artikel 6 Termijn indienen aanvraag

Dit artikel geeft de termijn aan waarbinnen een subsidie kan worden aangevraagd.

Artikel 6, lid 2 beschrijft dat als na afhandeling van alle aanvragen die voor 1 juni 2018 zijn ingediend het subsidieplafond voor een categorie nog niet is bereikt, er opnieuw de mogelijkheid ontstaat om voor die categorieën een aanvraag in te dienen. Deze aanvragen kunnen dan tot 1 november 2018 worden ingediend. Vanaf 14 september 2018 wordt op www.citylab010.nl bekend gemaakt of artikel 6, lid 2. van kracht is en voor welke categorieën.

Artikel 7 Vereisten aanvraag

In dit artikel wordt aangegeven waar een aanvraag aan moet voldoen. Een subsidie moet worden aangevraagd op www.rotterdam.nl/subsidies waar het juiste aanvraagformulier staat om voor CityLab010 een subsidie aan te vragen. Artikel 7, lid 5 geeft aan dat de aanvrager een samenvatting van het projectplan op www.citylab010.nl moet plaatsen. Op www.citylab010.nl staat daarvoor een instructie en er staat waar men terecht kan voor verdere vragen. Het gaat om een korte omschrijving van het project waarbij bedrijfsgevoelige informatie zoals een businesscase of bepaalde kennis niet verplicht moet worden vermeld. Het plaatsen van de samenvatting is verplicht in het kader van transparantie. Op deze wijze kunnen geïnteresseerden kennis nemen van alle initiatieven die een aanvraag hebben ingediend voor een subsidie vanuit CityLab010. Ook stimuleert het, conform de ambitie van CityLab010, de interactie in de stad over innovatieve plannen.

Artikel 8 Aanvullen onvolledige aanvraag

Een aanvraag is volledig als het juiste formulier is ingevuld en de juiste gegevens zijn toegevoegd. In artikel 8 is bepaald dat de aanvrager een hersteltermijn krijgt van tien werkdagen indien de aanvraag niet volledig is. Indien een aanvraag niet volledig is, krijgt de aanvrager uiteraard hierover bericht. Aanvulling van de aanvraag leidt tot een latere datum van ontvangst, hetgeen zou kunnen leiden tot afwijzing van de aanvraag omdat het subsidieplafond is bereikt.

Artikel 9 Weigeringsgronden

In dit artikel worden niet-limitatief de weigeringsgronden voor een subsidieaanvraag genoemd. Zoals is opgenomen, laat dit onverlet dat ook de criteria op grond van de Algemene wet bestuursrecht en de SVR 2014 relevant zijn voor de beoordeling van de aanvraag. Onder andere artikel 4.35 van Algemene wet bestuursrecht en artikel 8 van de SVR 2014 bevatten algemene weigeringsronden op basis van de kwaliteit van de aanvraag, de activiteiten en financiën in relatie tot het initiatief.

Artikel 9, lid 3 gaat erom dat de periode voor cocreatie volledig wordt benut. De ervaring uit eerdere jaren leert dat een gesprek tussen een contactpersoon van CityLab010, de partners van CityLab010 en de aanvrager in deze fase ervoor zorgt dat het de kwaliteit van de aanvraag ten goede komt. Om het contact met CityLab010 voor de aanvrager te vergemakkelijken organiseert CityLab010 diverse netwerkavonden en staan de contactgegevens van de contactpersonen op www.citylab010.nl/contact. Hierdoor kan op een laagdrempelige manier contact worden gelegd door de aanvragers.

Om te voorkomen dat aanvragers pas enkele dagen voor de sluitingstermijn van 1 juni contact zoeken met CityLab010 en er geen tijd meer is voor cocreatie, is het een voorwaarde dat voor 1 mei het plan op de website is geplaatst of dat er contact is gezocht met één van de contactpersonen van CityLab010. Indien het plan niet voor 1 mei op de website is geplaatst, kan worden volstaan met een e-mail naar een van de contactpersonen van CityLab010. Hierin moet een globale omschrijving van het initiatief staan waarbij de aanvrager voornemens is om een aanvraag in te dienen. Overigens is het advies om zo snel mogelijk na 1 februari het initiatief op de website te plaatsen of per e-mail contact te zoeken met de contactpersonen van CityLab010. Voor aanvragen die na de eerste ronde worden ingediend (artikel 6.2) is de voorwaarde anders. De aanvrager moet wel voor het sluiten van het subsidieloket het plan hebben geplaatst op de website, maar men hoeft geen contact te hebben gezocht. De reden hiervoor is dat er deze categorie aanvragen doorlopend kunnen worden ingediend. Natuurlijk is het advies om bij aanvragen op grond van artikel 6.2 eerst contact op te nemen met het team van CityLab010 voordat er een definitieve aanvraag wordt ingediend.

Artikel 10 Beslissing op aanvraag

In dit artikel wordt de beslissing op de aanvraag beschreven.

In artikel 10, lid 3 is bepaald dat binnen de beslistermijn een advies kan worden gevraagd bij een of meer externe deskundigen.

Artikel 11 Verplichtingen voor de subsidieontvanger

Hier staan de verplichtingen voor de aanvrager die subsidie ontvangt.

Artikel 12 Omzetbelasting

Hier wordt aangegeven dat de subsidie die wordt verstrekt inclusief de eventuele omzetbelasting is die de aanvrager over de lasten van de subsidieactiviteit(en) is verschuldigd. Deze omzetbelasting omvat zowel de door de subsidieaanvrager betaalde omzetbelasting op inkoopactiviteiten als de eventueel door subsidiënt verschuldigde btw over de verleende subsidie.

Paragraaf 2 Bijzondere bepalingen met betrekking tot innovatie

Artikel 13 Beoordelingscriteria Innovatie

In artikel 13 wordt de omschrijving van innovatie gegeven. Hier blijkt uit dat een aanvraag in aanmerking komt voor subsidie als het product, dienst of activiteit dat wordt ontwikkeld of ingezet voor de categorie waar subsidie voor wordt aangevraagd, niet op reguliere basis voorkomt in Rotterdam of in een deel van Rotterdam. Het betekent dat innovatieve initiatieven uit andere gemeenten ook in aanmerking voor subsidie komen als deze in Rotterdam worden uitgevoerd. Ook initiatieven die incidenteel in Rotterdam worden uitgevoerd komen in aanmerking voor een subsidie. In het laatste geval kan worden gedacht aan producten of een bepaalde manier van werken die nog in een experimenteerfase zit of een initiatief dat in een bepaald gebied in Rotterdam wordt uitgevoerd maar nog niet breder is uitgezet in de stad. Daarnaast moet de aanvraag in voldoende mate vernieuwend zijn voor ten minste één van de onderdelen die in artikel 13 lid 1a t/m 1j worden behandeld. Deze onderdelen zijn gebaseerd op het ‘Innovation framework’ (Keeley, Pikkel, Quinn & Walters). De onderzoekers die dit model hebben opgesteld hebben innovatie onderzocht en een model ontwikkeld om de mate van innovatie te kunnen toetsen.

Bij artikel 13, lid 1a (Beleving- Dienstverlening) is er sprake van het vergroten van het aanbod door een gerichte vernieuwde dienstverlening. Er kan worden gedacht aan het koppelen van een BMX-fietsschool aan het verbeteren van fietsvaardigheid onder jeugd op scholen om daarmee de veiligheid onder kinderen te vergroten.

Bij artikel 13, lid 1b (Beleving - Kanalen) is er sprake van het leveren van aanbod aan klanten en gebruikers op een vernieuwde wijze. Voorbeeld is een onderwijsprogramma dat techniekles biedt aan kinderen, gepresenteerd door andere kinderen die net wat ouder zijn. Omdat de techniekles door anderen wordt gegeven dan de juf of meester (wat nu gebruikelijk is), is het een innovatief aanbod. Dit is een vernieuwing in het kanaal. Het initiatief levert aanbod aan bassischolen op een vernieuwde wijze in het gebied.

Bij artikel 13, lid 1c (Beleving - Presentatie) is er sprake van een vernieuwde wijze waarop het initiatief een product, dienst of activiteit presenteert. Er kan worden gedacht aan het laten drijven van 20 bomen in zeeboeien in de Rijnhaven om het klimaatvraagstuk op een vernieuwende manier onder de aandacht te brengen.

Bij artikel 13, lid 1d (Beleving - Interactie) is er sprake van het bevorderen van aansprekende interacties tussen klanten en gebruikers op een vernieuwde manier. Voorbeeld is een initiatief waarbij een netwerk is gebouwd tussen het bedrijfsleven en de cultuursector. Dit netwerk bestaat uit ontmoetingen, evenementen en social media. De achterliggende gedachte van dit netwerk is dat mensen uit de cultuursector vaak moeilijk in contact komen met het bedrijfsleven, en andersom. Via dit netwerk wordt dit, op een aansprekende wijze, gestimuleerd.

Bij artikel 1, lid 1e (Aanbod - Uitvoering) is er sprake van een nieuwe activiteit, product of dienst, of vernieuwde kenmerken of functionaliteiten van een bestaande activiteit, product of dienst. Er kan worden gedacht aan het toevoegen van een speeltoestel aan een speeltuin voor kinderen met een beperking. Dit is een voorbeeld van vernieuwde kenmerken en functionaliteiten voor kinderen met een beperking.

Bij artikel 13, lid 1f (Aanbod - Systeem) is er sprake van aanvullend aanbod van producten, activiteiten of diensten op een vernieuwde manier. Een start-up is niet nieuw. Bij BlueCity is bijvoorbeeld binnen de uitgangspunten van circulaire economie ruimte, kennis en materialen beschikbaar voor jonge ondernemers of ontwerpers die aan de slag willen met duurzame maatschappelijke projecten, maar zelf niet de ruimte, kennis of materialen hebben om aan de slag te gaan. Daarbij worden de kennis, materialen en ruimte van ondernemers onderling ook beschikbaar gesteld voor elkaar. Binnen de context van de circulaire economie is dit een vernieuwende manier om start-ups te helpen.

Bij artikel 13, lid 1g (Configuratie - Verdienmodel) is er sprake van de vernieuwde wijze waarop een product, dienst of activiteit het verdienmodel inricht. Normaal gesproken gaat het aanvragen van een bijstandsuitkering bijvoorbeeld via de gemeente Rotterdam. Dit gaat via verschillende systemen en is redelijk arbeidsintensief. Randstad HR Solutions heeft dit proces overgenomen van de gemeente en heeft een nieuw systeem ontwikkeld. Hiermee hebben zij een nieuw verdienmodel gecreëerd: Randstad HR Solutions ontvangt per handeling een bijdrage van de gemeente. Daarbij is het nieuwe systeem van invloed op het verdienmodel van de gemeente, omdat zij tijd van medewerkers besparen en daarmee minder kosten maken.

Bij artikel 13, lid 1h (Configuratie - Netwerk) gaat het om een vernieuwende manier van samenwerking met anderen. Een voorbeeld is een hockeyclub die in Rotterdam West is ontstaan uit de samenwerking van een groep ouders, die graag samen een hockeyclub wilde oprichten met andere sportverenigingen, scholen en beheerders van openbare sportvelden.

Bij artikel 13, lid 1i (Configuratie - Structuur) is er sprake van een initiatief die op een vernieuwde wijze middelen en activiteiten structureert. Er kan gedacht worden aan het initiatief dat ervoor zorgt dat in één jaar tijd 400 jongeren uit achterstandswijken in Rotterdam een stage kunnen uitvoeren die gerelateerd is aan hun opleiding. Het initiatief heeft professionals (welzijn, scholen) en ondernemers met elkaar in contact gebracht op een laagdrempelige manier. Het initiatief zorgt ervoor dat activiteiten zoals bijeenkomsten en stages samen met middelen zoals een stageprogramma geregeld worden op een manier die voorheen nog niet op deze manier georganiseerd kon worden.

Bij artikel 13, lid 1j (Configuratie - Proces) is er sprake van een product, dienst of activiteit die vernieuwde methodes gebruikt om het werk te doen. Er kan gedacht worden aan het vergoten van ouderbetrokkenheid op een school door middel van een digitaal platform. Ouderbetrokkenheid is altijd een worsteling voor scholen. De initiatiefnemer richt ouderbetrokkenheid op een geheel andere manier in. Via een applicatie wordt de ouderbetrokkenheid gestimuleerd. Filmpjes, opgenomen gesprekken, foto’s en verslagen worden gedeeld op de applicatie die toegankelijk is voor het kind, de ouder en de leerkracht. Dit proces is nieuw voor mbo-scholen in Rotterdam.

Paragraaf 3 Bijzondere bepalingen met betrekking tot de categorieën

Artikel 14 Beoordelingscriteria categorie Buitenruimte

Hierin staan de beoordelingscriteria voor de categorie Buitenruimte. Het gaat om innovaties in het beheer van de buitenruimte: ideeën die ervoor zorgen dat de stad een aantrekkelijke, veilige en schone stad is om in te wonen, werken en recreëren. Meer informatie:

Artikel 15 Beoordelingscriteria categorie Werkgelegenheid

Hier staan de beoordelingscriteria voor de categorie Werkgelegenheid. De gemeente Rotterdam begeleidt mensen met een bijstandsuitkering richting werk. Een aanzienlijk deel van deze mensen heeft een beperkte beheersing van de Nederlandse taal. Dit geeft hun een extra afstand tot de arbeidsmarkt. De problemen variëren van laaggeletterdheid bij autochtone Rotterdammers tot en met Rotterdammers met een migratieachtergrond of vluchtelingenstatus. De gemeente spreekt over een taalachterstand als de persoon de Nederlandse taal beheerst onder het niveau B1/ 2F op alle taalvaardigheden: spreken, lezen, schrijven, luisteren en gespreksvaardigheden. Voor een deel werken werkzoekenden met een taalachterstand aan de verbetering van hun taalbeheersing via de inspanningsplicht uit de Wet taaleis.

Gezocht wordt, in aanvulling op de Wet taaleis, naar oplossingen voor (deeltijd) uitstroom uit de bijstand van mensen met een taalachterstand op basis van een analyse van de oorzaken van het problemen.

Voorbeelden:

  • Het creëren of vinden van werkzaamheden waarbij een taalachterstand geen probleem is. Dat zou ook een eigen onderneming kunnen zijn.

  • Het aanbieden van trajecten waarbij gewerkt wordt aan het wegnemen van de belemmeringen, waaronder de taalachterstand, in combinatie met het doel uitstroom richting werk.

Achtergrond

Er zijn verschillende groepen Rotterdammers die te maken hebben met een taalachterstand. Hieronder wordt een aantal voorbeelden genoemd maar dit is niet uitputtend:

  • De groep autochtone Rotterdammers die laaggeletterd zijn. Vaak zijn ze wat ouder en schamen zich voor hun beperktheid. Zij spreken en begrijpen Nederlands maar hebben moeite met lezen en/of schrijven. Deze mensen zijn vaak ook laag opgeleid. Deze mensen hadden in het verleden wel werk, zijn dat kwijt geraakt en komen nu niet gemakkelijk aan een baan vanwege problemen met die laaggeletterdheid.

  • Werkzoekenden met een migratieachtergrond die al dan niet de Nederlandse nationaliteit hebben. Soms hebben ze net hun inburgering gehaald en het vereiste A2 niveau of zijn ze al jaren in Nederland. A2 is een vrij laag niveau om aan het werk te komen en als de mensen niet vaak genoeg Nederlands spreken, zwakt het taalniveau weer af. In ieder geval is het taalniveau te laag om uit te kunnen stromen naar betaald werk dat in beeld is bij de gemeente. Verder is het ook belangrijk dat ze leren wat werken in Nederland inhoudt. Beschikken ze over de skills die de Nederlandse arbeidsmarkt vraagt?

De vraag is om te komen met een duurzame oplossing om mensen met een taalachterstand uit de bijstand te laten stromen richting werk, al dan niet in deeltijd. Idealiter worden de werkzoekenden geholpen om hun taalvaardigheden te verbeteren. Het is vooral van belang dat mensen gewoon aan het werk kunnen.

Artikel 16 Beoordelingscriteria categorie Economie

Hierin staan de beoordelingscriteria voor de categorie Economie. De initiatieven moeten een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de economie in Rotterdam. Meer informatie: www.rotterdam.nl/kaderstedelijkeontwikkeling.

Artikel 17 Beoordelingscriteria categorie Duurzaamheid en mobiliteit

Hierin staan de beoordelingscriteria voor de categorie Duurzaamheid en Mobiliteit. De initiatieven moeten een bijdrage leveren aan een toekomstbestendig, schoon en bereikbaar Rotterdam. Meer informatie:

Artikel 18 Beoordelingscriteria categorie Onderwijs

Hierin staan de beoordelingscriteria voor de categorie Onderwijs. Initiatieven moeten leiden tot een betere onderwijskwaliteit met een langdurig effect en aansluiten bij de Rotterdamse onderwijsvisie. Die is door diverse partners en de gemeente ontwikkeld en vastgelegd in ‘Leren Loont!’. Daarnaast dienen de initiatieven bij te dragen aan de thema’s van het Masterplan onderwijs: ‘onderwijs en arbeidsmarkt’, ‘talent ontdekken, ontwikkelen en benutten’ en ‘school en omgeving’. Zie voor een nadere toelichting het Masterplan Onderwijs

Artikel 19 Beoordelingscriteria categorie Sport

Hierin staan de beoordelingscriteria voor de categorie Sport. Bij deze beoordeling gaat het om initiatieven die Rotterdammers uitnodigen om (meer) te gaan sporten en bewegen. Om zo tot een optimaal sportaanbod te komen voor iedereen, waarmee het imago van Rotterdam als sportstad ook wordt versterkt. Meer informatie: www.rotterdamsportstad.nl/over-rotterdam-sportstad/beleid.html

Artikel 20 Beoordelingscriteria categorie Cultuur

Hierin staan de beoordelingscriteria voor de categorie Cultuur. Het moet gaan om initiatieven die de innovatieve potentie laten zien van cultuur op sociale, ruimtelijke en economische ontwikkelingen in Rotterdam. Initiatieven vanuit alle culturele disciplines en creatieve bedrijfstakken kunnen in de categorie Cultuur vallen. Voorbeelden van projecten zijn:

  • het geschikt maken van ruimten voor creatieve maakindustrie, waarin processen rond ontwerpen en maken zichtbaar en toegankelijk worden;

  • het organiseren van samenwerking tussen (studenten) ontwerpers en gebruikers gericht op in cocreatie vinden van design-oplossingen voor maatschappelijk gevoelde problemen;

  • het organiseren van projecten waarin culturele en creatieve ondernemers en organisatie samen met andere bedrijfstakken concreet onderzoek doen naar designoplossingen en/of designoplossingen vertalen in prototypen.

Meer informatie: collegeprogramma Rotterdam 2014 - 2018 

Artikel 21 Beoordelingscriteria categorie Droomstraten

Hierin staan de beoordelingscriteria voor de categorie Droomstraten. In een Droomstraat doen bewoners ingrepen in hun straat of buurt met als doel de straat meer te benutten voor spelen en ontmoeten en de sociale cohesie in de buurt te bevorderen. Droomstraten vinden plaats in één of meer van de negen Kansrijke Wijken. Een aanvraag wordt voorafgaand aan indiening voor subsidie besproken in het gemeentelijke Kendoe overleg van het betreffende gebied waar het project wordt uitgevoerd. Hierin zitten gemeentelijke experts op het gebied van ruimtelijke inpassing, beheer en draagvlak in het gebied. Meer informatie: www.woneninrotterdam.nl 

Artikel 22 Beoordelingscriteria categorie Veilig

Hier staan de beoordelingscriteria voor de categorie Veiligheid. Veiligheid is belangrijk voor iedereen die in Rotterdam woont. Bewoners, ondernemers en organisaties kunnen bij CityLab010 aanvragen indienen die een bijdrage leveren aan het verbeteren van een veilige stad en buurt. Meer informatie:

Artikel 23 Beoordelingscriteria categorie Schulden voorkomen en aanpakken

Hierin staan de beoordelingscriteria voor de categorie schulden voorkomen en aanpakken. Het moet hier om initiatieven gaan die bijdragen aan het voorkomen van schulden bij jongeren en bij het oplossen van schulden van Rotterdammers.

Bij de beoordeling wordt naast het innovatieve karakter van de aanvraag ook gekeken naar de samenwerking en de levensvatbaarheid van het initiatief zonder gemeentelijke subsidie.

Meer informatie over schulddienstverlening aan Rotterdammers op www.rotterdam.nl/rondkomen. Voor relevante beleidsstukken zie Meerjaren beleidsplan schulddienstverlening Rotterdam 2016-2019 en het Uitvoeringsplan Samenhang Schulddienstverlening. Met betrekking tot de doelgroep tot 27 jaar verwijzen we naar het programma Elke Jongere Telt.

Artikel 24 Beoordelingscriteria categorie Bestrijden Eenzaamheid

Hierin staan de beoordelingscriteria voor de categorie Bestrijden Eenzaamheid. Het moet gaan om initiatieven die leiden tot nieuwe samenwerkingsverbanden tussen maatschappelijke organisaties, bedrijven, sociaal ondernemers en actieve burgers. Deze coalities zijn een belangrijk middel om tot nieuwe inzichten en werkwijzen te komen om eenzaamheid te doorbreken. Meer informatie: www.rotterdam.nl/wonen-leven/voor-mekaar

Paragraaf 4 Inwerkingtredings- citeerbepalingen

Artikel 25 Inwerkingtredingsbepaling

Deze Nadere regels treden in werking op 1 februari 2018.

Artikel 26 Citeerbepaling

Als citeertitel van deze Nadere regels kan “Nadere regels CityLab010 2018” gebruikt worden.

Dit gemeenteblad 2018, nummer 1, is uitgegeven op 8 januari 2018 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halve Maanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)