Organisatie | Borger-Odoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Steenmarter beleidsplan gemeente Borger-Odoorn |
Citeertitel | Steenmarter beleidsplan gemeente Borger-Odoorn |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-04-2018 | Nieuwe regeling | 29-01-2013 | 12.22382 |
Steenmarter Beleidsplan Gemeente Borger-Odoorn
In januari 2002 riep de Directie Natuurbeheer gemeentebesturen op tot het structureren van de afhandeling van meldingen van overlast door beschermde diersoorten zoals de steenmarter (1) Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, G.H. Faber gaf aan dat bewoners veel overlast kunnen ondervinden wanneer er sprake is van een vaste slaap- of verblijfplaats, die niet verstoord mag worden. De overlast moet natuurlijk kunnen worden verholpen, maar dan wel in overeenstemming met de wet. Daarvoor is het nodig dat de afhandeling van meldingen over overlastveroorzakende beschermde diersoorten gestructureerd wordt en op de juiste manier gebeurd. Dit betekent dat, aldus de staatssecretaris;
Op grond van artikel 8 van de Woningwet moet de gemeente voorschriften opstellen voor het “bestrijden van schadelijke of hinderlijke gedierte”. Steenmarters zijn niet alleen schadelijk of hinderlijk maar daarnaast ook beschermd gedierte. De bestrijding (2) daarvan vraagt een eigen gedegen plan van aanpak.
De directie Natuurbeheer heeft gezorgd voor de ontwikkeling van cursussen bedoeld om een goede inzicht te krijgen van de leefwijze en het “bestrijden” van de steenmarter voor gemeenteambtenaren die belast zijn met het behandelen van meldingen. Op dit moment is dit ook beschikbaar voor particuliere bedrijven en instanties. Daarbij ligt het accent op het inzicht in het voorkomen of verhelpen van overlast. Deelnemers krijgen een certificaat uitgereikt. Gedeputeerde Staten is gevraagd slechts ontheffing te verlenen voor het verontrusten en wegvangen van beschermde soorten indien een certificaat kan worden overlegd. Door een voorlichtingscampagne is het publiek geïnformeerd hoe te handelen bij overlast.
Waarom nu een steenmarterbeheerplan? Een ontheffing ter bestrijding van steenmarter overlast moet op grond van artikel 68 van de Flora- en faunawet (Ffw) worden aangevraagd bij Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe. GS stelt als voorwaarde dat een aanvraag voorzien is van een beheerplan dat bij voorkeur door het college van Burgemeester en wethouders is vastgesteld. Dit laatste met het oog op mogelijke bezwaar- en beroepsprocedures. Op basis van een beheerplan kan een ontheffing worden aangevraagd voor een periode van 5 jaar. Is de ontheffing eenmaal door GS verleend, dan kan in geval van een melding, deze snel worden afgehandeld; een telefoontje naar de provinciale toezichthouder is voldoende.
Een ontheffing voor het bestrijden van overlast door steenmarters moet niet worden verward met een ontheffing die in het kader van bijvoorbeeld bestemmingsplanwijzigingen of gebruikswijzigingen in het kader van de Ffw aangevraagd moeten worden (Artikel 75). Artikel 68 van genoemde wet is uitsluitend gericht op situaties waarbij beschermde diersoorten overlast veroorzaken maar geen sprake is van een bestemmingsplan of gebruikswijziging. In praktische zin; een marter dringt in bestaande bouw door en gebruikt deze als tijdelijke cq vaste verblijfplaats. Er ontstaat daarbij stank en geluidsoverlast. Om de marter te bewegen elders een verblijfplaats te zoeken en derhalve de overlast weg te nemen is verstoring of wegvangen etcetera noodzakelijk. De daarvoor noodzakelijke ontheffing kan door GS worden verleend op grond van artikel 68 van de Flora en Faunawet.
Is er geen beheerplan dan zal per melding een ontheffing moeten worden aangevraagd. De behandeling daarvan kost 3 tot 5 weken met als gevolg dat de burger noodgedwongen moet wachten met alle gevolgen van dien. Dit past niet in de lijn die gemeente Borger-Odoorn voor ogen heeft, we willen de burger snel en adequaat van een probleem af helpen.
2. Steenmarters in Borger-Odoorn
De steenmarter (Martes foina) is een inheemse marterachtige. De dieren ter grootte van een kat zijn voornamelijk nachtactief. Het is een cultuurvolger die zich de laatste decennia in toenemende mate weet aan te passen aan het leven binnen de bebouwde kom. De steenmarter is een carnivoor die echter ook fruit en insecten eet. De aanwezigheid van steenmarters in woningen kan overlast veroorzaken. De dieren verzamelen prooien in hun nest. Met name prooiresten, uitwerpselen en urine leiden tot stank en schade aan de woning. In bijlage 1. is een beschrijving van de soort opgenomen.
Meldingen die binnen komen moeten serieus worden genomen, een burger heeft niet de kennis in huis om een geluid van een steenmarter te herkennen. Veel meldingen die binnen komen, kunnen ook worden toegeschreven aan muizen, dit is niet tegen te gaan. Een goede vraag stelling bij de melding is geen garantie dat het geen steenmarter betreft.
Omdat de Flora en faunawet niet voorziet in ontheffing voor particulieren mag worden aangenomen dat men vaak naar oplossingen zoekt en uitvoert die buitenwettelijk zijn en daardoor ongewenst. Gemeente Borger-Odoorn zal zich daarom moeten inzetten om in het bijzonder mensen te stimuleren marterklachten te melden zodat er op gepaste wijze kan worden gehandeld.
Landelijk is er sinds de jaren ‘80 sprake van een toename van steenmarters voornamelijk in de oostelijke provincies, maar ook in de rest van het land komt de steenmarter al voor. De steenmarter is een cultuurvolger die oorspronkelijk op boerenerven te vinden was, maar inmiddels de geneugten van het dorpsleven en de stads grenzen ontdekt heeft.
Aangenomen mag worden dat de steenmarter binnen de gemeente Borger-Odoorn redelijk algemeen is. Daarom moet rekening worden gehouden met regelmatig terugkerende overlastmeldingen. Overigens is het schatten van de populatiedichtheid erg lastig omdat de steenmarter voornamelijk ’s nachts actief is, meerdere verblijfplaatsen heeft en deze vaak niet langer dan een dag gebruikt. Zogenaamd uur hok gegevens (zoogdieratlas) geven dan ook vermoedelijk een nauwelijks realistisch beeld van de populatie (mededeling Vereniging voor Zoogdierkunde VvZ).
Er is binnen de gemeente Borger-Odoorn geen gemeentelijke contactambtenaar steenmarter, wel is er een ongedierte bestrijder in dienst.
De cursus die gevolgd hoort te worden omvat het gehele aanbod van levenswijze en herkenning van de steenmarter, wat wordt afgerond met een examen. Na het behalen krijgt men een certificaat van deskundigheid.
De verwachtingen zijn dat het aantal meldingen en de bekendheid van de steenmarter ook de meldingen zullen toenemen. Ook dat de gemeente op het gebied van overlast kan/gaat bijdragen tot maatregelen omtrent de overlast zal een toename van het aantal klachten tot gevolg hebben.
Borger-Odoorn heeft één medewerker bij de buitendienst die opgeleid zou kunnen worden om meldingen van overlast door steenmarters te kunnen behandelen. Deze (gecertificeerde) contactambtenaar, zoals ze in de Flora en fauna wet (Ffw) genoemd wordt, wordt door het College van Burgemeester en Wethouders bevoegd.
De verwachte toename van het aantal meldingen zal de druk op het personeel verzwaren. Wel moet men ervan uit gaan dat de intensiteit van de meldingen meer druk zal leggen op de ambtenaren. Men moet ervan uitgaan dat de functie van adviseur meer tijd gaat vergen in plaats van de neven functies die men heeft. Ook op het gebied van backoffice en administratie (verwerken melding). Zie hoofdstuk 2.5
Derden, mits kundig, in het bezit van een certificaat kunnen door de gemeente belast worden met de uitvoering van de advisering en eventueel verdere acties.
Het bewijs/certificaat van de aan gestelde contactambtenaar of derden bijvoegen bij dit beheersplan.
Een ontheffing ter bestrijding van steenmarter overlast, moet op grond van artikel 68 van de Flora- en faunawet worden aangevraagd bij Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe. GS stelt als voorwaarde dat een aanvraag voorzien is van een beheerplan dat bij voorkeur door het college van Burgemeester en Wethouders is vastgesteld. Dit laatste is met het oog op mogelijke bezwaar- en beroepsprocedures sterk aan te bevelen.
Op basis van een beheerplan kan een ontheffing worden aangevraagd voor een periode van 5 jaar. Is de ontheffing eenmaal door GS verleend, dan kan in geval van een steenmarterklacht deze snel worden afgehandeld. De gemeentelijke contactambtenaar kan dan na (telefonische) een melding bij de provinciale toezichthouder direct handelend optreden indien noodzakelijk. Dit wordt in de praktijk niet gedaan, maar is wenselijk dit één maal per jaar, een overzicht te doen richting de toezicht houder.
Is er geen beheerplan dan zal per melding een ontheffing moeten worden aangevraagd. De behandeling daarvan kost 3 tot 5 weken met als gevolg dat de burger noodgedwongen moet wachten. Vooral wanneer er sprake is van stankoverlast waarbij prooiresten, uitwerpselen en urine door een plafond / langs de muren lopen is dat niet acceptabel.
Dat past bovendien niet bij de intentie van Gemeente Borger-Odoorn, wel om snel en adequaat haar burgers terzijde te willen staan.
De gemeente Borger-Odoorn heeft een adviserende taak in het nemen van maatregelen ter voorkoming en beperking van schade door marters aan opstallen van derden. Het nemen van de geadviseerde maatregelen geschiedt door betrokkenen of derden, in opdracht van en op rekening van betrokkenen. Vangst, verplaatsing en afschot zijn voorbehouden aan de gemeente en worden slechts door haar of in opdracht van haar door bevoegde partijen uitgevoerd. Indien betrokkenen geadviseerde maatregelen niet uitvoert, zal bij schade door marters als gevolg daarvan de gemeente niet over gaan tot vangst of afschot.
De vermeende aanwezigheid van een steenmarter is voor sommige mensen voldoende om van de overheid te eisen dat het dier uitgeroeid wordt. Ten einde gehoor te geven aan de wettelijke zorgplicht als bedoeld in artikel 2 van de Flora en faunawet (Ffw) dient het gebruik van een ontheffing van GS op grond waarvan de steenmarter kan worden bestreden steeds gericht te zijn op enerzijds;
In Borger-Odoorn wordt, om dit te bereiken het volgende protocol toegepast.
Protocol is zowel voor woningen als voor auto’s samengesteld.
Schematische beschrijving hoe te werk te gaan bij meldingen.
2.6 Schematische beschrijving van werkzaamheden
De steenmarter wordt beschermd door de Flora en faunawet. Het verjagen, vangen of doden van steenmarters is alleen toegestaan indien daarvoor een ontheffing is verleend door Gedeputeerde Staten. Ook is het verboden vaste rust- of verblijfplaatsen te verstoren. In het Besluit beheer en schadebestrijding dieren is geregeld (§ 3 artikel 4. lid 1 onder a) dat een ontheffing mogelijk is voor onder andere: “de voorkoming en bestrijding van schade of belangrijke overlast veroorzaakt door steenmarters aan gebouwen of zich daarin of daarbij bevindende roerende zaken.”
In de artikelen 5 en 9 van dit besluit is bepaald met welke middelen schadeveroorzakende dieren, indien noodzakelijk, gevangen of gedood mogen worden.
Het vangen van steenmarters is mogelijk met een vangkooi of kast val, deze kan het beste uitgerust zijn met een meld systeem(4) die direct melding maakt dat er iets in de val zit. De desbetreffende melding moet binnen 3 uur in behandeling worden genomen. Dit tijds limiet wordt gegeven omdat de steenmarter niet gemakkelijk gevangen kan worden en meestal zit een ander dier (kat, bunzing, wezel, hermelijn etc.) in de val. Om overlast van lawaai tegen te gaan in de omgeving van de vangkooi is 3 uur een aannemelijk tijds limiet. In de ontheffing van GS wordt aangegeven welke andere middelen zij toestaat. Ook moet iedere dag vers voedsel in de kooi geplaatst en gecontroleerd worden.
Van belang is dat in artikel 6 van het besluit, is bepaald dat de in artikel 5 aangewezen middelen ter bestrijding van schade door dieren slechts gebruikt mogen worden indien er schriftelijk toestemming verleend is aan betrokkenen. Voor het betreden van de door hem gebruikte gronden of opstallen.
Op grond van Artikel 2 van de Flora en faunawet (zorgplicht) moeten klachten aangaande de steenmarter op een wijze opgelost worden, dat de desbetreffende steenmarters er geen of zo min mogelijk nadeel van ondervind. Een dier doden geeft geen garantie voor het oplossen van problemen. Een steenmarter is een territoriaal dier en laat geen soortgenoten toe in het leefgebied tenzij er sprake is van de voortplantingsperiode. Daarom heeft wegvangen geen nut van betekenis.
De buurman/vrouw zal zodra een gebied niet meer wordt bezet dit gebied overnemen. Het identificeren van de boosdoener is lastig, de kans een “onschuldig” exemplaar af te schieten is dus aanwezig. Bovendien wordt een geschikt territorium weer bezet door een nieuw (jong) dier. Vangen met een kooi (met sensor() en dan verplaatsen is alleen effectief als de dieren ten minste 25 km buiten hun territorium geplaatst worden. Bekend is dat steenmarters over grote afstanden hun oorspronkelijke territorium terug vinden. Dieren die in een reeds bezet territorium belanden worden daar door de eigenaren niet geduld en verjaagd. Als gevolg van territoriumgevechten kunnen dieren uiteindelijk bezwijken.
Teneinde inzicht te krijgen in de omvang van overlast en schade door steenmarters en de ontheffing van GS is bepalend. Tegen dat besluit kan bezwaar en of beroep worden ingesteld. Betreffende het voorkomen van en bestrijden van schade en of belangrijke overlast veroorzaakt door steenmarters, is registratie van meldingen en archivering van de afhandeling hiervan gewenst. Deze wordt in paragraaf 3.1 beschreven. Aansluitend is in paragraaf 3.2 de procedure beschreven welke gevolgd wordt wanneer besloten wordt gebruik te maken van de ontheffing als bedoeld in artikel 68 van de Ffw.
3.1. Registratie van meldingen.
Indien er sprake is van overlast door steenmarters kunnen particulieren en bedrijven dit melden bij de gemeente. De behandeling van de melding wordt inzichtelijk gemaakt in onderstaand overzicht (zie ook pagina 7).
Een melding komt binnen. Alle meldingen worden geboekt in het gemeentelijk klachtensysteem. De melding wordt door de betreffende afdeling bij de planner van de gemeente of bij derden gemeld. Dit gaat doormiddel van een klachten formulier met een registratie nummer. De afdeling planner of derden gaan verder met de afhandeling van de melding.
De contactambtenaar of derden, maakt een afspraak met de meld(st)er en bezoekt de locatie. Er wordt terplekke een rapportage gemaakt die mondeling medegedeeld wordt aan de meld(st)er. Hierna gaat de rapportage naar de afdeling, waar getypte rapportages worden gemaakt van de bevindingen. Een van de rapporten wordt toegezonden aan de meld(st)er. Indien noodzakelijk, d.w.z. indien de gemeente voornemens is gebruik te maken van de ontheffing, wordt melding gedaan bij provincie (zie ook § 3.2.). Eens per jaar komt de provincie bij de gemeente of derden op bezoek, om inzicht te krijgen van de meldingen die zijn binnen gekomen. Alle stukken gaan naar één dossier.
Nazorg; na 2 maanden neemt de contactambtenaar/derden contact met de meld(st)er op, doet navraag en onderneemt actie indien noodzakelijk. Ook de nazorg wordt gerapporteerd en aan het dossier toegevoegd.
3.2 Registratieformulier steenmarter
sprake van belangrijke / minder ernstige / overlast / schade is inpandig / uitpandig (doorhalen wat niet van toepassing is, deze reeks is bepalend voor uitgaande brief model II,III,IV,V,VII)
gebruiksfrequentie locatie door steenmarter:
dagelijks / wekelijks / maandelijks / periodiek
zichtbaar zogend dier / nest met jongen ja / nee
Indien vangen niet lukt en belangrijke overlast of schade blijft ontstaan dan adviseren alternatieve huisvesting in de nabijheid aanbieden. Brief sturen waarin we melden dat vangst niet lukt en |
3.4 Toestemming betreden opstal
Verklaart hierbij eigenaar te zijn van het perceel en de zich hierop bevindende opstallen;
Ondergetekende verklaart de door gemeente ------------------- aangewezen “contactambtenaar steenmarter” ----------------------------- evenals hem in die functie bijstaande personen , toestemming te verlenen voor het betreden van bovenstaand perceel alsmede zich hierop bevindende opstallen teneinde onderzoek naar het gebruik door steenmarter te kunnen uitvoeren.
Voorzover ondergetekende niet de gebruiker van het perceel en de opstallen is informeert hij/zij de gebruiker over de aan ----------------- verleende toestemming.
Handtekening: ……………………. ( dhr./mevr. ………………………..)
3.5 Procedure gebruik ontheffing.
Bij constatering van belangrijke overlast en of schade wordt gebruik gemaakt van de ontheffing voor verjagen van de steenmarter via de buiten zijde van het pand.
Het vangen, uitzetten en doden van steenmarters wordt gemeld bij de provinciale toezichthouder. De te volgen procedure bij toepassing van de ontheffing wordt hieronder beschreven.
Het voorgenomen gebruik van de ontheffing wat betrekking heeft op het vangen, uitzetten en doden van de steenmarter wordt gemeld bij de provinciale toezichthouder. De omgeving wordt geïnformeerd. Na toestemming van de toezichthouder worden de dieren gevangen met een vangkooi of klap val, (zoals besproken in §2,6) of gedood. De dieren worden op ten minste 25 km van de vanglocatie losgelaten in een geschikte biotoop. Betreffend opstal wordt alsnog steenmarter proof gemaakt.
De in het kader van de melding opgestelde rapportage (zie § 3.1) wordt op verzoek naar de provincie verzonden. Jaarlijks wordt een overzicht van het gebruik van de ontheffing verstuurd aan Gedeputeerde Staten van Drenthe, t.a.v. Team Flora- en fauna wet Mevrouw H. Vrugteman, postbus 122, 9400 AC Assen.
Bij gebruik van de ontheffing moet de gemeentelijke contactambtenaar of derden altijd een kopie van de ontheffing bij zich dragen plus een legitimatiebewijs, certificaat steenmarters en bewijs van vakbekwaamheid5.
Bijlage 1 Steenmarter Beheerplan Gemeente Borger-Odoorn
Komt voor in Europa met uitzondering van IJsland, Scandinavië, Groot-Brittannië en Ierland. In Nederland vroeger bijna overal, maar alleen in oosten en zuiden algemeen. Sterke achteruitgang door jacht in de 19e en 20e eeuw. Tussen ’60 en ’75 dieptepunt. Eind jaren zeventig raakte Noordoost Nederland (Zuidoost Groningen (Ter Apel e.o.), Oost Drenthe en aansluitend Twente) weer bevolkt. Momenteel in geheel Noord, midden en Oost Nederland. Rekolonisatie Brabant vanuit België. Behalve op platteland ook in steden en verstedelijkt gebied.
Formaat kleine kat, slank; poten korter, bij lopen kun je er niet onderdoor kijken (“kleeft” aan de grond). Staart lang en vol behaard, eenderde van de totale lengte. Grijsbruin, ondervacht grijswit of wit. Keelvlek is (vuil)wit en loopt door tot op de voorpoten. Klein oren aan randen dun behaard. Neuspunt lichtgekleurd / vleeskleurig. Snuit tussen neuspunt en oren is veel lichter dan de poten. Onbehaarde voetzolen.
Leeft in zowel agrarische gebieden als in verstedelijk gebied. Territoria 10 –150 ha, bij mannetjes tot 500 ha. Overlap is mogelijk. Voedsel knaagdieren, jonge konijnen, vogels, eieren, kevers, rupsen, vruchten en bessen een echte omnivoor. In de winter de maaltijden die de mensen ophangen voor de vogels zoals: vetballen, pinda’s, brood en dergelijke. Slaapt in de zomermaanden in takkenhopen, houtstapels, boomholtes, struwelen en in de winter op zolders, kruipruimtes, plekken waar het aangenaam warm is en aanwezigheid is van diverse isolatie materialen. Wisselt regelmatig van slaapplaats. Bij slaapplaats vaak latrine waarin keutels en zijn (voedsel)kadavers, waar in de zomer de meeste klachten van komen s’Nachts actief (6 tot 8 uur) en territoriaal. Paartijd juni-juli. Een tot twee jongen, uitzonderingen vier tot vijf, in maart-april. Na 6 á 9 weken binnen te hebben gezeten gaan ze naar buiten. Ongeveer na 4 à 5 maanden zelfstandig, de zoon blijft langer bij de moeder waardoor je ook wel eens twee steenmarters in de winter hoort en ziet. Voornaamste vijanden hond en vos, veel verkeersslachtoffers. Maken weinig geluid; mekkerende tokkende geluiden, soms grommen / schreeuwen bij angst of opwinding. Jongen in nest piepen.
Bijlage 2 Steenmarter Beheerplan Gemeente Borger-Odoorn
Overzicht meldingen Steenmarter 2011/2012.
De meldingsoverzichten van 2011 en 2012 komen uit het meld systeem van de gemeente
In betreffende periode werd er niet systematisch geregistreerd. Niet duidelijk is of er werkelijk sprake is van een steenmarter of van een andere diersoort die overlast veroorzaakt.
Men heeft deze meldingen in behandeling genomen en geadviseerd aan de hand van wat men weet.
Omdat de Flora en faunawet niet voorziet in ontheffing voor particulieren mag worden aangenomen dat genoemde oplossingen buitenwettelijk zijn en daarom ongewenst. Borger-Odoorn zal zich daarom moeten inzetten om mensen te stimuleren marterklachten te melden opdat er op gepaste wijze kan worden gehandeld.
Bijlage 3 Steenmarter Beheerplan Gemeente Borger-Odoorn
Besluit beheer en schadebestrijding dieren
Tekst zoals deze geldt op 23 juli 2010
BESLUIT van 28 november 2000, houdende regels voor beheer en de bestrijding van schade aangericht door dieren (Besluit beheer en schadebestrijding dieren)
WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 18 februari 2000, nr. TRCJZ/2000/1840, Directie Juridische Zaken;
Gelet op artikel 8 van Richtlijn nr. 79/409/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand (PbEG L 103) en artikel 15 van Richtlijn nr. 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PbEG L 206);
Gelet op de Beschikking van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie van 24 mei 1976 met betrekking tot de bescherming van de vogelstand (Trb. 1976, 108) en de Beschikking van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie van 24 september 1984 strekkende tot de limitatieve opsomming van de te bezigen geweren en munitie bij de jacht op de onderscheiden wildsoorten (Trb. 1987, 2);
Gelet op de artikelen 15, eerste en tweede lid, 65, eerste lid, 68, eerste lid, onderdeel e, 72, 75, eerste en vierde lid, onderdeel c, en 76, eerste lid, van de Flora- en faunawet;
De Raad van State gehoord (advies van 26 mei 2000, nr. W11.00.0067/V);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 21 november 2000, nr. TRCJZ/2000/9482, Directie Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
In dit besluit wordt verstaan onder:
mistnetten: netten, in banen, aan het stuk of in bepaalde vorm, vervaardigd van garens van synthetische of kunstmatige vezels met een totale massa van minder dan 150 deniers (16,2 milligram per meter) en waarvan de maaswijdte gemeten over het garen, van knoop tot knoop, kleiner is dan 35 millimeter;
§ 2. Aanwijzing schadelijke beschermde inheemse diersoorten
Als beschermde inheemse diersoorten die in het gehele land veelvuldig belangrijke schade aanrichten als bedoeld in artikel 65, eerste lid, onderdeel a, van de wet zijn aangewezen de soorten genoemd in bijlage 1 bij dit besluit.
Als beschermde inheemse diersoorten die in delen van het land veelvuldig belangrijke schade aanrichten als bedoeld in artikel 65, eerste lid, onderdeel b, van de wet zijn aangewezen de soorten genoemd in bijlage 2 bij dit besluit.
§ 3. Aanwijzing andere belangen voor het verlenen van ontheffingen en vrijstellingen
Als andere belangen als bedoeld in artikel 68, eerste lid, onderdeel e, van de wet, zijn aangewezen:
het reguleren van de populatieomvang van dieren, behorende tot de diersoorten edelhert, ree, damhert of wild zwijn, met dien verstande dat vanwege dit belang slechts ontheffing kan worden verleend indien de aanleiding is gelegen in de schadehistorie ter plaatse en van het omringende gebied of de maximale populatieomvang in relatie tot de draagkracht van het gebied waarin de dieren zich bevinden;
§ 4. Middelen voor beheer en bestrijding van schade
Uiterlijk op 1 april van enig jaar wordt van de inzet van de methode en het resultaat daarvan telkenmale door de houder van de vergunning, bedoeld in artikel 67, eerste lid, van de wet, of van de ontheffing bedoeld in artikel 68, eerste lid, van de wet schriftelijke melding gemaakt bij het bestuursorgaan dat het besluit, bedoeld in onderdeel b, heeft genomen.
Geen ontheffing wordt verleend van het verbod van artikel 9 van de wet op grond van de belangen als bedoeld in artikel 68, eerste lid, onderdeel c en d, van de wet voor edelherten, damherten, reeën en wilde zwijnen die even op ingerasterde terreinen met een oppervlakte kleiner dan 5000 hectare.
Levende lokvogels worden slechts gebruikt voorzover:
het gefokte eksters, gefokte zwarte kraaien of gefokte kauwen betreft, als hulpmiddel voor het vangen van eksters, zwarte kraaien onderscheidenlijk kauwen, met vangkooien of met kastvallen die zodanig zijn vervaardigd dat in de kastval geen lichamelijk contact mogelijk is tussen de lokvogel en de te vangen vogel, en
§ 5. Aanwijzing verboden middelen
De aanwijzingen, bedoeld in artikel 15, tweede lid, van de wet zijn niet van toepassing voor klemmen en vangkooien voorzover de houder daarvan kan aantonen dat deze middelen strekken tot geoorloofd gebruik voor het vangen of doden van dieren bij of krachtens de artikelen 65 tot en met 70 van de wet.
Artikel 11a [Vervallen per 05-10-2009]
Een wijziging van richtlijn 92/43/EEG gaat voor de toepassing van de artikelen van dit besluit gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven.
Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit beheer en schadebestrijding dieren.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
's-Gravenhage, 28 november 2000
De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, G.H. Faber
Uitgegeven de zevende december 2000
Bijlage 1, als bedoeld in artikel 2 van het Besluit beheer en schadebestrijding dieren
Bijlage 2, als bedoeld in artikel 3 van het Besluit beheer en schadebestrijding dieren