Organisatie | Velsen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels bestuurlijke boete wet basisregistratie personen Velsen 2018 |
Citeertitel | Beleidsregels bestuurlijke boete wet basisregistratie personen Velsen 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
BRP
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-02-2018 | nieuwe regeling | 16-01-2018 Elektronisch gemeenteblad 1 februari 2018 | B17.0490 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen,
gelet op het bepaalde in artikel 4.17 van de Wet basisregistratie personen en titel 5.4 van de Algemene wet bestuursrecht,
overwegende dat het wenselijk is om burgers aan te zetten tot het nakomen van verplichtingen die de Wet basisregistratie personen aan hen oplegt, om fraude en andere onwenselijke gedragingen rondom die verplichtingen te voorkomen en te bestrijden, overwegende dat het wenselijk is om de kwaliteit van de gegevens over de ingeschrevenen in de Basisregistratie personen verder te verhogen,
overwegende dat het wenselijk is om de uitvoering van het handhavingsinstrument van de bestuurlijke boete uit artikel 4.17 van de Wet basisregistratie personen voor de gemeente Velsen in beleidsregels vast te leggen,
Beleidsregels bestuurlijke boete Wet basisregistratie personen gemeente Velsen 2018
Artikel 3 Vastgestelde boetes voor verschillende overtredingen
De boete bedraagt € 325 in de volgende gevallen:
De boete bedraagt € 200 in de volgende gevallen
Het ontbreken van verwijtbaarheid wordt in beginsel niet aangenomen, in de volgende situaties waarin de overtreder:
a.al eerder eenzelfde overtreding in de zin van artikel 4.17 Wet BRP heeft begaan;
b. de inhoud van de correspondentie van de gemeente niet zegt te begrijpen, daaronder mede begrepen vanwege gestelde onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal;
c.stelt niet op de hoogte zijn van de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 4.17 van de wet;
d.niet aantoonbaar stelt reeds in een eerder stadium aan zijn verplichting te hebben voldaan;
e.stelt langere tijd niet in staat te zijn geweest zijn belangen te behartigen, doordat hij tijdelijk niet op het adres zegt te wonen. Hieronder wordt ook begrepen tijdelijk verblijf in het buitenland, tijdelijk verblijf in instelling voor de gezondheidszorg, instelling op het gebied van kinderbescherming of penitentiaire instelling
f. stelt door slechte postbezorging of gebreken aan of ontbreken van een brievenbus geen post te hebben ontvangen;
g. aangemerkt wordt als gelegenheidsgever, die een verklaring heeft getekend dat de andere persoon woont op zijn adres, terwijl vastgesteld is dat hij er niet woont;
h. aangemerkt wordt als gelegenheidsgever in de zin van sub g van dit artikel en stelt dat de andere persoon niet langer op het adres woont, terwijl hij niet aantoont dat de andere persoon recentelijk verhuisd is naar een ander adres of vertrokken is naar het buitenland en daarvan nog niet binnen de wettelijke termijn als bedoeld in artikel 2.39 en 2.43 van de wet aangifte heeft gedaan
Artikel 5 Onvoorziene omstandigheden
In de gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.