Organisatie | Medemblik |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Medemblik houdende regels omtrent marktgelden Verordening marktgelden 2018 |
Citeertitel | Verordening marktgelden 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening marktgelden 2017.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 14-12-2017 | Z-17-009548 |
De raad van de gemeente Medemblik;
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 november 2017;
Gelet op artikel 229 eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;
Besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2018
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Standplaats: plaats op of aan de openbare weg buiten een markt waarop ambulante handel wordt uitgeoefend;
Dag: periode van 00.00 tot 24.00 uur waarbij een gedeelte van een dag als dag geldt;
Kwartaal: een kalenderkwartaal;
Jaarmarkt: de jaarmarkt, aangeduid als lappendag, op de laatste dag van de kermis in de kern Medemblik;
Marktgeld: een heffing voor het innemen van een standplaats op het voor het houden van de wekelijkse warenmarkt bestemde terrein;
Staangeld: een heffing voor het innemen van een standplaats op het daartoe aangewezen terrein anders dan de wekelijkse warenmarkt.
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene die een standplaats als vermeld in artikel 2 heeft ingenomen.
1.De marktgelden op de wekelijkse warenmarkt bedragen voor het innemen
van elke m1 of een gedeelte daarvan per dag of een gedeelte daarvan
2.De marktgelden op de wekelijkse warenmarkt bedragen voor het innemen
van elke 2 m1 of gedeelte daarvan per dag of een gedeelte daarvan
3.De marktgelden op de jaarmarkt bedragen voor het innemen van elke
2 m1 of gedeelte daarvan per dag of een gedeelte daarvan € 2,08
4.In afwijking van het bepaalde in artikel 5 lid 1 bedraagt het marktgeld
voor het innemen van een standplaats op de wekelijkse warenmarkt
per m1 of een gedeelte daarvan, per kalenderkwartaal € 20,46
5.In afwijking van het bepaalde in artikel 5 lid 2 bedraagt het marktgeld
Voor het innemen van een standplaats op de wekelijkse warenmarkt
Per 2 m1 of een gedeelte daarvan, per kalenderkwartaal € 20,46
6.De staangelden bedragen per vierkante meter voor één dag of een
gedeelte daarvan per week gedurende een heel jaar € 20,46
7.Als men gebruikt maakt van de gemeentelijke voorziening voor
elektra voor één dag of een gedeelte daarvan per week gedurende een
heel jaar worden de staangelden in afwijking van artikel 5 lid 6
8.De staangelden bedragen voor het innemen van een incidentele
standplaats per vierkante meter voor één dag of een gedeelte daarvan € 20,46.
De markt- en staangelden worden geheven door middel van een mondelinge of een gedagtekende schriftelijke factuur, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur, waarop het verschuldigde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling of door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, of als een vrijstelling als genoemd in artikel 9 vervalt, is het recht verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in het jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, of als een vrijstelling als genoemd in artikel 9 van toepassing wordt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Geen staangeld wordt geheven voor het innemen van ideële incidentele standplaatsen door instellingen of personen voor een standplaats op het gebied van maatschappelijk/sociaal-culturele activiteiten of activiteiten op het gebied van de volksgezondheid.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de markt- en staangelden.
De ‘Verordening marktgelden 2017’ vastgesteld op 8 december 2016 door de raad van de gemeente Medemblik wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Als de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.