Organisatie | Neder-Betuwe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Neder-Betuwe houdende regels omtrent Integrale Visie Openbare Ruimte (IVOR) 2018-2028 |
Citeertitel | Integrale Visie Openbare Ruimte (IVOR) 2018-2028 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Bijlage 1: Rapportage |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-01-2018 | nieuwe regeling | 07-12-2017 | 17/02273 |
De gemeente Neder-Betuwe ontwikkelt zich tot een participatiegemeente waarin de gebruiker van de openbare ruimte een steeds prominentere rol krijgt. Deze nieuwe rol brengt met zich mee dat wij samen met de gebruikers, zoals inwoners, ondernemers (de zogenaamde stakeholders) etc. onze doelen en belangen helder moeten benoemen. Dit vraagt om een integrale visie openbare ruimte (IVOR), die het strategische kader is voor ontwikkeling van de openbare ruimte tot 2028.
De openbare ruimte is voor gebruikers een samenspel aan functies. De manier waarop de openbare ruimte wordt ingericht, beheerd en gebruikt bepaalt hoe deze wordt beleefd. Hieronder zijn de gemeentelijke keuzes op de vijf thema’s uit de IVOR kort toegelicht.
A: Vasthouden aan de dorpskarakteristiek: De karakteristieke opbouw en uitstraling van de dorpen moet in stand worden gehouden, zowel bij grootschalige als kleine ontwikkelingen in de openbare ruimte.
B: Vernieuwen met een knipoog naar het verleden: Nieuwe ontwikkelingen zijn vanuit economisch, verkeerskundig of de leefbaarheid van een dorp noodzakelijk. Oude, karakteristieken worden daarbij zoveel mogelijk behouden.
Behoud van de karakteristieke, groene en landelijke uitstraling van het Betuwse rivierenlandschap is van groot belang voor de gemeente Neder-Betuwe.
Behoud van de karakteristieke landschapselementen als dijken, wielen, kerken, boomgaarden, waterlopen, monumenten en historische linten in en om de dorpen. Waar mogelijk worden deze opgewaardeerd of beter zichtbaar gemaakt.
In naoorlogse woonwijken is het contrast tussen oud en nieuw het uitgangspunt bij nieuwe inrichtingen en is de identiteit van ondergeschikt belang.
A: Afgestemd op doelgroepen: De behoefte van één/enkele doelgroep(en) is leidend voor de openbare ruimte. Bijvoorbeeld in de dorpen met welzijnszones is in de openbare ruimte meer aandacht voor zorg gerelateerde voorzieningen.
B: Variatie in inrichting en gebruiksmogelijkheden zodat het voor alle inwoners bruikbaar is: Bij de inrichting en het beheer van de openbare ruimte wordt gezocht naar een combinatie van gebruikerswensen van alle doelgroepen.
Sociale veiligheid en verkeersveiligheid, toegankelijkheid en beleving zijn belangrijke randvoorwaarden voor een gebruiksvriendelijke openbare ruimte.
De gemeente Neder-Betuwe houdt extra rekening met de kwetsbare doelgroepen als kinderen, ouderen en lichamelijke beperkten. Zodat iedere inwoner een plek heeft in de openbare ruimte.
De gemeente Neder-Betuwe wil graag inspelen op nieuwe vormen van gebruik door de inrichting van de openbare ruimte zoals meer sporten in de openbare ruimte, natuurlijk en avontuurlijk spelen en het levensloopbestendig maken van de openbare ruimte.
De inrichting en het beheer van de openbare ruimte moet afgestemd zijn op het gebruik en de aanwezige functies.
A: Alles op één kwaliteitsniveau. De totale openbare ruimte wordt op één kwaliteitsniveau onderhouden. Daarbij wordt geen onderscheidt gemaakt tussen structuurdelen. Een woonwijk ziet er dus hetzelfde uit als een centrumgebied.
B: In de openbare ruimte zijn verschillende kwaliteitsniveaus aanwezig. Ieder structuurdeel of element (trottoir, gazon, lichtmast o.i.d.) kan een ander kwaliteitsniveau hebben.
Om één overall verzorgingsbeeld te realiseren werken alle disciplines op basis van gelijkwaardige kwaliteitseisen. Alle beheerdisciplines binnen gemeentelijk organisatie werken dan ook volgens de landelijk vastgestelde beeldsystematiek van het CROW.
De gemeente kiest voor een verzorgingsbeeld dat op verschillende niveaus wordt onderhouden:
De inrichting van de openbare ruimte moet aansluiten op de onderhoudskwaliteit die geleverd moet worden. In de huidige openbare ruimte van Neder-Betuwe voldoet niet alle inrichting aan het gevraagde verzorgingsbeeld. Voor een volledige uitvoerbaarheid van het gewenste verzorgingsbeeld is het dus noodzakelijk dat de gemeente ook investeert in het aanpassen van de openbare ruimte.
A: Reactief. Bij toekomstige ontwikkelingen wordt bekeken welke mogelijkheden er zijn om maatregelen voor klimaatadaptatie in te passen. Maatregelen hoeven niet altijd zichtbaar te zijn in de openbare ruimte.
B: Proactief. De gemeente gaat actief onderzoeken waar mogelijkheden liggen om adaptatiemaatregelen toe te passen, ook als hiervoor nog geen directe aanleiding is. De maatregelen worden zoveel mogelijk zichtbaar in de openbare ruimte aangebracht.
De gemeente Neder-Betuwe inventariseert de risico’s die klimaatverandering met zich meebrengt. De maatregelen die uit deze inventarisatie naar voren komen worden opgenomen in het nieuw op te stellen Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). De belangrijkste speerpunten zijn daarbij:
A: Hoge ambities voor echt bijzondere flora/fauna soorten (natuurwaarden). De natuurwaarden zijn belangrijker dan de toegankelijkheid of beleefbaarheid van een gebied.
B: Natuur is zichtbaar aanwezig in de directe woonomgeving van de inwoners. De natuur is aaibaar en beleefbaar, maar daardoor ecologisch niet heel bijzonder.
Met de inrichting van de openbaar ruimte kiest de gemeente Neder-Betuwe voor natuurbeleving: het ruiken van de bloesem, het horen van bijen, het zien van de seizoenen en het proeven van de vruchten van de bomen.
De openbare ruimte heeft waar mogelijk een ecologische inslag gericht op biodiversiteit. Daarnaast kiezen wij voor een bloeiende en vruchtdragende beplanting zodat niet alleen mensen maar ook dieren profiteren van het openbaar groen. Hierbij ligt een duidelijk accent op het stimuleren van meer drachtplanten voor bijen.
De gemeente Neder- Betuwe stimuleert initiatieven om (bedreigde) dier- en plantensoorten te beschermen en indien nodig opnieuw te introduceren.
De natuurontwikkeling in de uiterwaarden richt zich vooral op het agrarisch natuurbeheer in combinatie met recreatieve functies zoals uitzichten vanaf de dijken en ommetjes (klompenpaden) vanuit de dorpen richting het buitengebied en de uiterwaarden.
Beleefbare natuur voor kinderen vooral op schoolpleinen en speelplekken.
Het huidig beleid/beheer van alle disciplines sluit aan op de Integrale Visie Openbare Ruimte. Bij nieuwe ontwikkelingen zijn de uitgangspunten van het thema identiteit een randvoorwaarde voor inrichting van de openbare ruimte.
Ambities vanuit andere disciplines:
Het huidig beleid/beheer van alle disciplines sluit aan op de Integrale Visie Openbare Ruimte. Bij nieuwe ontwikkelingen zijn de uitgangspunten van het thema bruikbaarheid een randvoorwaarde voor inrichting van de openbare ruimte.
Specifieke ambitie voor de disciplineSpelen: In de toekomst meer aandacht voor andere type van spelen en gebruik van de openbare ruimte, bijvoorbeeld sporten of bewegen voor ouderen. Voor de meeste disciplines sluit het beleid/beheer aan op de Integrale Visie Openbare Ruimte. Bij nieuwe ontwikkelingen zijn de uitgangspunten van het thema uitstraling een randvoorwaarde voor inrichting van de openbare ruimte.
Het huidige beleid/ beheer van alle disciplines sluit aan op de Integrale Visie Openbare Ruimte. Voor de discipline wegen is dit zelfs in het Wegenbeheerplan vastgelegd (wegen in de centrumgebieden hoog, overige basis). Bij nieuwe ontwikkelingen zijn de uitgangspunten van het thema uitstraling een randvoorwaarde voor inrichting van de openbare ruimte.
Ambities vanuit andere disciplines:
Klimaatadaptatie is binnen alle disciplines een belangrijk item. Op dit moment is hiervoor specifiek aandacht bij de disciplines riolering en water. Bij het opstellen van nieuwe plannen is klimaatadaptatie ook binnen de andere disciplines een hoofdthema.
Ambities vanuit andere disciplines:
Natuur en biodiversiteit heeft een sterke relatie met de discipline groen. Het recent opgestelde groenbeleidsplan sluit dan ook goed aan op de IVOR. Vanuit andere disciplines kan worden bijgedragen aan het realiseren van deze doelstellingen door: