Organisatie | Noordoostpolder |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordoostpolder houdende regels omtrent individuele inkomenstoeslag Beleidsregels individuele inkomenstoeslag Noordoostpolder 2018 |
Citeertitel | Beleidsregels individuele inkomenstoeslag Noordoostpolder 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-01-2018 | 01-01-2018 | nieuwe regeling | 09-01-2018 | . |
Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Noordoostpolder,
overwegende dat het college op grond van artikel 36 van de Participatiewet een individuele inkomenstoeslag kan toekennen en op grond van artikel 5 van de Verordening individuele inkomenstoeslag Noordoostpolder 2018 nadere regels kan stellen met betrekking tot het begrip “uitzicht op inkomensverbetering”,
vast te stellen de volgende beleidsregels:
Beleidsregels individuele inkomenstoeslag Noordoostpolder 2018
Artikel 3. Uitzicht op inkomensverbetering
Aldus besloten door het college in haar vergadering van 9 januari 2018
De secretaris,
De burgemeester,
Er is een mogelijk recht op een individuele inkomenstoeslag indien:
Wanneer er sprake is van een langdurig laag inkomen, is opgenomen in de Verordening individuele inkomenstoeslag Noordoostpolder 2018 (artikel 4). Voor het bepalen van vermogen wordt, zoals aangegeven in artikel 36 van de wet, aangesloten bij artikel 34 van de wet. In genoemde verordening is in artikel 5 opgenomen dat het college nadere regels stelt voor het begrip “uitzicht op inkomensverbetering”. Deze beleidsregels voorzien daarin.
In dit artikel zijn een aantal begrippen nader omschreven. Dit behoeft geen nadere toelichting.
In artikel 2 eerste lid worden een aantal situaties omschreven waarbij wordt aangenomen dat er geen uitzicht is op inkomensverbetering. Een verder onderzoek is niet noodzakelijk. Voor zover dan wordt voldaan aan de overige vereisten, komt de aanvrager in aanmerking voor een individuele inkomenstoeslag.
Echter een individuele beoordeling behoort uiteraard tot de mogelijkheden (tweede lid) dan wel een beoordeling naar bijzondere omstandigheden (vierde lid). Dit is niet verder omschreven, maar het behoort tot de opdracht van het college om in vergelijkbare situaties dan wel in vergelijkbare omstandigheden tot dezelfde uitkomst te komen. Namelijk geen uitzicht op inkomensverbetering.
Het derde lid behoeft geen nadere toelichting.
In artikel 3 worden een aantal situaties omschreven waarbij wordt aangenomen dat er uitzicht is op inkomensverbetering. Een verder onderzoek is niet noodzakelijk. Ondanks dat wordt voldaan aan de overige vereisten, komt de aanvrager niet in aanmerking voor een individuele inkomenstoeslag. Op basis van nader onderzoek kan, ondanks dat aanvrager niet tot de genoemde categorieen behoort, worden besloten dat er sprake is van uitzicht op inkomensverbetering.
Persoonlijke omstandigheden worden in de beoordeling meegewogen. Uitgangspunt is daarbij dat aan personen die er zelf debet aan zijn dat zij een langdurig laag inkomen hebben zonder uitzicht op inkomensverbetering, de individuele inkomenstoeslag geweigerd wordt. Hiervan is sprake als gedurende de gehele referteperiode de inlichtingenplicht is geschonden dan wel als gedurende de laatste twaalf maanden van de referteperiode de verplichtingen niet zijn nagekomen
Ook hier behoort een individuele beoordeling tot de mogelijkheden.