Organisatie | Loppersum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling compensatie meerkosten |
Citeertitel | Regeling compensatie meerkosten |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-01-2018 | 01-01-2016 | 31-12-2018 | Nieuwe regeling | 19-12-2017 | Onbekend |
Gelet op artikel 2.1.2 en artikel 2.1.7 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 16 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Loppersum 2018 besluit het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Loppersum met terugwerkende kracht tot 1 januari 2016 de volgende regeling vast te stellen..
Deze regeling bepaalt in welke gevallen, op welke wijze en in welke mate een tegemoetkoming kan worden verstrekt zoals bedoeld in artikel 16 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Loppersum 2018. Daarin wordt aan personen met een beperking of chronische psychische of psychosociale problemen die daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten hebben, en die een inkomen hebben lager dan een nader te bepalen percentage van het wettelijk minimumloon, een tegemoetkoming verstrekt ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie.
In deze regeling wordt verstaan onder:
Voorliggende meerkosten: meerkosten waarmee naar het oordeel van het college de inzet van een maatwerkvoorziening op grond van de Wmo 2015 kan worden voorkomen.
Inkomen: de middelen, het inkomen, het bijzonder inkomen en het vermogen van belanghebbende zoals bedoeld in de Participatiewet verminderd met de ontvangen vakantietoeslag. Tot het inkomen wordt ook gerekend de bijstand voor algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan zoals bedoeld in de Participatiewet. Bij partners wordt uitgegaan van de som van het inkomen van belanghebbende en zijn partner.
Chronische ziekte: een levensbedreigende ziekte (zoals kanker en beroerte), aandoeningen die tot periodiek terugkerende klachten leiden (zoals astma, epilepsie en koemelkallergie), aandoeningen die progressief verslechteren en invaliderend van aard zijn (zoals reumatische artritis, chronisch hartfalen, nierziekte, cystic fibrosis en spierziekten) en chronische psychische stoornissen.
Met deze regeling kan een inwoner aanspraak maken op een tegemoetkoming als zijn inkomen (inclusief het vermogen) minder bedraagt dan 130% van het minimuminkomen en hij aannemelijk heeft gemaakt dat hij meerkosten maakt die het college vervolgens op basis van een onderzoek noodzakelijk acht voor zijn zelfredzaamheid of participatie en waarvoor geen voorliggende voorzieningen beschikbaar zijn op grond van andere wetgeving dan wel op grond van de Wmo 2015 bij bijkomende meerkosten volgens artikel 1, eerste lid, sub a.
Daarbij kan hij in aanmerking komen voor één van de volgende subregelingen:
Een vaste tegemoetkoming van € 200 per kalenderjaar voor bijkomende meerkosten zoals beschreven in artikel 1, eerste lid, sub a. Deze subregeling geldt alleen voor inwoners die op grond van de Wmo een maatwerkvoorziening ontvangen vanwege een beperking of chronische problematiek of die aannemelijk kunnen maken dat ze chronisch ziek zijn.
Een tegemoetkoming die toereikend is om voorliggende meerkosten zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, sub b verder uit eigen middelen te betalen. De hoogte van deze tegemoetkoming is in beginsel gelimiteerd tot € 5.000. In bijzondere gevallen kan daarvan worden afgeweken. Dergelijke afwijkingen dienen uitgebreid te worden gemotiveerd en ter besluitvorming aan het college te worden voorgelegd.
Artikel 3. Kring van belanghebbenden
Om voor deze compensatieregeling in aanmerking te komen:
moet het vermogen bij subregeling 2 minder te bedragen dan de van toepassing zijnde vermogensgrens in de Participatiewet. Eventueel eigenwoningbezit geldt niet als vermogen voor zover tegeldemaking, bezwaring of verdere bezwaring, van het in de woning met bijbehorend erf gebonden vermogen in redelijkheid niet kan worden verlangd.
Artikel 4. Toegang en toetsing
De inhoudelijke beoordeling vindt plaats in het zogenaamde keukentafelgesprek. Naar aanleiding daarvan onderbouwt de consulent sociaal domein op grond van deze regeling en nog nader te bepalen uitvoeringsrichtlijnen of iemand in aanmerking komt voor een tegemoetkoming. Dit betekent dat van de aanvrager wordt verwacht dat hij in alle redelijkheid de aannemelijkheid en noodzaak van de meerkosten aantoont, net als zijn inkomen en de relatie van de meerkosten met de beperking in de zelfredzaamheid of participatie. Daarbij houden we de administratieve lasten zo laag als mogelijk. Bij subregeling 2 zal de consulent sociaal domein de noodzaak van deze regeling pas onderzoeken als tijdens het keukentafelgesprek duidelijk wordt dat de cliënt moeite heeft om de extra kosten die hij heeft vanwege zijn ziekte of beperking heeft uit eigen middelen te betalen..