Organisatie | Baarle-Nassau |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van markt- en staangeld 2018 |
Citeertitel | Markt- en staangeldverordening 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.
De ‘Markt- en staangeldverordening 2017’ van 14 december 2016 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2018, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Gemeentewet, artikel 229, eerste lid, aanhef, onderdelen a en b
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | nieuwe regeling | 13-12-2017 | Nr. 230618 |
De rechten worden geheven van degene, die een standplaats heeft ingenomen met een kraam, tent, tafel, verkoopwagen of voor het op andere wijze uitstallen, aanbieden of voorradig hebben van goederen, eetwaren en andere artikelen.
De rechten worden niet geheven ter zake van standplaatsen welke verpacht zijn tijdens de jaarlijkse kermissen.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
Voor zover in de bij deze verordening behorende tabel tarieven per jaar of per kwartaal zijn opgenomen, is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar, onderscheidenlijk het kalenderkwartaal.
De rechten worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de per jaar of per kwartaal verschuldigde rechten
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
De rechten waarop artikel 6 niet van toepassing is, zijn verschuldigd bij de aanvang van de belastingplicht.
Artikel 10 Termijn van betaling
De rechten moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 7:
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van markt- en staangelden.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 december 2017.
DE RAAD VOORNOEMD,
H.H. Dame M.H.M.R. de Hoon-Veelenturf
Griffier Voorzitter
Tarieventabel behorende bij de Markt- en staangeldverordening 2018
1.1 Voor een standplaats met een frontbreedte van 4 strekkende meter of minder bedraagt het recht, per keer € 4,50
1.1.1 Voor een standplaats met een frontbreedte van meer dan 4 strekkende meter bedraagt het recht, per keer, voor elke 4 strekkende meter € 4,50
en voor elke strekkende meter frontbreedte of gedeelte daarvan meer € 1,15
1.2 voor een standplaats met een frontbreedte van 4 strekkende meter of minder bedraagt het recht, per kwartaal € 57,70
1.2.1 Voor een standplaats met een frontbreedte van meer dan 4 strekkende meter bedraagt het recht, per kwartaal, voor elke 4 strekkende meter € 57,70
en voor elke strekkende meter frontbreedte of gedeelte daarvan meer € 14,30
2.1 Het staangeld bedraagt per dagdeel per standplaats € 11,20
2.2 Het staangeld bedraagt bij abonnement van een kwartaal voor een daartoe door het college van burgemeester en wethouders aangewezen standplaats € 112,00
2.3 Het staangeld bedraagt bij abonnement van een jaar voor een daartoe door het college van burgemeester en wethouders aangewezen standplaats € 448,00