Organisatie | Halderberge |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel bijzondere bijstand gemeente Halderberge |
Citeertitel | Beleidsregel bijzondere bijstand gemeente Halderberge |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Bijlage kostensoorten bijzondere bijstand |
Geen
artikel 4:81 Awb en artikel 35 Participatiewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | nieuwe regeling | 05-12-2017 Gemeenteblad Halderberge 2017, nr. 229390 | Onbekend |
1. Alle begrippen die in deze beleidsregel worden gebruikt en niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet.
2. In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
a.de wet: de Participatiewet (Pw);
het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Halderberge;
b.de bijstandsnorm: de norm zoals bedoeld in artikel 5 onder c van de wet exclusiefvakantietoeslag en met dien verstande dat de zogenaamde kostendelersnorm als bedoeld in art. 22a van de wet bij de beoordeling van aanvragen bijzondere bijstand buiten toepassing blijft;
voorliggende voorziening: een voorziening buiten de wet, die naar aard en doel geacht wordt toereikend en passend te zijn voor de belanghebbende, waardoor geen recht op bijzondere bijstand bestaat. Hierbij wordt aangesloten bij het bepaalde in artikel 5 en 15 van de wet. belanghebbende: de aanvrager/ontvanger van bijzondere bijstand en de tot zijn gezin behorende gezinsleden.
Artikel 3. Draagkracht uit inkomen
1.De belanghebbende met een inkomen tot 120% van de toepasselijke bijstandsnorm wordt geacht
geen draagkracht uit inkomen te hebben.
Als het netto-inkomen van de belanghebbende hoger is dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm, wordt 35% van het overschrijdingsbedrag voor de berekening van de draagkracht uit inkomen in aanmerking genomen tenzij het een aanvraag voor bijzondere bijstand betreft voor de onder lid 3 genoemde kostensoorten.
Betreft het een aanvraag voor bijzondere bijstand voor de kostensoorten: inkomensaanvulling jongeren 18 - 21 jaar, woonkostentoeslag, doorbetaling vaste lasten bij detentie of verblijf in een inrichting, overbruggingsuitkering, of toeslag compensatie alleenstaande ouder-kop (ALO-kop) kindgebonden budget, dan wordt het netto inkomen voor zover dit de bijstandsnorm overstijgt, volledig als draagkracht uit inkomen in aanmerking genomen.
Als de belanghebbende een vast periodiek inkomen heeft, wordt bij de vaststelling van het inkomen uitgegaan van het inkomen van de maand waarin de kosten zich voordoen. Indien de belanghebbende wisselende inkomsten heeft, wordt uitgegaan van het gemiddelde inkomen over drie maanden, te weten het inkomen waarin de kosten zich voordoen en de twee hieraan voorgaande maanden. De vrijlatingen genoemd in artikel 31 tweede lid van de wet, worden niet tot het in aanmerking te nemen inkomen gerekend;
Bij de belanghebbende die deelneemt aan een minnelijke schuldregeling, wordt bij de berekening van de draagkracht van die belanghebbende uitgegaan van het besteedbaar inkomen mits door deze belanghebbende wordt aangetoond dat de minnelijke schuldregeling conform de richtlijnen van de Nederlandse vereniging voor Volkskrediet (NVVK) is.
11. Ondanks dat de Wet op de Inkomstenbelasting de mogelijkheid biedt om bepaalde medische kosten als aftrekpost op te kunnen voeren, wat een lagere definitieve aanslag inkomstenbelasting tot gevolg kan hebben, wordt dit mogelijk recht op belastingvermindering -of teruggave buiten beschouwing gelaten bij de beoordeling van het recht op bijzondere bijstand.
1.De draagkracht wordt voor een periode van 12 maanden vastgesteld beginnende op de eerste dag van de maand waarin de kosten zich voordoen;
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, kan voor een specifiek aan te wijzen groep belanghebbenden waarvan is bepaald dat hun persoonlijke —en/of financiële omstandigheden niet aan relevante wijziging onderhevig zijn, de draagkracht voor een langere periode worden vastgesteld;
2.Indien binnen de vastgestelde draagkrachtperiode een nieuwe aanvraag voor bijzondere bijstand wordt ingediend en de persoonlijke en/of financiële omstandigheden van belanghebbende zijn niet ingrijpend (=minimaal 20% inkomenswijziging) gewijzigd, blijft de reeds vastgestelde draagkracht voor die periode gelden.
Artikel 5. Draagkrachtverrekening
1.De draagkracht wordt in één keer verrekend met de toe te kennen c.q. uit te betalen bijzonderebijstand;
2.Bij periodieke bijzondere bijstand kan, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, indien zich bijzondere omstandigheden voordoen de draagkracht naar rato van het aantal maanden waarop de bijstand betrekking heeft worden verrekend met een maximale verrekening termijn van12 maanden.
Artikel 6. Wijziging reeds vastgestelde draagkracht
Een reeds vastgestelde draagkracht, of draagkrachtperiode, kan slechts worden gewijzigd als de persoonlijke en/of financiële omstandigheden van belanghebbende gedurende de al vastgestelde draagkrachtperiode ingrijpend (= minimaal 20% inkomenswijziging) wijzigen.
Drempelbedrag, vorm van de bijstand, bijstand met terugwerkende kracht en specifiekkostensoortenbeleid
Van de in artikel 35 lid 2 van de wet genoemde bevoegdheid om bijzondere bijstand te weigeren indien de kosten binnen 12 maanden het in dat artikel genoemde bedrag niet te boven gaan, wordt geen gebruik gemaakt. Er wordt dan ook geen drempelbedrag gehanteerd.
Artikel 10. Relatie collectieve zorgverzekering minima en bijzondere bijstand
2.In afwijking van het bepaalde in lid 1 wordt, in het kader van buiten wettelijk begunstigend beleid,bijzondere bijstand verstrekt voor de noodzakelijke bijzondere medische kosten als:
de belanghebbende deelneemt aan de collectieve zorgverzekering voor minima en naar het oordeel van het Werkplein Hart van West-Brabant de noodzakelijke bijzondere kosten hoger zijn dan de maximale vergoeding die op basis van de collectieve zorgverzekering voor minima kan worden verstrekt tenzij in de "Bijlage kostensoorten bijzondere bijstand" is bepaald dat voor de betreffende kosten geen bijzondere bijstand wordt verstrekt. De hoogte van de dan te verstrekken bijzondere bijstand wordt vastgesteld op het verschil tussen die noodzakelijke kosten en de maximale vergoeding op grond van de daadwerkelijke collectieve zorgverzekering voor minima;
de aanvrager vanwege redenen die buiten zijn beïnvloedingssfeer liggen en waarvan hem redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt nog geen gebruik kan maken van de collectieve zorgverzekering voor minima. De hoogte van de te verstrekken bijzondere bijstand wordt in dit geval vastgesteld op het bedrag van de noodzakelijke bijzondere kosten met als maximumbedrag het bedrag zoals genoemd in de vergoed ingsoverzichten van de collectieve zorgverzekering met de laagste premie.
1.De Beleidsregel bijzondere bijstand gemeente Halderberge treedt in werking met ingang van1januari 2018.
2.Met ingang van 1januari 2018 wordt de "Beleidsregel bijzondere bijstand gemeente Halderberge"(kenmerk 344384) ingetrokken.
1.De rechtsgevolgen van beschikkingen bijzondere bijstand welke zijn toegekend in de periode voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze beleidsregel, blijven van kracht met dien verstande dat wanneer de nieuwe beleidsregel gunstigere bepalingen voor de belanghebbende bevat, de belanghebbende dan een nieuwe beschikking ontvangt, waarin vermeld
wordt dat dan het nieuwe beleid prevaleert.
2.Indien een aanvraag bijzondere bijstand is ingediend in de periode voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze beleidsregel en er op die aanvraag nog geen besluit is genomen op het moment van inwerkingtreding van deze beleidsregel, geldt het voor de belanghebbende meestgunstige beleid.