Organisatie | Lingewaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard houdende regels omtrent meedoen regeling minima Meedoen regeling minima gemeente Lingewaard 2018 |
Citeertitel | Meedoen regeling minima gemeente Lingewaard 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Beleidsregel Meedoen regeling gemeente Lingewaard 2016.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-12-2017 | 01-01-2016 | nieuwe regeling | 12-12-2017 Het Gemeentenieuws, 27-12-2017 | . |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard;
gelet op artikel 35 van de Participatiewet
gelet op titel 4.3 Algemene wet bestuursrecht
dat het college het wenselijk vindt om de toelatingsmogelijkheden van de doelgroep minima te wijzigen door leeftijds onderscheid doelgroep 18 plus en 18 min vanwege de introductie van het kind pakket in natura voor kinderen tot 18 jaar;
dat de Clientenraad WWB mondeling instemt met de aanpassingen
HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijving
Alle begrippen die in deze beleidsregel worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet (Pw) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard
Kalenderjaar: tijdvak van 1 januari tot en met 31 december van een jaar
Maatschappelijke participatie: maatschappelijke, sportieve of culturele activiteiten die belanghebbende in staat stel maatschappelijk actief te worden en/of te blijven.
Lidmaatschap: de status van iemand als lid van een organisatie
Direct beschikbare middelen: middelen in de vorm van contact geld en direct opeisbare tegoeden op bank - en spaarrekeningen;
Vastgesteld door Burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard, op 12 december 2017
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN LINGEWAARD
De secretaris,
drs. J. Wijnia
De burgemeester,
M.Schuurmans-Wijdeven
Met het accorderen van de raad voor de inzet van extra middelen voor armoedebestrijding voor de doelgroep minima wordt invulling gegeven met deze meedoen regeling voor maatschappelijke participatie. Het doel is van de Meedoen regeling is de bevordering van participatie van burgers, kinderen in het bijzonder, door het bieden van een tegemoetkoming, voor deelname aan sociaal-culturele en sportieve activiteiten.
Het gaat om deelname aan het verenigingsleven, alle vormen van sportieve recreatie en alle vormen om ‘bij’ te blijven, zoals lidmaatschap bibliotheek en (internet)abonnementen. Lidmaatschap bij een club of vereniging maakt ontmoeten gemakkelijker, maakt mensen actief en mensen krijgen meer zelfvertrouwen doordat ze meetellen, erbij horen. Hierdoor wordt het ook gemakkelijker om, wanneer nodig, anderen te vragen om hulp of om zelf anderen te helpen. Dat willen wij extra stimuleren.
De wens om deze beleidsregel te actualiseren vanwege de introductie van het kind pakket is meerdere malen met de cliëntenraad in 2017 besproken tijdens de reguliere overleggen. De voorzitter van de Clientenraad heeft op 20 november 2017 mondeling laten weten dat de Clientenraad instemt met de clustering van de regeling. Zij zien daarom af van het uitbrengen van een schriftelijk advies.
Artikel 1. Begripsomschrijving
Hier wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de begripsbepalingen uit de Participatiewet(Pw) voor een alleenstaande, alleenstaande ouder en gezin/samenwonenden en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).Dit betekent dat qua begripsomschrijving nadrukkelijk niet gekozen wordt voor de kostendelersnorm. Doel is vergroting van het bereik van de minima en dit niet te beperking door de nadelige invloed van invoering van de kostendelersnorm.
Artikel 2 Voorwaarden bij toekenning op aanvraag
De tegemoetkoming moet worden ingezet voor participatie van personen die 18 jaar of ouder zijn. Hier is uitdrukkelijk voor gekozen, omdat voor de maatschappelijke participatie van personen die jonger zijn dan 18 jaar het kindpakket kan worden aangevraagd.
Met betrekking tot de draagkracht geldt dat in ieder geval geen bijdrage mogelijk is bij een inkomen hoger dan 120% van de toepasselijke netto bijstandsnorm vermeld in artikel 1 (netto uitkeringsnorm voor alleenstaande, alleenstaande ouder en gezin/samenwonenden).
Bij de vaststelling van het vermogen gaan wij bij deze participatieregeling alleen uit van contant geld en direct opeisbare tegoeden op de bank- en spaarrekeningen. Overig vermogen zoals de eigen woning/bedrijf blijft daarom buiten beschouwing. De direct beschikbare middelen op de bankrekeningen mag de vermogensgrens als genoemd in artikel 34 derde lid van de WWB niet overschrijden.
Inkomsten die worden vrijgelaten ingevolge de Participatiewet, worden niet in aanmerking genomen.
Voor de belanghebbende die aan een traject van schuldbemiddeling of schuldsanering deelneemt via een erkend schuldhulpverlener geldt, dat voor het recht op minimavoorzieningen het inkomen gedurende het traject gelijkgesteld wordt met het wettelijk sociaal minimum.
Vreemdelingen zonder rechtmatige verblijfstitel zijn wettelijk van voorzieningen uitgesloten.
Een vreemdeling die geen rechtmatig verblijf heeft als bedoeld in artikel 10 van de Vreemdelingenwet, kan geen aanspraak maken op toekenning van voorzieningen. Hiervan kan worden afgeweken indien de aanspraak betrekking heeft op het onderwijs voor minderjarigen.
Voor de hoogte van het inkomen van een student wordt aangesloten bij de actuele normen Wet Studie Financiering en Hoger Beroeps Onderwijs.
Artikel 3. Hoogte tegemoetkoming en uitbetaling
In dit artikel is de hoogte van de bijdrage vastgelegd. Het bedrag is een persoonsgebonden budget en niet overdraagbaar binnen gezinsleden.
De werkelijke kosten moeten worden aangetoond om voor de (maximale) bijdrage in aanmerking te komen. In 2016 is dit bedrag vastgesteld op € 100,-- per persoon per jaar. Wanneer sprake is van een lidmaatschap of contributie/abonnement kan maximaal € 100,-- per persoon per jaar worden toegekend. Hiervoor dienen bewijzen van de totale kosten van deelname aan de activiteiten worden ingeleverd. Bij jaarlijkse kosten kan volstaan worden met een bewijs van de maandelijkse financiële betalingsverplichting/afboeking van de bankrekening of anderszins voor de uitbetaling van het totale bedrag op jaarbasis. Ook aanverwante kosten met betrekking tot het lidmaatschap van een vereniging vallen onder de toekenning van de bijdrage.
De bijdrage genoemd is mogelijk wanneer sprake is van een lidmaatschap van bijvoorbeeld een sportvereniging, fitness, een bibliotheek, fanfare, toneel, dansgroep, koor, internetkosten, zwemclub (ook zwemabonnementen en zwemlessen) .
De bijdrage hoeft dus niet per se een lidmaatschap zijn. Het gaat hier ook om andere vormen van participatie. Voorbeelden hiervan zijn ook theaterbezoek, bioscoopbezoek, museumjaarkaart en kosten abonnement krant.
Deze artikelen spreken voor zich. Hoewel de Awb hierin voorziet zijn deze regels alsnog opgenomen ten behoeve van de uitvoering.