Organisatie | Laarbeek |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rioolheffing 2018 |
Citeertitel | Verordening rioolheffing 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt per 1 januari 2018 de Verordening rioolheffing 2017.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-12-2017 | 01-01-2019 | Nieuwe regeling | 07-12-2017 | INT - 1721530 |
De raad van de gemeente Laarbeek;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2017;
gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;
vast te stellen de navolgende Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2018.
Artikel 3 Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 2 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
Het aantal kubieke meters afvalwater wordt gesteld op het aantal kubieke meters water dat in de laatste aan het begin van het belastingtijdvak voorafgaande verbruiksperiode naar het eigendom is toegevoerd of is opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend.
Voor zover de gegevens als bedoeld in het tweede lid van dit artikel niet bekend zijn, wordt het waterverbruik door de in artikel 232, vierde lid, onderdeel a, van de Gemeentewet bedoelde ambtenaar vastgesteld op basis van het waterverbruik van vergelijkbare huishoudens.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste en tweede en lid moeten, indien een machtiging voor automatische incasso is afgegeven en zolang de verschuldigde bedragen via automatische incasso kunnen worden afgeschreven, de aanslag(en) en de bestuurlijke boete(s) worden betaald in tien gelijke maandelijkse termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die van de dagtekening van het aanslagbiljet en de volgende termijnen telkens een maand later.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 10 Nadere regels door het Dagelijks Bestuur
Het Dagelijks Bestuur van de Belastingsamenwerking Oost-Brabant kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van het rioolheffing.
Artikel 12 Tijdstip inwerkingtreding
De Verordening rioolheffing 2017, vastgesteld bij besluit van de raad van de gemeente Laarbeek van 8 december 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.