Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederweert

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nederweert houdende regels omtrent financieel beleid, beheer en inrichting Financiële verordening gemeente Nederweert 2018

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNederweert
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Nederweert houdende regels omtrent financieel beleid, beheer en inrichting Financiële verordening gemeente Nederweert 2018
CiteertitelFinanciële verordening gemeente Nederweert 2018
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Financiële verordening gemeente Nederweert 2017.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2018nieuwe regeling

19-12-2017

Gemeenteblad 2017, 07

2017-87

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nederweert houdende regels omtrent financieel beleid, beheer en inrichting Financiële verordening gemeente Nederweert 2018

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Nederweert.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsbepaling

1. In deze verordening wordt verstaan onder:

 

a. Administratie:

Het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, functioneren en beheersen van de gemeentelijke organisatie en de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

 

b.Doelmatigheid:

Het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.

 

c.Doeltreffendheid:

De mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.

 

d.Rechtmatigheid:

Het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen en raadsbesluiten.

Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording
Artikel 2. Programma-indeling
  • 1.

    De raad stelt bij aanvang van iedere raadsperiode een programma-indeling voor die raadsperiode vast.

  • 2.

    De raad stelt bij aanvang van iedere raadsperiode op voorstel van het college de taakvelden per programma vast.

  • 3.

    De raad stelt per programma o.a. vast:

    • a.

      Wat willen we bereiken?;

    • b.

      Wat gaan we daarvoor doen?;

    • c.

      Baten en lasten per taakveld.

Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken
  • 1.

    Bij de begroting en de jaarstukken worden naast de programma’s o.a. het volgende weergegeven:

    • a.

      het overzicht van algemene dekkingsmiddelen;

    • b.

      het overzicht van kosten overhead;

    • c.

      Bedrag voor de heffing van vennootschapsbelasting;

    • d.

      Bedrag onvoorzien.

  • 2.

    Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven.

  • 3.

    Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt inzicht gegeven in de ontwikkeling van de schuldpositie als gevolg van de begroting, de meerjarenraming, de investeringen en de grondexploitatie.

  • 4.

    In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven en inkomsten weergegeven.

  • 5.

    De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma.

Artikel 4. Kadernota

1.Het college biedt aan de raad een nota aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming. De raad stelt deze nota vast.

Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten
  • 1.

    De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de baten en de lasten per programma.

  • 2.

    Bij de behandeling van de bestuursrapportages in de raad, doet het college voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde baten en lasten, het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten en het bijstellen van het beleid.

  • 3.

    Voor zover de daadwerkelijke benodigde bedragen afwijken van de bedragen, genoemd in het uitvoeringsprogramma, worden die in de begroting aangepast via reguliere door de raad vast te stellen begrotingswijzigingen.

  • 4.

    Rapportage over de projecten vindt tussentijds en achteraf plaats.

Artikel 6. Bestuursrapportage
  • 1.

    Het college informeert de raad tweemaal per jaar door middel van bestuursrapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente van het lopende boekjaar.

  • 2.

    De bestuursrapportages bevatten een financiële begrotingsbijstelling, inclusief een mondelinge toelichting en een beleidsinhoudelijke verantwoording, die de raad ter vaststelling wordt voorgelegd.

  • 3.

    In de bestuursrapportages worden afwijkingen op de oorspronkelijke ramingen van de baten en lasten in de begroting groter dan € 5.000 toegelicht.

Artikel 7. Informatieplicht

1.Het college informeert in ieder geval vooraf de raad en nemen pas een besluit, nadat de raad in de gelegenheid is gesteld haar wensen en bedenkingen kenbaar te maken aan het college wanneer er sprake is van:

a.Het verstrekken van leningen en garanties, leningen naar derden voor een bedrag groter dan € 25.000.

Bij leningen en garanties onder de € 25.000 geldt de actieve informatieplicht door het college aan raad.

Artikel 8. EMU-saldo

Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.

Hoofdstuk 3. Financieel beleid
Artikel 9. Waardering en afschrijving vaste activa
  • 1.

    Geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaalde actief en het saldo van agio en disagio worden lineair in maximaal 5 jaar afgeschreven.

  • 2.

    Kosten voor het afsluiten van geldleningen worden direct ten laste van de exploitatie gebracht.

  • 3.

    Materiële vaste activa met economisch nut worden annuïtair afgeschreven in maximaal 40 jaar.

  • 4.

    Materiële vaste activa met maatschappelijk nut worden annuïtaire afgeschreven in maximaal 40 jaar.

  • 5.

    Op riolering wordt niet afgeschreven, maar wordt gelijk ten lasten van de voorziening gebracht.

  • 6.

    Op gronden en terreinen worden niet afgeschreven.

  • 7.

    Investering waarbij sprake is van bijdragen van derden dienen netto geactiveerd te worden. Dit houdt in dat eventuele bijdragen van derden in aftrek moeten worden gebracht van de investering.

  • 8.

    Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 5.000 worden niet geactiveerd, met uitzondering van gronden en terreinen.

Artikel 10. Voorziening voor oninbare vorderingen

Voor openstaande vorderingen betreffende gemeentelijke belastingen en heffingen en overige vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van een beoordeling op inbaarheid van de openstaande vorderingen per balansdatum.

Artikel 11. Reserves en voorzieningen
  • 1.

    In de beleidsbegroting, de financiële begroting, het jaarverslag en de jaarrekening vindt geen toerekening van rente over de reserves en voorzieningen aan de taakvelden plaats indien er geen sprake is van externe financiering.

  • 2.

    Het college biedt de raad eenmaal per vier jaar een nota reserves en voorzieningen aan. Deze nota wordt door de raad vastgesteld en behandelt:

    a. de vorming en besteding van reserves;

    b. de vorming en besteding van voorzieningen.

  • 1.

    Bij een voorstel voor de instelling van een bestemmingsreserve voor een investeringsvoornemen wordt minimaal aangegeven:

    • a.

      het specifieke doel van de reserve;

    • b.

      de voeding van de reserve;

    • c.

      de maximale hoogte van de reserve; en

    • d.

      de maximale looptijd.

Artikel 12. Kostprijsberekening van leges
  • 1.

    Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van leges waarmee kosten in rekening worden gebracht, wordt een voorcalculatorisch extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast directe kosten ook indirecte kosten betrokken.

    • a.

      De directe kosten betreffen kosten die voortvloeien uit taakvelden, die voor rekening komen van leges.

    • b.

      De indirecte kosten betreffen kosten die voortvloeien uit het taakveld overhead. De toerekening van overhead aan de leges geschiedt op basis van de personeelslasten met de formule: ((Personeelslasten taakveld)/(totale personeelslasten alle taakvelden exclusief overhead)) x overhead = opslag taakveld.

  • 2.

    Bij de kosten worden betrokken de bijdrage aan reserves en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten ervan de in gebruik zijnde activa en voor rioolheffing en afvalstofheffing de compensabele btw en de gederfde inkomsten van het kwijtscheldingsbeleid betrokken.

Artikel 13. Kostprijsberekening van goederen, werken en diensten
  • 1.

    Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een voorcalculatorisch extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast directe kosten ook indirecte kosten betrokken.

    • a.

      De directe kosten betreffen kosten die voortvloeien uit de loonkosten conform het financieel systeem. Voor het bepalen van het uurtarief wordt het aantal directe productieve uren gebruikt zoals is vermeld in het document “Handleiding Overheidstarieven” van het ministerie van financiën.

    • b.

      De indirecte kosten betreffen kosten die gekenmerkt zijn als overhead, zoals vermeld is in het document “Handleiding Overheidstarieven” van het ministerie van financiën.

  • 2.

    Bij de directe kosten worden betrokken de bijdrage aan reserves en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en eventuele niet-compensabele btw.

Artikel 14. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen

Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor de rechten en leges.

Artikel 15 Financieringsfunctie

Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van een jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Financieringen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de gemeentelijke publieke taak.

  • 2.

    Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) te gebruiken om het rente resultaat te optimaliseren.

  • 3.

    De gemeente vraagt offertes op bij minimaal twee instellen alvorens een financiering wordt aangetrokken.

Hoofdstuk 4. Financiële organisatie en financieel beheer

Artikel 16 Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

  • 1.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel;

  • 2.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, enzovoorts;

  • 3.

    het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het maken van het gemeentelijke beleid;

  • 4.

    het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;

  • 5.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

  • 6.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 17 Financiële organisatie

Het college draagt zorg voor:

  • 1.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie;

  • 2.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden op de maat van Nederweert en bij processen van materiële omvang. Hiermee is aan de eisen van interne controle voldaan en is de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheerorganen gewaarborgd.

  • 3.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten.

Artikel 18. Interne controle

Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen rapporteert het college aan de raad en neemt waar nodig maatregelen tot herstel.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 19 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2018.

  • 2.

    De bij raadsbesluit van 13 december 2016 vastgestelde 'Financiële verordening gemeente Nederweert 2017' wordt ingetrokken.

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald onder de naam 'Financiële verordening gemeente Nederweert 2018'.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2017,

De raad voornoemd,

De raadsgriffier, De voorzitter

E.G. Schrier, H.F.M. Evers