Organisatie | Sittard-Geleen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Verhaal Participatiewet gemeente Sittard-Geleen 2018 |
Citeertitel | Beleidsregels Verhaal Participatiewet gemeente Sittard-Geleen 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Geen
Participatiewet, art. 61 tot en met 62i
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | Nieuwe regeling | 12-12-2017 | Onbekend |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen;
gelet op de artikelen 61 tot en met 62i van de Participatiewet;
overwegende dat het wenselijk is om regels vast te stellen over het gebruik van de in bovenvermelde bepalingen neergelegde bevoegdheden tot verhaal van kosten van bijstand;
Beleidsregels Verhaal Participatiewet gemeente Sittard-Geleen 2018.
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
Awb: Algemene wet bestuursrecht
College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen
Artikel 2. Gebruik van de wettelijke bevoegdheid
Het college maakt gebruik van de bevoegdheid tot het toepassen van verhaal zoals bedoeld in paragraaf 6.5 van de Participatiewet, tenzij in deze beleidsregels anders is bepaald.
De kosten van bijstand kunnen in drie situaties worden verhaald:
op degene die zijn onderhoudsplicht jegens (ex-) echtgenoot of minderjarig kind nietbehoorlijk nakomt (art. 62 en 62 b Participatiewet);
op degene aan wie de belanghebbende die bijstand ontvangt een schenking heeft gedaan, voor zover met de geschonken middelen rekening zou zijn gehouden als de schenking niet zou hebben plaatsgevonden (artikel 62f onderdeel a Participatiewet);
op de nalatenschap van een overleden bijstandsgerechtigde, voor zover er nog geen terugvordering heeft plaatsgevonden voor het overlijden of als er bijstand is verleend in de vorm van een geldlening of borgtocht (artikel 62f onderdeel b Participatiewet).
Artikel 3. Verplichting van de bijstandsgerechtigde
Het college legt ingevolge artikel 55 Participatiewet de verplichting aan de bijstandsgerechtigde op om alimentatie naar draagkracht te vorderen middels een gerechtelijke uitspraak.
Indien de bijstandsgerechtigde niet voldoet aan de verplichting volgens lid 1 of 2 kan het college gebruik maken van zijn bevoegdheden zoals vastgelegd in artikel 62 en 62b van de Participatiewet.
Op grond van dringende redenen kan het college besluiten geheel of gedeeltelijk van verhaal af te zien.
Artikel 5. Rechterlijke maatstaven
Bij de beoordeling van het bestaan van het verhaalsrecht op de onderhoudsplichtige en de omvang van het te verhalen bedrag wordt rekening gehouden met de maatstaven die gelden en de omstandigheden die van belang zijn in het geval dat de rechter dient te beslissen over de vraag of en, zo ja, tot welk bedrag een uitkering tot levensonderhoud na echtscheiding, scheiding van tafel en bed of ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed zou moeten worden toegekend.
HOOFDSTUK 2 GEHEEL OF GEDEELTELIJK AFZIEN VAN VERHAAL
In afwijking van artikel 2 wordt van het opleggen van een verhaalsbijdrage, zoals bedoeld in artikel 62g Participatiewet, afgezien indien het op te leggen verhaalsbedrag lager is dan € 25,00 per maand of € 300,00 op jaarbasis.
Artikel 7. Afzien van verhaal vanwege schulden
Het college kan op verzoek van belanghebbende besluiten om gedeeltelijk af te zien van verhaal van kosten van bijstand voor zover het betreft verschuldigde verhaalsbijdragen die op het moment van besluit opeisbaar zijn, indien:
Artikel 8. Inwerkingtreding afzien verhaal
Het besluit tot het gedeeltelijk afzien van verhaal treedt niet in werking voordat een schuldregeling tot stand is gekomen.
Artikel 10. Invordering bij dwangbevel en verhaal in rechte
Verhaal in rechte conform de bepalingen van artikel 62h Participatiewet vindt alleen plaats, indien het te verhalen bedrag hoger is dan een bedrag van € 100,- per maand of € 1.200,- op jaarbasis.
Op de geldschulden die in verband met een besluit tot toepassen van verhaal ontstaan is titel 4.4. van de Awb van toepassing.
In geval van onvoldoende betalingscapaciteit kan op verzoek van belanghebbende de mogelijkheid van gespreide betaling worden geboden met als uitgangspunten dat de vordering op redelijke termijn wordt voldaan, dat de in het inkomen van belanghebbende aanwezige beslagvrije ruimte niet wordt overschreden en dat uitstroom belemmerende factoren worden voorkomen.
Onder toepassing van de afdelingen 4.4.2 en 4.4.4. van de Awb worden aan de schuldenaar die in verzuim is in de betaling van een na 30 juni 2010 ontstane vordering wettelijke rente en de kosten van aanmaning en dwangbevel in rekening gebracht