Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bedum

Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBedum
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBoeteverordening Wet inburgering nieuwkomers
CiteertitelBoeteverordening Wet inburgering nieuwkomers
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet inburgering nieuwkomers, art. 18 lid 7

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200501-01-2012Nieuwe regeling

28-10-2004

Gemeenteblad, 29-10-2004

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers

De Raad van de gemeente Bedum;

 

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 5 oktober 2004;

 

gelet op het bepaalde in artikel 18, zevende lid, van de Wet inburgering nieuwkomers (WIN), is de gemeente verplicht bij verordening regels te stellen over de hoogte van de boete die wordt opgelegd als een nieuwkomer niet voldoet aan zijn inburgeringsverplichtingen;

 

Besluit:

 

vast te stellen de

 

""Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers"

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      De wet: de Wet inburgering nieuwkomers (WIN);

    • b.

      Het College: het College van Burgemeester en wethouders van de gemeente Bedum;

    • c.

      Bestuurlijke boete: de bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18, eerste lid van de WIN;

    • d.

      Nieuwkomer: De nieuwkomer zoals bedoeld in artikel 1 onder a van de WIN;

    • e.

      WWB: de Wet werk en bijstand;

    • f.

      Bijstandsnorm: de bijstandsnorm bedoeld in artikel 5, onder c van de WWB.

  • 2.

    Voorzover niet anders is bepaald zijn de begripsomschrijvingen in artikel 1 van de WIN van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt.

Artikel 2 Afstemming en dringende redenen

  • 1.

    Bij het opleggen van een bestuurlijke boete wordt deze verordening in acht genomen, onverminderd het bepaalde in artikel 18, tweede en vierde lid van de WIN.

  • 2.

    Indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt wordt in het geheel geen boete opgelegd.

Artikel 3 Hoogte van de boete

  • 1.

    De boete bedraagt 20% van de voor de nieuwkomer geldende bijstandsnorm.

  • 2.

    Indien de nieuwkomer geen belanghebbende in de zin van de WWB is, wordt bij de toepassing van het eerste en dit lid uitgegaan van de bijstandsnorm die voor hem/haar zou gelden in het geval hij/zij wel belanghebbende zou zijn.

Artikel 4 Recidive

Bij herhaling van een gedraging die in strijd is met het bepaalde in artikel 18, eerste lid van de WIN, binnen twaalf maanden nadat aan de nieuwkomer ter zake van die gedraging een bestuurlijke boete is opgelegd, bedraagt de boete 40% van de in artikel 3 bedoelde bijstandsnorm.

Artikel 5 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers.

 

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 28 oktober 2004:

 

De voorzitter,

(Mr. Drs. W.H. Everts)

 

De griffier,

(L.W.A. Tinga)

Toelichting boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers  

Algemene toelichting

Op 1 januari 2004 is de Wet werk en bijstand en de invoeringswet WWB in werking getreden. Met de invoering van de WWB is ook de WIN gewijzigd, in die zin dat het zevende lid van artikel 18 WIN is gewijzigd via de invoeringswet WWB. Het nieuwe artikel 18, zevende lid WIN bepaalt dat bij gemeentelijke verordening nadere regels moeten worden gesteld over de hoogte van een boete die wordt opgelegd als een nieuwkomer niet voldoet aan zijn inburgeringsverplichting. Het kan bijvoorbeeld dan gaan om het niet of onvoldoende nakomen van de verplichting een inburgeringsprogramma te volgen.

 

Doel van het inburgeringsprogramma is nieuwkomers in staat te stellen om zelfstandig deel te nemen aan de Nederlandse samenleving en waar mogelijk aansluiting te vinden op de arbeidsmarkt. Het inburgeringstraject bestaat uit drie onderdelen:

 

  • ·

    Educatief programma.

  • ·

    Maatschappelijke begeleiding.

  • ·

    Doorgeleiding naar vervolgonderwijs of het Centrum voor Werk en Inkomen.

 

Belangrijk is dat de nieuwkomer het inburgeringsprogramma volgt en goed afrondt. Een belangrijk aspect van de inburgeringsplicht is de handhaving ervan. Burgemeester en wethouders zijn verplicht om toe te zien op de nakoming van de inburgeringsplicht en dat nakoming zonodig wordt afgedwongen via een bestuurlijke boete.

 

Naast de inburgeringsplicht is een nieuwkomer met een bijstandsuitkering in het kader van de WWB ook verplicht zich in te spannen om aan het werk te gaan. Als een inburgeringsprogramma een arbeidsaanbod doorkruist dan gaat de betaalde baan in principe voor en moet het inburgeringsprogramma verplaatst worden naar de avonduren. Daarnaast is het ook mogelijk om delen van het inburgeringsprogramma op te nemen in een reïntegratietraject. In dat geval wordt het inburgeringstraject aangemerkt als een voorziening gericht op arbeidsinschakeling.

 

Mocht een nieuwkomer zich niet aan de verplichtingen houden die verbonden zijn aan het inburgeringsprogramma dan kan dit het volgende betekenen:

 

  • 1.

    Een bestuurlijke boete op grond van de WIN en de verordening wordt opgelegd.

  • 2.

    Een verlaging van de bijstandsuitkering wordt toegepast, indien de nieuwkomer met een bijstandsuitkering zich niet houdt aan de inburgeringsverplichting als onderdeel van het reïntegratietraject.

 

De gemeente heeft bij nieuwkomers die een inburgeringsprogramma volgen in het kader van een reïntegratietraject dus de keuze uit twee sancties: het opleggen van een boete of het verlagen van de bijstandsuitkering. Beide sancties toepassen voor dezelfde gedraging is niet toegestaan. Volledigheidshalve verwijzen wij naar artikel 18, vijfde lid van de WIN, waarin een anticumulatiebepaling is opgenomen. Voorzover het gaat om een nieuwkomer die bijstand ontvangt blijft in beginsel een boete achterwege als voor dezelfde gedraging een verlaging op grond van de Afstemmingsverordening WWB kan worden opgelegd, mits het inburgeringsprogramma een onderdeel is van het reïntegratietraject.

 

Een belangrijk verschil tussen de bestuurlijke boete en een verlaging is het doel van de sanctie. Bij een boete staat het leedtoevoegende karakter voorop ( punitieve sanctie), terwijl een verlaging gericht is op het weer in overeenstemming brengen van de uitkering (reparatoire sanctie).

 

Daarnaast heeft een boete een strafkarakter waardoor de gemeente aan bepaalde voorschriften moet voldoen, zoals het hoorrecht en zwijgrecht. Een ander verschil is de inning. Een verlaging kan automatisch worden geïnd via de uitkering. De bestuurlijke boete moet worden betaald door de overtreder. Als deze niet wil betalen dan moet de gemeente andere maatregelen nemen om de boete alsnog te innen, met verwijzing naar artikel 20 van de WIN. Een overeenkomst tussen beide sancties is dat de gemeente de verplichting heeft deze op te leggen als de nieuwkomer zijn verplichtingen niet nakomt.

 

De hoogte van de boete onder het Boetebesluit inburgering nieuwkomers is landelijk geregeld via het Boetebesluit inburgering nieuwkomers. De boete bedraagt 20% van de voor de nieuwkomer geldende bijstandsnorm die voor hem geldt of voor hem zou gelden als hij bijstandgerechtigde zou zijn geweest. Ingeval van recidive binnen twaalf maanden wordt de boete verdubbeld tot 40% van de toepasselijke bijstandsnorm.

 

Het Boetebesluit inburgering nieuwkomers komt te vervallen op 1 januari 2005, tenzij de gemeente er voor kiest om de boeteverordening WIN op een eerder tijdstip in werking te laten treden. De Boeteverordening WIN moet uiterlijk per 1 januari 2005 in werking treden.

 

Deze verordening beoogt geen materiële wijziging ten opzichte van het Boetebesluit inburgering nieuwkomers. De boete blijft 20% van de bijstandsnorm en bij recidive 40%. Van een boete wordt afgezien als daarvoor dringende redenen aanwezig zijn. Bij het vaststellen van de hoogte van de boete is aansluiting gezocht bij de Afstemmingsverordening WWB. De boete is gelijk aan de verlaging die valt in de derde categorie, het niet of onvoldoende nakomen van de verplichting tot gebruik maken van de aangeboden reïntegratievoorzieningen. Bij recidive binnen twaalf maanden nadat de verlaging is opgelegd, wordt de duur van de verlaging verdubbeld op grond van de afstemmingsverordening.

Artikelgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

De begrippen in deze verordening hebben dezelfde betekenis, tenzij anders is bepaald, als in de Wet inburgering nieuwkomers (WIN).

Het begrip bijstandsnorm, waaraan de hoogte van de boete is gerelateerd is ontleend aan de WWB. Het is het normbedrag per maand waarop de klant aanspraak maakt als hij/zij over onvoldoende middelen beschikt om te kunnen voorzien in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. De hoogte van de maandelijkse bijstand is onder anderen afhankelijk van de woon- en leefsituatie van de klant. In de gemeentelijke verordening toeslagen en verlagingen WWB wordt het verhogings- en verlagingsbeleid van de gemeente Bedum vastgesteld.

Artikel 2 Afstemming en dringende redenen

Lid1

Artikel 18, tweede lid van de WIN bepaalt dat de hoogte van de boete wordt afgestemd op de ernst van het feit, de omstandigheden waarin de nieuwkomer verkeert en de mate van verwijtbaarheid. De boete mag met andere woorden niet disproportioneel zijn. Bij het vaststellen van de hoogte van de boete moet maatwerk worden geleverd. Bij elke op te leggen boete moet worden nagegaan of gelet op de individuele omstandigheden van de nieuwkomer afwijking van de hoogte van de voorgeschreven standaardboete geboden is. Verder kan het College op grond van artikel 18, vierde lid WIN afzien van het opleggen van een boete indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn. Deze bepaling kan worden gezien als een hardheidsclausule. In zeer uitzonderlijke situaties zal er aanleiding zijn om toepassing te geven aan dit bepaalde.

Bij het beoordelen of een boete moet worden opgelegd en zo ja hoe hoog die boete moet zijn dienen de volgende vier stappen te worden doorlopen:

  • ·

    vaststellen van de ernst van het niet nakomen van een verplichting;

  • ·

    vaststellen van de omstandigheden van de nieuwkomer;

  • ·

    vaststellen van de mate van verwijtbaarheid;

  • ·

    vaststellen of er dringende redenen zijn om af te zien van het opleggen van een boete.

Lid 2

In het tweede lid is om ieder mogelijk misverstand daarover uit te sluiten en in navolging van artikel 18, tweede lid WWB, bepaald dat geen boete wordt opgelegd als iedere vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.

Artikel 3 Hoogte van de boete

Zoals in het algemene deel van de toelichting al is geschreven, beoogt deze verordening geen wijziging te brengen in het materiële recht. In artikel 3 is dan ook bepaald dat de hoogte van de boete 20% van de bijstandsnorm is. Voor de goede orde, bij het vaststellen van de hoogte van de boete is wel aansluiting gezocht bij de Afstemmingsverordening WWB.

Artikel 4 Recidive

In dit artikel is geregeld dat bij recidive de boete 40% van de bijstandsnorm bedraagt. Ook het begrip recidive is ten opzichte van het in het Boetebesluit inburgering nieuwkomers gehanteerde begrip niet gewijzigd. Daarnaast kent de Afstemmingsverordening WWB ook een recidiveregeling, waardoor het in de rede ligt ook een recidiveregeling in de boeteverordening WIN op te nemen. In de Afstemmingsverordening WWB is ervoor gekozen om bij recidive de duur van de verlaging te verdubbelen. In plaats van één maand wordt de uitkering gedurende twee maanden verlaagd. In de Boeteverordening WIN wordt bij recidive het percentage verdubbeld, waardoor een hogere boete wordt opgelegd.

Artikel 5 Slotbepalingen

Lid 1

Deze verordening is referendabel en zal daarom pas eerst na zes weken publicatie in werking kunnen treden, vooropgesteld dat er geen referendum behoeft plaats te vinden.

Gelet hierop treedt deze verordening in werking per 1 januari 2005.

Nadat deze verordening in werking is getreden, is deze van toepassing op alle gevallen dus ook op gedragingen die voor 1 januari 2005 hebben plaatsgevonden. Nu de boete in de verordening niet hoger is dan die in het Boetebesluit inburgering nieuwkomers komt de nieuwkomer door deze verordening niet in een nadeliger positie te verkeren.

Lid 2

De verordening wordt aangehaald als: Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers.