Organisatie | Velsen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels bijzondere bijstand en minimaregelingen gemeente Velsen 2018 |
Citeertitel | Beleidsregels bijzondere bijstand en minimaregelingen gemeente Velsen 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Artikel 35 Participatiewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | 01-02-2019 | Nieuwe regeling | 05-12-2017 21 december 2017 Elektronisch gemeenteblad | B17.0446 |
Bijzondere bijstand wordt op aanvraag verstrekt. Kosten die zijn gemaakt voor de aanvraag is ingediend, komen niet voor bijzondere bijstand in aanmerking, tenzij het gemaakte de eigen bijdragen voor medische kosten betreft. Hiervoor kan tot een half jaar na ontvangst van de nota een aanvraag worden ingediend.
Artikel 4 Beoordeling van de aanvraag
Bij de vaststelling van het bedrag van de bijzondere noodzakelijke bestaanskosten wordt, behoudens individuele omstandigheden en tenzij in deze beleidsregels anders is aangegeven, ten hoogste uitgegaan van 60% van de Nibudprijzen. Zijn de daadwerkelijke kosten lager dan het vastgestelde maximum, dan wordt bijzondere bijstand verstrekt ter hoogte van de daadwerkelijke kosten.
Artikel 5 In aanmerking te nemen middelen
Tenzij in deze beleidsregels anders is bepaald, hebben belanghebbenden draagkracht met een (gezamenlijk) inkomen boven 110% van de voor hen geldende bijstandsnorm en een vermogen boven de in artikel 34, lid 3 van de wet genoemde vermogensgrens, en kunnen zij geheel of gedeeltelijk zelf in de kosten voorzien waarvoor met inachtneming van deze beleidsregels bijzondere bijstand wordt verleend.
Artikel 7 Algemene bepalingen over toeslagen
De toeslagen in de vorm van bijzondere bijstand als bedoeld in dit hoofdstuk worden verstrekt in aanvulling op de in de concrete situatie geldende bijstandsnorm. In afwijking van artikel 5 eerste lid wordt bij de berekening van de toeslag het inkomen boven 100% van de bijstandsnorm meegenomen. Het (netto) inkomen boven deze norm en het vermogen boven de in de wet genoemde vrijlatinggrenzen wordt volledig in aanmerking genomen.
De jongere bedoeld in het eerste lid wordt in elk geval geacht zijn onderhoudsrecht jegens zijn ouder(s) niet te gelde te kunnen maken, als de jongere op de ingangsdatum van de bijstandsverlening al 12 maanden of langer zelfstandig woont. In alle andere gevallen dient de noodzaak op grond van individuele omstandigheden te worden beoordeeld. Criteria daarvoor zijn onder meer:
Voor de alleenstaande jongere van 18 tot 21 jaar en voor de alleenstaande ouder van 18 tot 21 jaar als bedoeld in het eerste lid, wordt de bijzondere bijstand vastgesteld op ten hoogste het verschil tussen de norm als bedoeld in artikel 20, lid 1 sub a. van de wet en de norm als bedoeld in artikel 21 sub a van de wet
Artikel 9 Toeslag alleenstaande ouders
Alleenstaande ouders in de bijstand met kinderen tot 18 jaar hebben recht op de alleenstaande ouderkop uitgekeerd door de Belastingdienst. Wanneer de alleenstaande ouders hierop geen aanspraak kunnen maken omdat ze volgens de Belastingdienst een toeslagpartner hebben kan er een beroep gedaan worden op de bijzondere bijstand. De algemene bijstand wordt dan ten hoogste aangevuld tot de maximale vergoeding die de Belastingdienst zou verstrekken bij de afwezigheid van een toeslagpartner
Artikel 10 Woonkostentoeslagen
. Begripsbepalingen woonkosten
b. kosten eigen woning: de verschuldigde hypotheekrente ten hoogste tot het bedrag van de marktrente behorend bij een hypotheek van € 350.000, de in verband met het eigendom van de woning te betalen zakelijke rechten en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor groot onderhoud. Binnen de grenzen van de Wet op de huurtoeslag
In hoofdstuk wordt een aantal kostensoorten omschreven om zeker te stellen dat gelijke gevallen gelijk worden behandeld. De opsomming is niet limitatief. In het individuele geval kunnen zich noodzakelijke kosten voordoen die niet in dit hoofdstuk zijn te vinden, maar waarvoor wel, gelet op de uitganspunten van de wet, wel bijzondere bijstand moet worden verleend
De Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet langdurige zorg (Wlz), de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zijn passende en toereikende voorliggende voorzieningen. Kosten die onder deze regelingen vallen, maar waarvoor geen (volledige) vergoeding wordt gegeven, komen in beginsel niet voor bijzondere bijstand in aanmerking
Het uitgangspunt is dat de belanghebbende adequaat is verzekerd voor ziektekosten, dat wil zeggen een basisverzekering, een aanvullende verzekering die tenminste het niveau heeft van de Polis Optimaal Aanvullend 2 van Zilveren Kruis Achmea, en een verzekering voor tandheelkundige hulp van tenminste het niveau van de Polis Tand 2 van Zilveren Kruis Achmea
Voor bijzondere bijstand kunnen, aan de hand van artikel 35 van de wet, onder de in de bijlage genoemde voorwaarden en met inachtneming van de daar genoemde bedragen, in elk geval in aanmerking komen de noodzakelijke (meer)kosten of eigen bijdrage van:
Artikel 14 Duurzame gebruiksgoederen
Duurzame gebruiksgoederen horen naar hun aard tot de incidenteel algemeen voorkomende bestaanskosten. Hierin dient de belanghebbende te voorzien door reservering of gespreide betaling. Uitsluitend in geval van bijzondere omstandigheden kan daarom bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen nodig zijn.
Indien sprake van bijzondere omstandigheden kan bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen om niet worden versterkt. De beoordeling van de vraag of aanleiding bestaat om de bijstand voor duurzame gebruikersgoederen geheel of gedeeltelijk om niet te verlenen, dient plaats te vinden aan de hand van de omstandigheden, middelen en mogelijkheden van de belanghebbende
Artikel 16 Maatschappelijke participatie van kinderen
Voor het schoolgaand kind in de leeftijd van vier tot achttien jaar van wie de ouder op de datum van de aanvraag een inkomen heeft van maximaal 110% van de toepasselijke bijstandsnorm, kan aanspraak worden gemaakt op een tegemoetkoming voor de kosten van deelname aan sociaal-culturele activiteiten en op een tegemoetkoming voor de kosten van actieve deelname aan sport en cultuur, onder de in de bijlage genoemde voorwaarden
Voor het schoolgaande kind tot achttien jaar van wie de ouder op de datum van de aanvraag een inkomen heeft van maximaal 110% van de toepasselijke bijstandsnorm, kan aanspraak worden gemaakt op een tegemoetkoming voor de indirecte schoolkosten onder de in de bijlage genoemde voorwaarden. Voor deze kinderen kan tevens eenmalig aanspraak gemaakt worden op de noodzakelijk aanschaf van of een computer/tablet/laptop, onder de in de bijlage genoemde voorwaarden.
Voor het kind in de leeftijd van zes tot achttien jaar van wie de ouder op de datum van de aanvraag een inkomen heeft van maximaal 110% van de toepasselijke bijstandsnorm, kan aanspraak worden gemaakt op de noodzakelijke aanschaf of vervanging van een fiets onder de in de bijlage genoemde voorwaarden
Artikel 18 citeertitel, inwerkingstreding en overgangsbepalingen
Deze beleidsregels treden in werking op de dag volgend op de bekendmaking onder gelijktijdige intrekking van de Beleidsregels bijzondere bijstand 2015 gemeente Velsen, met dien verstande dat de Beleidsregels bijzondere bijstand 2015 gemeente Velsen nog van kracht blijven voor aanvragen die zijn ingediend voor inwerkingtreding van deze beleidsregels.
De beleidsregels bijzondere bijstand 2015 gemeente Velsen blijven van kracht tot een halfjaar na inwerkingtreding van de beleidsregels 2018 voor aanvragen voor duurzame gebruiksgoederen op grond van de beleidsregels in die zin dat een aanvrager tot deze datum aanspraak kan maken op het tot 1 januari 2018 opgespaarde bedrag conform artikel 16 van deze beleidsregels
Deze bijlage maakt onderdeel uit van de Beleidsregels bijzondere bijstand en minimaregelingen 2018 gemeente Velsen.
Wanneer door een wijziging van de beleidsregels het recht op periodieke bijzondere bijstand wijzigt en dit is ten nadele van de klant, kan een overgangsregeling getroffen worden voor de duur van maximaal een half jaar.
Bijzondere bijstand kan aangevraagd worden bij de gemeente Velsen door het aanvraagformulier Bijzondere Bijstand in te vullen. Het formulier kan gedownload worden via de website, telefonisch opgevraagd worden of ophalen in het Klant Contact Centrum in het gemeentehuis.
Artikel 4 Beoordeling van de aanvraag
De criteria op basis waarvan een aanvraag voor bijzondere bijstand wordt getoetst, zijn direct overgenomen uit artikel 35, lid 1 van de Participatiewet.
Uitgangspunt is, dat alleen kosten van de goedkoopste toereikende voorziening voor bijzondere bijstand in aanmerking komen. De omvang van de gevraagde bijzondere bijstand kan als regel worden getoetst aan de bedragen zoals deze voorkomen in de meest recente uitgave van de Nibud-prijzengids. De kosten voor duurzame gebruiksgoederen worden vergoed tot maximaal 60% van de normen zoals die door Nibud zijn aangegeven. Vaak is het namelijk mogelijk om via goedkope alternatieven als Marktplaats en de kringloopwinkel artikelen aan te schaffen. Wanneer van deze 60% wordt afgeweken, staat dit in de vergoedingenlijst vermeld.
Artikel 5 In aanmerking te nemen middelen
Dit artikel bepaalt dat alle inkomen (op jaarbasis) boven de grens van 110% (bij individuele toeslagen 100%) worden betrokken bij de vaststelling van het recht op bijzondere bijstand. Ook het vermogen boven de wettelijke grens wordt geheel in aanmerking genomen.
Een vrij te laten bedrag is uitsluitend van toepassing indien het is vastgesteld door de rechter/rechtbank.
Bij belanghebbenden aan wie een schuldsaneringsregeling is uitgesproken of een minnelijke schuldregeling doorloopt onder toepassing van de richtlijnen van de NVVK geldt dat enkel de draagkracht berekend kan worden over middelen waarover belanghebbende daadwerkelijk de beschikking heeft.
Omdat het belangrijk is dat belanghebbende kan beschikken over de aangevraagde bijzondere bijstand, worden de aanvragen zo spoedig mogelijk afgehandeld, zodat er tot uitkering overgegaan kan worden. Hierbij wordt natuurlijk wel alle zorgvuldigheid in acht genomen.
Voor een aantal minimaregelingen (hoofdstuk 4), waaronder de vergoeding voor sociaal-culturele activiteiten, is een afwijkende werkwijze met betrekking tot uitbetaling en betalingsbewijzen. Deze afwijkende werkwijze is per kostensoort in de toelichting van de betreffende artikelen beschreven.
Artikel 7 Algemene bepalingen over toeslagen
Bij de vaststelling van het recht op deze toeslagen, wordt het volledige inkomen boven de van toepassing zijnde bijstandsnorm in aanmerking genomen. Bij deze toeslagen wordt ervan uit gegaan dat de kosten gemaakt worden. Deze hoeven daarom niet te worden aangetoond.
Artikel 9 Toeslag alleenstaande ouders
Alleenstaande ouders met een toeslagpartner die na 1 januari 2015 een bijstandsuitkering aanvragen krijgen geen alleenstaande ouderkop. Zij komen ook niet in aanmerking voor de overgangsregeling. Zij kunnen bij de gemeente een beroep doen op extra ondersteuning, in de vorm van bijzondere bijstand.
Artikel 10 Woonkostentoeslagen
De belanghebbende dient zijn volledige medewerking te geven bij de verkoop van zijn woning. Dit betekent ook dat de belanghebbende de verkoop met een verlies moet accepteren.
Artikel 14 Duurzame gebruiksgoederen
Het resterende deel van de lening van duurzame gebruiksgoederen kan alleen worden kwijtgescholden als gedurende de drie jaar dat is afgelost, steeds een bedrag is afgelost dat gelijk is aan de aflossingscapaciteit. Voor alleenstaande ouders geldt dat zij een hoger bedrag per maand af kunnen lossen, omdat zij de alleenstaande ouderkop als inkomen bovenop de bijstandsnorm ontvangen.
Voor verdere toelichting per kostensoort: zie de voorwaarden in de vergoedingenlijst.
Bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen kan om niet worden verstrekt indien belanghebbende is toegelaten tot een wettelijk schuldhulpverleningstraject, voldoet aan de voorwaarden van dat traject en het verstrekken van bijzondere bijstand in de vorm van een lening het slagen van het traject in gevaar kan brengen.
Artikel 15 Sociaal-culturele activiteiten
Ter voorkoming van sociaal isolement kan een vergoeding worden verstrekt voor sociaal-culturele activiteiten. Sociaal isolement betekent dat iemand weinig of geen sociale contacten heeft. Onder sociaal-culturele activiteiten vallen in ieder geval toegang tot zwembad, theater, concert, museum, bioscoop, dierentuin of pretpark en lidmaatschap sportvereniging, muziekvereniging, toneelvereniging of bibliotheek.
Het gehele bedrag van maximaal € 75,- p.p.p.j. wordt na de aanvraag uitgekeerd. Betalingsbewijzen hoeven niet ingeleverd te worden.
Artikel 16 Maatschappelijke participatie voor kinderen
Ter voorkoming van sociaal isolement kan een vergoeding worden verstrekt voor actieve deelname aan sport en cultuur voor kinderen. Hieronder vallen in ieder geval kosten voor lidmaatschap sportvereniging, toneelvereniging, muziekles of bibliotheek en sportkleding en muziekinstrumenten in combinatie met een lidmaatschap.
Het gehele bedrag wordt aan het begin van het verenigingsjaar in één keer uitbetaald, met als voorwaarde dat er een lidmaatschap wordt aangetoond. Er wordt steekproefsgewijs gecontroleerd of dit bedrag besteed wordt aan sport en cultuur voor kinderen. Bij deze controle dient het lidmaatschap van het gehele jaar worden aangetoond, dan wel een lidmaatschap over een kortere periode met een minimaal bedrag van € 125,00. Dit betekent dat betalingsbewijzen in alle gevallen ten minste een jaar bewaard dienen te worden.
De vergoeding voor de indirecte schoolkosten is in elk geval bedoeld voor schoolactiviteiten en bijkomende kosten. Deze vergoeding wordt aan het begin van het schooljaar uitgekeerd. Er wordt steekproefsgewijs gecontroleerd of de kosten daadwerkelijk gemaakt zijn. Dit betekent dat betalingsbewijzen in alle gevallen ten minste een jaar bewaard dienen te worden.
Vergoedingenlijst bijzondere bijstand 2018 gemeente Velsen
Artikel 12 Medische voorzieningen
Artikel 14 Duurzame gebruiksgoederen
Hoofdstuk 4 Minimaregelingen Velsen
Artikel 15 Regeling sociaal-culturele activiteiten
Artikel 16 Maatschappelijke participatie van kinderen