Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hulst

Handhavingsverordening sociale zekerheid

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHulst
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingHandhavingsverordening sociale zekerheid
CiteertitelHandhavingsverordening sociale zekerheid gemeente Hulst
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpSociale Zaken en Werkgelegenheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet werk en bijstand, art. 8a
  2. Wet investeren in jongeren, art. 12, lid 1, onderdeel c
  3. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers
  4. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2010Nieuwe regeling

17-12-2009

Zeeuwsch Vlaams Advertentieblad, 23-12-2009

Rb2009/84D

Tekst van de regeling

Intitulé

Handhavingsverordening sociale zekerheid

Raadsbesluit

 

De raad van de gemeente Hulst;

 

Gezien het advies van de commissie Samenleving;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2009

 

gelet op artikel 8a van de Wet werk en bijstand, artikel 12, eerste lid, onderdeel c, van de Wet investeren in jongeren, artikel 35 van de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en artikel 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

 

overwegende dat het noodzakelijk is de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van gemeentelijke uitkeringen alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de beschreven wetten bij verordening te regelen;

 

B E S L U I T :

 

vast te stellen de volgende

HANDHAVINGSVERORDENING SOCIALE ZEKERHEID

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de Wet investeren in jongeren;

  • b.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst;

  • d.

    de gemeenteraad: de gemeenteraad van de gemeente Hulst;

  • e.

    handhaven: bewerkstelligen dat de wet wordt nageleefd;

  • f.

    fraude: het ten onrechte geheel of gedeeltelijk ontvangen van een uitkering door het verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen aan de afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

  • g.

    misbruik: het ontvangen van een uitkering in strijd met de wettelijke voorschriften, waarbij het ten onrechte ontvangen aan de cliënt is te wijten;

  • h.

    oneigenlijk gebruik: het ontvangen van een uitkering volgens de regels van de wet, maar in strijd met of buiten de bedoeling die bij de totstandkoming van die wet heeft bestaan;

Artikel 2 Beleid

  • 1.

    De gemeenteraad stelt in het Beleidsplan Hoogwaardige Handhaving vast welke beleidskaders gelden voor het handhaven van de wet.

  • 2.

    Doel van het beleidsplan genoemd in het eerste lid, is het vergroten van de spontane nalevingsbereidheid van uitkeringsgerechtigden door middel van de volgende maatregelen:

    • ·

      vroegtijdig informeren van klanten;

    • ·

      optimalisering van de dienstverlening;

    • ·

      vroegtijdig detectie van schending van wettelijke verplichtingen via risicoanalyse;

    • ·

      daadwerkelijk sanctioneren van schending van wettelijke verplichtingen.

Artikel 3 Opdracht college

  • 1.

    Het college draagt zorg voor:

    • ·

      de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de wet, waaronder de bestrijding van fraude, en

    • ·

      de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

  • 2.

    Het college zendt eenmaal per jaar aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van het beleid. Dit verslag wordt vormgegeven conform het verslag als bedoeld in artikel 77 van de Wet werk en bijstand.

Artikel 4 Aangifte Openbaar Ministerie

Het college gaat over tot het laten opmaken van proces-verbaal en doen van aangifte bij het Openbaar Ministerie in de gevallen, genoemd in de Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude (Staatscourant 26 september 2008, nr. 187).

Artikel 5 Intrekking oude regeling

De Handhavingsverordening Wet werk en bijstand wordt ingetrokken.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Handhavingsverordening sociale zekerheid gemeente Hulst.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Hulst van 17 december 2009

 

De gemeenteraad van de gemeente Hulst,

 

De Raadsgriffier, De Raadsvoorzitter,

Algemene toelichting

ALGEMEEN

De verplichting om in het kader van het financiële beheer bij verordening regels op te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik is in de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren opgenomen. Afgezien van de korte bepaling van artikel 8a van de Wet werk en bijstand, zijn er geen nadere aanduidingen over wat nu precies in de verordening moet worden geregeld.

 

In artikel 12, eerste lid, onderdeel c, WIJ is vastgelegd dat de gemeenteraad bij verordening regels moet stellen over het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de WIJ. Beoogd is hetzelfde te regelen als in artikel 8a WWB, namelijk het vastleggen van regels over fraudebestrijding. Voorts treedt naar verwachting per 1 januari 2010 de Wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten (TK 2008-2009, nr. 31927) in werking. Op grond van deze wet wordt terugvordering voor gemeenten een bevoegdheid en ontstaat de verplichting om bij verordening eveneens voor de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen regels over het handhavingsbeleid vast te stellen. Vooruitlopend daarop is deze verordening reeds aangepast en behoeft aanpassing bij de inwerkingtreding niet meer plaats te vinden.

 

Er is voor gekozen om de gemeentelijke visie op handhaving, de verwoording van het beleid, vast te leggen in het beleidsplan Hoogwaardig Handhaven, dat op voorstel van het college is vastgesteld door de gemeenteraad. Een goed handhavingsbeleid is belangrijk omdat dit voorkomt dat onterecht gemeenschapsgeld wordt uitgegeven. Bijkomend positief effect is dat daarmee het draagvlak van de sociale zekerheid wordt vergroot.

 

Gelet op de verplichting om in het kader van de Wet werk en bijstand bij verordening regels te stellen is reeds in 2004 de Handhavingsverordening WWB vastgesteld. Deze verordening wordt ingetrokken, omdat, zoals gezegd niet alleen de Wet investeren in jongeren daartoe verplicht, maar binnenkort naar verwachting ook de IOAW en de IOAZ. De handhavingsverordening krijgt daarmee een breed bereik. Om die reden is ook de titel gewijzigd in Handhavingsverordening sociale zekerheid. Voorts is een aantal artikelen geschrapt, omdat uit jurisprudentie inmiddels is gebleken dat deze niet op hun plaats zijn in de Handhavingsverordening. Het betreft de bepalingen over terugvordering, verhaal en afstemming bij wijze van maatregel. Ten aanzien van terugvordering is door de Centrale Raad van Beroep vastgesteld dat het een reeds in de wet geregelde bevoegdheid van het college betreft, waarover de gemeenteraad geen regels kan stellen (zie CRvB 23 oktober 2007, LJN: BB6453). Dit geldt naar analogie ook voor verhaal van bijstand. Voor afstemming van bijstand bij wijze van maatregel geldt dat dit reeds geregeld is in de Maatregelenverordening. Ten slotte is de bepaling m.b.t. aangifte van strafbare feiten geactualiseerd.

 

Gelet op het voorgaande is intrekking van de ‘oude’ verordening en vaststelling van een nieuwe verordening aangewezen.

 

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

 

Artikel 1 Begripsomschrijving

 Dit artikel bevat enkele begripsomschrijvingen. Ter wille van de leesbaarheid van de verordening zijn de begrippen ‘handhaven’, ‘fraude’, ‘misbruik’ en ‘oneigenlijk gebruik’ omschreven. Voor het begrip ‘wet’ is gekozen als verzamelterm voor alle regelingen waarop deze verordening betrekking heeft.

 

Artikel 2 Beleid

In het Beleidsplan Hoogwaardige handhaving is thans ten aanzien van de WWB opgenomen dat Hulst wil bereiken dat de klanten weten wat hun rechten en plichten zijn en dat het nakomen van deze plichten wordt gecontroleerd. Dit beleidsplan gaat door invoering van de Wet investeren in jongeren ook gelden voor de uitvoering van die wet. Het doel van het beleidsplan is hoogwaardige handhaving, dwz. het beperken van het risico op onrechtmatige verstrekking van uitkeringen. Er wordt naar gestreefd dat alleen diegenen die daadwerkelijk recht op een uitkering hebben, een uitkering ontvangen die in overeenstemming is met de wet (informeren). Door controle op maat wil zij fraude in een zo vroeg mogelijk stadium detecteren en sanctioneren. Op de lange termijn verwacht Hulst een afname van het gemiddelde schadebedrag. Een strenger beleid beïnvloedt de dienstverlening en de wijze waarop de cliënt de dienstverlening ervaart.

 

Een belangrijk instrument om de ambitie waar te kunnen maken is de methode van klantprofielen.

 

Klantprofielen. Om cliënten goed te kunnen informeren, te controleren en dienstverlening op maat te bieden, is het van belang te differentiëren naar doelgroep. Immers de ene groep heeft andere informatie en andere dienstverlening nodig en beschikt daarnaast over een ander risicoprofiel.

Klantprofielen opstellen is een methode om deze differentiatie te bereiken.

 

Vroegtijdig informeren. Voor de klanten moet de informatiebehoefte worden bepaald. De rol van de medewerkers is essentieel. De medewerkers moeten allemaal dezelfde boodschap uitstralen. Via klantonderzoek moet vastgesteld worden of de boodschap is overgekomen. De informatie moet ook op het werkplein verstrekt worden.

 

Dienstverlening op maat. Voor de klanten moet de dienstverleningsbehoefte worden bepaald. Daarnaast wordt de Cliëntenraad Sociale Zekerheid Hulst betrokken bij het vaststellen van de dienstverleningsbehoefte en het actueel houden daarvan. De dienstverlening van het UWV-WERKbedrijf (voorheen: CWI)  moet afgestemd zijn op de dienstverlening van de gemeenten. Zonder de medewerking van het UWV-WERKbedrijf kan er niet gewerkt worden aan de preventieve aanpak van fraude.

 

Vroegtijdige detectie en afhandeling. Hulst wil een zo efficiënt en effectief mogelijke controle. Hiervoor wordt overgegaan tot het opstellen van een controle op maat systeem, het invoeren van signaalsturing, het vaststellen van risicoprofielen, de inkomstenverklaring differentiëren op basis van het klantprofiel, verdere verbetering van ICT-ondersteuning voor het uitwisselen en raadplegen van gegevens, een up-to-date validatie en verificatiebeleid ontwikkelen, het ontwikkelen van protocollen en een fraudekompas en het nog meer gebruik maken van de kennis en ervaring van de sociale recherche.

Daadwerkelijk sanctioneren. Hulst hanteert het motto: wie fraudeert, wordt gestraft en moet terugbetalen..

 

Ketenpartners. De afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid is afhankelijk van haar ketenpartners. Het is van groot belang dat de ketenpartners UWV-WERKbedrijf, RIB en het UWV ook de klantprofielen gaan hanteren. Andere ontwikkelingen zijn het uitwisselen van gegevensbestanden met andere partners (bijv. RDW) en het verder optimaliseren van de uitwisseling en gebruik van gegevens binnen het SUWI-netwerk (ook met de SVB bijvoorbeeld).

 

Artikel 3 Opdracht College

Het tweede lid biedt de basis voor de verantwoording van het beleid. De WWB geeft aan dat het college elk jaar een voorlopig en een definitief verslag over de uitvoering (VODU) naar het rijk zendt. Deze verslagen dienen gepaard te gaan met een verklaring van de gemeenteraad. Daarom is ervoor gekozen expliciet op te nemen dat er een verantwoordingsverslag aan de raad moet worden gezonden. Het ligt voor de hand dat bij de vormgeving van het verslag op grond van deze verordening wordt aangesloten bij de inhoud van het VODU. Dit geldt ook voor de WIJ, de IOAW en de IOAZ.

 

Artikel 4 Aangifte Openbaar Ministerie

Door de Procureurs-generaal is in 2008 de bestaande Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude geactualiseerd. In die Aanwijzing zijn vuistregels opgenomen die gehanteerd moeten worden bij de opsporing en vervolging van strafbare feiten in het domein van de sociale zekerheid. Hoewel de Aanwijzing formeel gesproken geen rechtsregels zijn die bindend zijn voor gemeenten, wordt de betekenis voor de uitvoering wel zo ervaren. Uit een oogpunt van afstemming van verantwoordelijkheden tussen gemeente en Openbaar Ministerie dienen de normen die in de Aanwijzing zijn vastgelegd te worden gevolgd. Dat wordt ook in dit artikel vastgesteld. Daardoor ontstaat duidelijkheid wanneer fraude bestuurlijk moet worden afgedaan en in welke gevallen aangifte bij het O.M. noodzakelijk is.

 

Gold tot 1 januari 2009 als grens voor deze verantwoordelijkheidsafbakening een benadelingsbedrag van € 6.000,-, per 1 januari 2009 is die grens opgetrokken tot  € 10.000,- . in de Aanwijzing is verder voor verschillende situaties een uitzondering op die regel gemaakt, zodat ook bij lagere fraude soms tot opsporing en vervolging via het strafrechtelijke regime kan worden overgegaan. Daarnaast geldt dat het OM alleen tot strafvervolging zal overgaan als de gemeente besluit het fraudebedrag terug te vorderen en dat gemeenten binnen de landelijk afgesproken kaders individueel afspraken kunnen maken met het O.M. over het aangiftebeleid onder de aangiftegrens voor de gevallen waarin de maximale verlaging van de bijstand is toegepast (fraude bij beëindigde uitkering) en de wijze waarop zij aangifte kunnen doen.

 

Artikel 5 Intrekking oude regeling

Dit artikel hoeft geen verdere toelichting, met dien verstande dat aan een overgangsregeling geen behoefte is. De normen van de per 1 januari 2009 geactualiseerde Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude worden in de praktijk reeds nagevolgd. Ten aanzien van terugvordering, verhaal en afstemming zijn de uitgangspunten die in de ‘oude’ verordening waren opgenomen reeds verwerkt in het beleid van het college.

 

Artikel 6 Inwerkingtreding

Dit artikel spreekt voor zich

 

Artikel 7 Citeertitel

Zoals reeds eerder gezegd is het bereik van deze verordening zodanig breed geworden dat een andere titel gewenst was.