Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland houdende regels omtrent parkeerbehoefte (Beleid Parkeerbehoefte, laad- en losruimte gemeente Waterland)

Artikel 1 Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

• a.

  Loopafstand: de maximaal acceptabele loopafstand zoals in de tabel van bijlage 1;

• b.

  College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland;

• c.

  CROW: publicatie 381 ‘Toekomstbestendig parkeren- Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie’ van de CROW of de opvolger daarvan;

• d.

  Gemiddelde parkeernorm: het gemiddelde van de minimale en maximale parkeerkencijfers;

• e.

  Parkeerbehoefte: de eis van voldoende ruimte voor het parkeren of stallen van voertuigen;

• f.

  Parkeerplaats: gelegenheid tot stallen en/of parkeren van auto’s met afmetingen conform de ASVV 2012 van de CROW of de opvolger daarvan.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Dit beleid is van toepassing op gebouwen en/of voorzieningen die aanleiding geven tot een te verwachten parkeerbehoefte dan wel een te verwachten ruimte voor het laden en lossen van goederen.

Artikel 3 Voorzien in parkeerbehoefte

Een gebouw en/of voorziening als bedoeld onder artikel 2 moet voorzien in voldoende parkeerplaatsen in, op of onder het gebouw, danwel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw en/of voorziening behoort. Aan deze eis wordt voldaan als is voorzien in de onder artikel 5 bepaalde parkeerbehoefte.

Artikel 4 Voorzien in laad- en losmogelijkheden

Een gebouw en/of voorziening als bedoeld onder artikel 2 moet voorzien in voldoende ruimte voor het laden of lossen van goederen, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw en/of voorziening behoort.

Artikel 5 Bepalen parkeerbehoefte

• 1.

  De parkeerbehoefte wordt vastgesteld aan de hand van de CROW.

• 2.

  In aanvulling op de CROW wordt voor het bepalen van de stedelijkheidsgraad en de stedelijke zone gebruik gemaakt van de tabel en kaarten in bijlage 2.

• 3.

  In aanvulling op de CROW wordt de gemiddelde parkeernorm gehanteerd.

• 4.

  Voor het bepalen van het type woning wordt in aanvulling op de CROW gebruik gemaakt van de tabel in bijlage 3.

• 5.

  Voor het bepalen van de parkeereis bij kleinschalig toeristisch overnachten wordt bij de berekening de CROW-parkeerkencijfers voor ‘kamerverhuur, zelfstandig (niet studenten)’ toegepast.

• 6.

  In aanvulling op de CROW wordt voor parkeren op eigen terrein de omrekenfactor gebruikt als opgenomen in de tabel van bijlage 4.

• 7.

  De parkeerbehoefte van bestaande gebouwen en/of voorzieningen wordt in mindering gebracht op de nieuwe parkeerbehoefte, mits het aantal aanwezige parkeerplaatsen in de openbare ruimte niet afneemt door het gebouw en/of de voorziening.

Artikel 6 Afwijking

Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in artikel 3 en 4 indien:

• a.

  het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of

• b.

  voor zover op andere wijze in de parkeerbehoefte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien.

Artikel 7 Op andere wijze voorzien in voldoende parkeergelegenheid

• 1.

  De afwijking als bedoeld in artikel 6, onderdeel a, kan worden toegepast:

  • a.

    indien aan de parkeerbehoefte wordt voldaan op eigen terrein dat op loopafstand ligt van het perceel waardoor de toename van de parkeerdruk is ontstaan; of

  • b.

    indien aan de parkeerbehoefte wordt voldaan op openbare grond die op loopafstand ligt of op loopafstand komt te liggen van het perceel waardoor de toename van de parkeerdruk is ontstaan.

• 2.

  In gebieden waar vergunning parkeren of een parkeerduurbeperking geldt (toekomstige) gebruikers en eigenaren van het gebouw en/of voorziening worden uitgesloten van een parkeervergunning dan wel ontheffing.

• 3.

  De parkeerplaatsen bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, worden slechts aangelegd door of in opdracht van de gemeente en op kosten van de initiatiefnemer.

Artikel 8 Planologische procedure

• 1.

  Indien voor het realiseren van parkeerplaatsen een planologische maatregel noodzakelijk is, dan wordt dit in dezelfde planologische maatregel geregeld als die waardoor de toename van de parkeerdruk ontstaat.

• 2.

  In afwijking van het eerste lid kan een afzonderlijke planologische maatregel worden genomen indien de voorgeschreven voorbereidingsprocedures niet gelijk zijn.

Artikel 9 Overgangsrecht

Het recht zoals dat gold voor inwerkingtreding van dit beleid blijft van toepassing ten aanzien van:

• 1.

  Beslissingen om een verzoek om vooroverleg, met dien verstande dat de aanvraag om vergunning binnen 6 maanden na verzending van de beslissing op het verzoek om vooroverleg is ingediend en de aanvraag om vergunning niet afwijkt van -de beslissing op- het verzoek om vooroverleg;

• 2.

  Bestemmingsplannen, aanvragen om omgevingsvergunning, die voor inwerkingtreding van dit beleid als voorontwerp, of als ontwerp voor inspraak of zienswijzen ter inzage zijn gelegd;

• 3.

  Ruimtelijke initiatieven waarvoor ten aanzien van het onderwerp parkeren of laad- en losruimte normen zijn vastgelegd in een -anterieure- overeenkomst met de gemeente.

Artikel 10 Citeertitel en inwerkingtreding

Dit besluit wordt aangehaald als: ‘Beleid Parkeerbehoefte, laad- en losruimte gemeente Waterland’ en treedt in werking op de dag na de bekendmaking.