Organisatie | Bernheze |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering afvalstoffenheffing Bernheze 2018 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing Bernheze 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Tarieventabel afvalstoffenheffing |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | 01-01-2021 | Nieuwe regeling | 14-12-2017 Gemeenteblad | / |
De raad van de gemeente Bernheze besluit, op basis van het bijbehorende voorstel van
burgemeester en wethouders van 24 oktober 2017:
gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
vast te stellen de navolgende verordening:
‘VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING BERNHEZE 2018’.
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
Het aantal ledigingen per perceel, niet zijnde een groep van percelen waarvoor gebruik wordt gemaakt van een verzamelcontainer, wordt vastgesteld met behulp van containerherkennings- en registratieapparatuur op de inzamelauto. Voor de berekening van de belasting wordt uitgegaan van het aantal maal dat een container ter lediging wordt aangeboden zoals is vastgesteld met behulp van de containerherkennings- en registratieapparatuur op de inzamelauto.
De vaststelling van de belasting van het totale gewicht van de periodiek ingezamelde afvalstoffen van een perceel dan wel groep van percelen vindt plaats door een optelling van de gewichten van het periodiek ingezamelde groente- fruit- en tuinafval van dit perceel dan wel groep van percelen en een optelling van de gewichten van de periodiek ingezamelde overige afvalstoffen van dit perceel dan wel deze groep van percelen. Het gewicht van de periodiek ingezamelde afvalstoffen per inzamelbeurt per perceel dat niet behoort tot een groep van percelen wordt vastgesteld als het verschil van het gewicht van de betreffende container voor lediging en het gewicht na lediging. Het gewicht van de periodiek ingezamelde afvalstoffen per inzamelbeurt per perceel dat behoort tot een groep van percelen waarvoor gebruik wordt gemaakt van een verzamelcontainer wordt vastgesteld als een naar het aantal geregistreerde percelen van de betrokken groep van percelen evenredig gedeelte van het totale gewicht van de periodiek ingezamelde afvalstoffen per inzamelbeurt van de betrokken groep van percelen. Voor de berekening van de belasting wordt uitgegaan van de gewichten die zijn vastgesteld met behulp van geijkte weegapparatuur op de wegende inzamelauto.
Indien tijdens enige inzamelbeurt door een calamiteit of door technische storing van de wegende inzamelauto, of van de op de inzamelauto geplaatste containerweeg- of containerherkennings- of containerregistratie-apparatuur of van de middelen waarmee de gegevens van de geledigde containers worden opgeslagen, van een aangeboden container geen automatische weging of herkenning of registratie of gegevensverwerking plaatsvindt, wordt voor de inzameling van de afvalstoffen per perceel dan wel groep van percelen voor alle betrokken percelen dan wel groep van percelen, ongeacht of de bij deze percelen behorende containers worden aangeboden, voor de betreffende inzamelbeurt een forfaitair gewicht per perceel dan wel groep van percelen vastgesteld overeenkomstig het gestelde in lid 6 en lid 7.
Het forfaitair gewicht per perceel als bedoeld in lid 5 wordt bepaald als een evenredig gedeelte van het totaal over het kalenderjaar voorafgaand aan het belastingjaar bij het betreffende perceel vastgestelde gewicht van de overeenkomstige afvalstoffen en het totaal aantal inzamelbeurten van de overeenkomstige afvalstoffen gedurende het kalenderjaar voorafgaand aan het belastingjaar.
Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, of indien om andere redenen geen forfaitair gewicht als bedoeld in lid 5 kan worden vastgesteld, wordt het forfaitair gewicht voor een perceel waarbij gebruik wordt gemaakt van een gft-container dan wel restafvalcontainer voor de betreffende inzamelbeurt vastgesteld als 5kg voor het groente-, fruit- en tuinafval welke periodiek wordt ingezameld en 10kg voor de restafvalstoffen welke periodiek worden ingezameld. Voor een perceel dat behoort tot een groep van percelen wordt het forfaitair gewicht voor de betreffende inzamelbeurt vastgesteld als 5 kg voor de restafvalstoffen welke periodiek worden ingezameld. Voor een perceel dat behoort tot een groep van percelen wordt het forfaitaire gewicht voor voorde betreffende inzamelbeurt vastgesteld op 2 kilo voor het Groente-, Fruit- en Tuinafval welke periodiek worden ingezameld.
Indien tijdens enige inzamelbeurt door en calamiteit of door een technische storing van de inzamelauto of van de op de inzamelauto geplaatste containerherkennings- of registratieapparatuur waarmee de gegevens van de geledigde containers worden opgeslagen geen automatische herkenning, registratie of gegevensverwerking plaatsvindt, wordt voor de inzameling van afvalstoffen per perceel, ongeacht of de bij deze percelen behorende containers wel of niet worden aangeboden voor de inzamelbeurt, geen forfaitaire lediging in rekening gebracht.
Artikel 8 Termijnen van betaling
De op grond van artikel 6, eerste lid, verschuldigde belasting moet in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
In afwijking van het eerste lid moeten, indien een machtiging voor automatische incasso is afgegeven en zolang de verschuldigde bedragen via automatische incasso kunnen worden afgeschreven, de aanslag(en) worden betaald in tien gelijke maandelijkse termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die van de dagtekening van het aanslagbiljet en de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 9 Nadere regels door het Dagelijks Bestuur
Het Dagelijks Bestuur van de Belastingsamenwerking Oost-Brabant kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.
Geen kwijtschelding wordt verleend voor dat deel van de belasting dat bij wege van definitieve aanslag Diftar een bedrag van € 135,00 overschrijdt.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
Als de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in lid 4 opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de belasting hiervoor in die periode plaatsvindt.
Vastgesteld door de raad van de gemeente Bernheze in zijn openbare vergadering van