Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Neder-Betuwe

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Neder-Betuwe houdende regels omtrent brandbeveiliging Brandbeveiligingsverordening 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNeder-Betuwe
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Neder-Betuwe houdende regels omtrent brandbeveiliging Brandbeveiligingsverordening 2013
CiteertitelBrandbeveiligingsverordening 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de Brandbeveiligingsverordening 2011.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 3 Wet veiligheidsregio’s

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-12-201728-03-2018nieuwe regeling

21-03-2013

Gemeenteblad 2017, 231644

RAAD/13/01404

Tekst van de regeling

Intitulé

Brandbeveiligingsverordening 2013

De raad van de gemeente Neder-Betuwe;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders,

 

gelet op het bepaalde in artikel 3 van de Wet op de veiligheidsregio’s,

 

besluit vast te stellen de:

 

Brandbeveiligingsverordening 2013

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    een inrichting: een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats voor zover die geen bouwwerk is;

  • b.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.

Artikel 2 Verbodsbepaling

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college verleende gebruiksvergunning een inrichting in gebruik te hebben of te houden, voor zover daarin:

    • a.

      meer dan 50 personen tegelijk aanwezig zullen zijn of,

    • b.

      aan meer dan 5 personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft of,

    • c.

      aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar, of aan meer dan 10 lichamelijk of geestelijk gehandicapte personen dagverblijf zal worden verschaft.

  • 2.

    Het college kan aan de gebruiksvergunning voorwaarden verbinden met inachtneming van het bepaalde in artikel 4 en artikel 5.

  • 3.

    Het college kan aan de gebruiksvergunning nieuwe voorwaarden verbinden en daaraan verbonden voorwaarden wijzigen of intrekken, indien het belang waarvoor de gebruiksvergunning is verleend dit vereist op grond van een verandering van inzichten of verandering van de omstandigheden gelegen buiten de inrichting, opgetreden na het verlenen van de gebruiksvergunning.

  • 4.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing.

  • 5.

    Het verbod zoals genoemd in lid 1 van dit artikel is niet van toepassing indien bij of krachtens enig wettelijk voorschrift of beschikking van het bevoegd gezag het brandveilig gebruik van de betreffende inrichting in voldoende mate is geborgd.

Artikel 3 Weigeringsgronden

Het college weigert een gebruiksvergunning, indien de in de aanvraag vermelde wijze van gebruik van de inrichting niet brandveilig is en door het stellen van voorschriften ook niet kan worden bereikt.

Artikel 4 Gebruikseisen

De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de artikelen 1.16, 1.17 en 6.5 en in de afdelingen 6.5, 6.6, 7.1 en 7.2 van het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011, 416 en 676) zijn van overeenkomstige toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen.

Artikel 5 Brandveiligheidsvoorzieningen

De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de afdelingen 6.7 en 6.8 van het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011, 416 en 676) zijn, met uitzondering van de artikelen 6.28, 6.29 en 6.39, van overeenkomstige toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen

Artikel 6 Melden van brand en broei

Ieder die brand of broei ontdekt of deze vermoedt, is verplicht dit onmiddellijk aan de brandweer te melden.

Artikel 7 Bossen, heidevelden, venen

De eigenaar van een aaneengesloten of vrijwel aaneengesloten opstand die voor meer dan de helft bestaat uit naaldhout, een heideveld, een veen of een ander erf of terrein, voor zover niet bedoeld in artikel 8, tweede lid, onder b van de Woningwet, en dat met brandbare gewassen is begroeid, is verplicht de voorschriften op te volgen, die het college geeft tot het voorkomen van brand en het beperken van de gevolgen van brand.

Artikel 8 Bestuurlijke boete

Overtreding van de regels van deze verordening kan worden beboet met een bestuurlijke boete van maximaal het bedrag, genoemd in de Arbeidsomstandighedenwet artikel 34, vierde lid, onder 1°.

Artikel 9 Overgangsrecht

  • 1.

    Vergunningen die zijn verleend onder werking van de op 26 mei 2011 vastgestelde brandbeveiligingsverordening en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening worden aangemerkt als vergunning krachtens deze verordening.

  • 2.

    Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de op 26 mei 2011 vastgestelde brandbeveiligingsverordening is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

  • 3.

    Op bezwaarschriften gericht tegen een beschikking op aanvraag om vergunning krachtens de brandbeveiligingsverordening 26 mei 2011 wordt beslist met toepassing van deze verordening.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Brandbeveiligingsverordening 2013

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking 1 dag na bekendmaking

  • 2.

    De op 26 mei 2011 vastgestelde Brandbeveiligingsverordening 2011 wordt ingetrokken 1 dag na publicatie van de Brandbeveiligingsverordening 2013.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 21 maart 2013

de griffier,

mr. J.C. Bouwman

de voorzitter

ir. C.W. Veerhoek