Organisatie | Bernheze |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Bernheze 2018 |
Citeertitel | Verordening Toeristenbelasting Bernheze |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | 01-01-2021 | Nieuwe regeling | 14-12-2017 Gemeenteblad | / |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie, andere recreatieve en/of educatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;
Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, pensions, vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de basisregistratie personen van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam "toeristenbelasting" een directe belasting geheven.
Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.
Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig verblijft in Nederland in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
Artikel 6 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.
berekeningswijze van de maatstaf van heffing
3 personen indien het aantal slaapplaatsen meer dan drie bedraagt;
verhuurde ruimten dan wel op vaste standplaatsen, welke geschikt zijn voor gebruik of slechts gebruikt mogen worden gedurende een periode van: ten hoogste drie maanden bepaald op 20; meer dan drie doch ten hoogste zes maanden bepaald op 40; meer dan zes doch ten hoogste negen maanden bepaald op 60; meer dan negen doch ten hoogste twaalf maanden bepaald op 80;
b.ingeval verblijf wordt gehouden in mobiele kampeeronderkomens op niet-vaste
3.Het aantal mobiele kampeeronderkomens als bedoeld in het eerste lid, letter c. wordt vastgesteld op het gemiddelde van een zestal tellingen gedurende het belastingjaar, waarbij iedere telling valt binnen een afzonderlijke periode van twee maanden.
Artikel 8 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing
In afwijking van het bepaalde in artikel 7 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 7 berekende aantal.
Het tarief bedraagt per persoon per overnachting € 1,35.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting wordt door middel van voorlopige en definitieve aanslag geheven.
Artikel 12 Termijnen van betaling
Indien een machtiging voor automatische incasso is afgegeven en zolang de verschuldigde bedragen via automatische incasso kunnen worden afgeschreven, moet(en) de aanslag(en) en de bestuurlijke boete(s) worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn twee maanden later.
Artikel 13 Nadere regels door het Dagelijks Bestuur
Het Dagelijks Bestuur van de Belastingsamenwerking Oost-Brabant kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren, bedoeld in artikel 232, vierde lid, onderdelen a en c, van de Gemeentewet.
Artikel 15 Overgangsbepaling, inwerkingtreding en citeertitel
Als de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in lid 4 opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de belasting hiervoor in die periode plaatsvindt.
Vastgesteld door de raad van de gemeente Bernheze in zijn openbare vergadering van 14 december 2017.