Organisatie | 's-Hertogenbosch |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 's-Hertogenbosch 2018 |
Citeertitel | Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 's-Hertogenbosch 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | 01-01-2019 | Nieuwe regeling | 12-12-2017 | Onbekend |
Onder de naam “parkeerbelastingen” worden de volgende belastingen geheven:
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in – of uitstappen van personen dan wel onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen
de gemeente gelegen weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het register was ingeschreven;
Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:
zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 1, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:
indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;
indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;
de belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
de belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.
Artikel 5 Tarief, tijdvak en maatstaf van heffing
Het tarief, het tijdvak en de maatstaf van heffing zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 6 Wijze van heffing en termijn van betaling
De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren, door het in werking stellen van de nabij de parkeergelegenheid aanwezige parkeerapparatuur. Het bij aanvang van het parkeren in werking stellen van de apparatuur door middel van een verbinding tussen een draagbare telefoon en de centrale computer, wordt gelijk gesteld aan het betalen bij aanvang van het parkeren.
Indien het in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door een verbinding met de centrale computer via een mobiele telefoon of een ander hulpmiddel, wordt de belasting in afwijking van het eerste lid overeenkomstig de aangifte betaald binnen de overeen gekomen termijn van een maand na het einde van het parkeren.
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
De kosten voor het overbrengen bedragen voor een voertuig tot 3.500 kilogram € 235,00 en voor bewaring € 9,00 na de eerste 24 uren (of een gedeelte daarvan) tot de eerste 30 dagen, indien het voertuig langer dan 30 dagen bewaard wordt, bedragen de stallingskosten € 7,50 voor elk volgend etmaal (of een gedeelte daarvan). Voor afgifte van het voertuig tussen 17.00 uur en 08.00 uur geldt een toeslag van € 45,00.
De kosten voor het overbrengen van een voertuig zwaarder dan 3.500 kilogram, die door een afwijkend sleepvoertuig worden verwijderd, bedragen € 335,00 en voor het bewaren € 25,00 na de eerste 24 uren (of een gedeelte daarvan) tot de eerste 30 dagen, indien het voertuig langer dan 30 dagen bewaard wordt, bedragen de stallingskosten € 20,00 voor elk volgend etmaal (of een gedeelte daarvan).
Voor afgifte van het voertuig tussen 17.00 uur en 08.00 uur geldt een toeslag van € 45,00.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
De “Verordening op de heffing en invordering van Parkeerbelastingen” vastgesteld bij het besluit van de gemeenteraad van ’s-Hertogenbosch d.d. 10 november 2015 en de vastgestelde wijzigingen d.d. 13 december 2016 en de bijbehorende Tarieventabel wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Uitgaande van 13.000 aanslagen per jaar bedragen de heffingskosten per aanslag € 88,09
Ingevolge het bovengenoemde Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen kunnen de heffingskosten ten hoogste € 62,00 belopen.
De kosten worden gebaseerd op een verwacht aantal inklemmingen. Voor 2018: 50 inklemmingen.
Tarieventabel, behorende bij de Verordening op de heffing en invordering parkeerbelastingen’s-Hertogenbosch, vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente ’s-Hertogenbosch d.d. 12 december 2017.
Onderdeel 1: aanwijzing parkeertarieven bij parkeerapparatuur op straat:
De parkeerbelasting als bedoeld in artikel 1, sub a, van de Verordening parkeerbelastingen ’s-Hertogenbosch 2018 bedraagt:
Onderdeel 2: aanwijzing parkeertarieven over aaneengesloten periodes:
De parkeerbelasting als bedoeld in artikel 1, sub a, van de Verordening parkeerbelastingen ’s-Hertogenbosch 2018 bedraagt over een aaneengesloten periode, met een minimum van een dag:
De parkeerbelasting als bedoeld in artikel 1, sub b, van de Verordening parkeerbelastingen ’s-Hertogenbosch en artikel 3, eerste lid, van de Parkeerverordening ’s-Hertogenbosch 1996, voor parkeerders, tevens bewoners van de binnenstad. (Deze regeling geldt alleen voor de bij het onderdeel 1 van deze tabel onder a en b genoemde tarieven):
Het gaat hierbij om vergunningen voor bewoners en bedrijfvoerders in de woonwijken (dus buiten het als binnenstad aangewezen gebied), waarmee op aangewezen betaalde parkeerplaatsen mag worden geparkeerd.
De parkeerbelasting voor de parkeerder bedraagt € 4,00 (0,05 per uur) met een maximum van 80 uur per maand.
Het gaat hierbij om vergunningen voor bezoekers aan de bedrijven in de woonwijk Deuteren, waarmee op aangewezen betaalde parkeerplaatsen mag worden geparkeerd.
De parkeerbelasting voor de parkeerder bedraagt € 3,00 (€ 0,05 per uur) met een maximum van 60 uur per maand.
Het gaat hierbij om vergunningen voor bezoekers aan de bedrijven in de woonwijk De Vliert I en De Vliert IV waarmee op aangewezen betaald parkeerplaatsen mag worden geparkeerd.
De parkeerbelasting voor de parkeerder bedraag 50% van het ter plaatse geldende tarief met een maximum van 20 uur per maand.
Het gaat hierbij om vergunningen voor bezoekers van bedrijven aan de bedrijven in de woonwijk Kop van ’t Zand, waarmee op aangewezen betaalde parkeerplaatsen mag worden geparkeerd.
Onderdeel 3: Aanwijzing tarieven parkeervergunningen.
Onderdeel 4: In werking treding
De tarieventabel treedt in werking op 1 januari 2018.