Organisatie | Geertruidenberg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2018 |
Citeertitel | Verordening precariobelasting 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-12-2017 | 01-01-2019 | Nieuwe regeling | 09-11-2017 | Onbekend |
Onder de naam “precariobelasting” wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
De precariobelasting wordt geheven van degene die één of meer in de tarieventabel opgenomen voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond worden aangetroffen.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
De precariobelasting wordt niet geheven:
a. voorwerpen ten behoeve van percelen, waarvan de gemeente krachtens eigendom, bezit of beperkt recht de genothebbende is, met uitzondering van die percelen, waarin de gemeentebedrijven worden uitgeoefend en van die, welke aan derden zijn verhuurd;
b. voorwerpen welke ingevolge een wettelijk voorschrift moeten worden gedoogd;
c. buizen in de grond tot lozing van fecaliën, van huishoud- of van hemelwater;
d. voorwerpen, gebruikt voor activiteiten met een politiek, godsdienstig, geestelijk, wereldbeschouwelijk, sociaal, medisch, weldadig doel dan wel, voor zover geen sprake is van een directe of indirecte commerciële (neven)activiteit, voor activiteiten met een sportief, cultureel, recreatief of mediadoel;
e. voorwerpen op de openbare weg bij kleinschalige niet-commerciële buurtactiviteiten;
f. voorzieningen, aangebracht ten behoeve van mindervaliden, tot het toegankelijk maken van een eigendom;
voor het hebben op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond van wegwijzers of soortgelijke voorwerpen van de Algemene Nederlandse Wielrijders Bond en van daarmede op één lijn te stellen lichamen; van brievenbussen, postzegelautomaten, telefooncellen, kabelverdeelkasten en transformatorhuisjes en halteaanduidingen van openbare middelen van vervoer;
voor het hebben van, plat tegen de gevel der percelen aangebrachte voorwerpen voor reclame doeleinden, uitsluitend vermelden de naam en het beroep of bedrijf van de bewoner of gebruiker van het pand waaraan de voorwerpen zijn bevestigd, een en ander voor zover bedoelde voorwerpen niet groter zijn dan 0,3 m2;
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
Indien in de tarieventabel voor het hebben van voorwerpen zowel een jaar-, maand-, week- als dagtarief is opgenomen, is voor de berekening van de precariobelasting het tarief van toepassing dat het meest aansluit bij een ter zake door de gemeente verleende vergunning. In de gevallen waarin geen vergunning is verleend, geldt het tarief voor de kleinste eenheid.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor denaar jaartarieven geheven precariobelasting
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar de jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld voor de niet in artikel 9 genoemdegevallen.
Andere precariobelasting dan die bedoeld in artikel 9 is verschuldigd bij de aanvang van het belastbaar feit, tenzij deze over een belastingtijdvak wordt geheven. Artikel 9, vierde lid is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
De “Verordening precariobelasting 2017” van 22 december 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Geertruidenberg, 9 november 2017
de raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
drs K.M.C. Millenaar-Rammelaere drs. W. van Hees
Tarieventabel behorende bij de "verordening precariobelasting 2018".