Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tubbergen

Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing 2018

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTubbergen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing 2018
CiteertitelVerordening afvalstoffenheffing 2018
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Zie artikel 10. Deze verordening vervangt de Verordening afvalstoffenheffing 2017

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet milieubeheer, art. 15.33

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-12-201701-01-2019Nieuwe regeling

18-12-2017

Gemeenteblad 2017, nr. 224905

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing 2018

De raad van de gemeente Tubbergen,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 november 2017;

gelet op het advies van de commissie Samenleving en Bestuur van 4 december 2017;

gelet op het bepaalde in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

besluit:

vast te stellen de navolgende:

Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing 2018

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    gebruik maken: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer;

  • b.

    G.F.T.-afval: groente-, fruit- en tuinafval;

  • c.

    P.M.D: plastic, metalen en drankkartons;

  • d.

    restafval: huishoudelijk afval niet zijnde G.F.T.-afval en niet zijnde P.M.D;

  • e.

    minicontainer: de vanwege de gemeente uitgezette ophaalbakken, met verschillende volumes;

  • f.

    verzamelcontainer: de vanwege de gemeente geplaatste containers, die kunnen worden ontsloten door middel van chipkaarten.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en in de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene, die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar geheven wordt, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffen

De belasting als bedoeld in de hoofdstukken 1 en 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag waarop de verschuldigde belasting is vermeld.

Per belastbaar feit kan afzonderlijk worden geheven.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting, als bedoeld in hoofdstuk 2 onderdeel 2.1 van de tarieventabel, is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    De belasting, als bedoeld in hoofdstuk 2 onderdelen 2.2 en 2.3 van de tarieventabel, is verschuldigd na afloop van het belastingjaar of, zo dit eerder is, na beëindiging van de belastingplicht.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting als bedoeld in hoofdstuk 2 onderdeel 2.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als bedoeld in hoofdstuk 2 onderdeel 2.1 van de tarieventabel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 5.

    Het derde en vierde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt:

    • a.

      in het geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag van de aanslag daarvan meer is dan € 100,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste negen bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen, telkens een maand later;

    • b.

      in het geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag van de aanslag daarvan minder is dan € 100,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in drie gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen, telkens een maand later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De Verordening afvalstoffenheffing 2017 van 12 december 2016 wordt ingetrokken met ingang van in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande, dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als de "Verordening afvalstoffenheffing 2018".

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 18 december 2017,

De gemeenteraad van Tubbergen,

De raadsgriffier, de voorzitter,

H.J.M.J. van Limbeek-ter Haar , drs. ing. W.A.M. Haverkamp-Wenker

Tarieventabel

Tarieventabel, behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing 2018

 

Hoofdstuk 1: Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting

indien deze verschuldigd zijn.

 

Hoofdstuk 2: Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing

2.1

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar

80,00

2.2

Onverminderd het bepaalde in 2.1 bedraagt de

 

 

 

belasting per aanbieding van een mini-container

 

 

 

t.b.v. restafval bij een containervolume van:

 

 

2.2.1

240 liter

9,20

2.2.2

140 liter

5,60

2.3

Onverminderd het bepaalde in 2.1 bedraagt de belasting

 

 

 

voor het aanbieden van afval bij een verzamelcontainer:

 

 

2.3.1

per aanbieding

0,60

 

 

 

 

Behorende bij het raadsbesluit van 18 december 2017

De griffier van de gemeente Tubbergen,

H.J.M.J. van Limbeek-ter Haar