Organisatie | Boxmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Boxmeer 2018 |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting Boxmeer 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 224 van de Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-12-2017 | 01-01-2019 | Nieuwe regeling | 14-12-2017 Website gemeente Boxmeer, 19 december 2017 | Z/17/662547 |
Vaststelling van de Verordening toeristenbelasting Boxmeer 2018.
De raad van de gemeente Boxmeer;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 oktober 2017;
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Boxmeer 2018
Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houdenvan verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vormdan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in debasisregistratie personen zijn ingeschreven.
De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;
Artikel 4 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Hetaantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personenvermenigvuldigd met het aantal nachten.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan minder is dan € 4.000,00, dat de aanslagen moeten worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later;
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en
De belastingplichtige bedoeld in artikel 2 is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet.
De gemeenteambtenaar belast met de heffing van gemeentelijke belastingen kan ontheffing verlenen van het bijhouden van een gemeentelijk nachtverblijfregister indien de belastingplichtige voornemens is om een eigen nachtverblijfregister bij te houden indien dit eigen nachtverblijfregister gekoppeld is aan een bedrijfsmatig gevoerde, geautomatiseerde boekhouding;
De belastingplichtige, bedoeld in artikel 2 is gehouden, indien hij niet binnen vier weken na afloop van het belastingjaar een uitnodiging heeft ontvangen tot het doen van aangifte, binnen twee weken na afloop van deze termijn schriftelijk aan de aangewezen ambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, tot een uitnodiging tot het doen van aangifte te verzoeken;
De gemeente behoudt zich te allen tijde het recht voor alsnog een uitnodiging tot het doen van aangifte te verzenden, dan wel, bij gebrek aan een (tijdige) aangifte door belastingplichtige, de grondslag voor de berekening van de toeristenbelasting te schatten en de belasting middels een ambtshalve aanslag op te leggen;
De 'Verordening toeristenbelasting Boxmeer 2017', vastgesteld bij raadsbesluit van 15 december 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.