HOOFDSTUK 2 FRAUDEBESTRIJDING
Artikel 2 Aangifte
Indien het benadelingsbedrag het bruto bedrag van € 10.000,— overschrijdt, wordt door of namens het college aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie.
Artikel 3 Verantwoording college
- 1.
De raad bepaalt jaarlijks de onderwerpen waarover het college dient te rapporteren.
- 2.
In ieder geval rapporteert het college aan de raad over:
- a.
het aantal gevallen waarin is vastgesteld dat bijstand ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend;
- b.
de verschillende vormen van fraude die zijn geconstateerd en de frequentie ervan;
- c.
of, en zo ja in hoeveel gevallen tot terugvordering is besloten onderscheidenlijk in hoeveel gevallen, met redenen omkleed, is afgezien van terugvordering;
- d.
of, en zo ja in hoeveel gevallen is ingevorderd en tot welk bedrag;
- e.
in hoeveel gevallen toepassing is gegeven aan het gestelde in artikel 4 van deze verordening;
- f.
in hoeveel gevallen aangifte heeft plaatsgevonden.
Artikel 4 Terugvordering
Terugvordering van bijstand gebeurt met inachtneming van de bepalingen van deze verordening.
De verdere wijze van terug- en invordering is vastgelegd in de beleidsregels inzake terugvordering.
HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN
Artikel 5 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden
1.Het college kan in bijzondere gevallen, ten gunste van de uitkeringsgerechtigde afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden
van overwegende aard leidt.
- 2.
Van terugvordering kan worden afgezien in geval sprake is van dringende redenen, dit ter beoordeling van het college. Een en ander is nader uitgewerkt in de beleidsregels inzake terugvordering.
- 3.
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college.
Artikel 6 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2010.
Artikel 7 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Fraudeverordening Wwb en WIJ gemeente