Organisatie | Haaren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van marktgeld 2018 |
Citeertitel | Verordening marktgeld 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | 31-12-2018 | Nieuwe regeling | 21-12-2017 | B&W voorstel, 14 november 2017 |
De raad van de gemeente Haaren;
in zijn vergadering van 21 december 2017;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2017;
gelet op de behandeling in het raadsplein van 7 december 2017;
gelet op artikel 229 van de Gemeentewet.
De volgende verordening vast te stellen:
Verordening op de heffing en de invordering van marktgeld 2018
Artikel 1 Aard van de belasting
Ter zake van het innemen van een standplaats op een voor de markt aangewezen plaats in de gemeente Haaren en gedurende de voor de markt aangewezen tijd worden onder de naam “marktgeld” rechten geheven.
De heffingsgrondslag voor het marktgeld is de frontbreedte van de standplaats in strekkende meters (m1).
- voor een kraam of voor gebruik van standplaatsruimte per strekkende meter, per kwartaal € 12,35 met een minimumbedrag van € 49,75 per kwartaal;
- voor een dagplaats of een eenmalige standwerkersplaats, voor gebruik van standplaatsruimte per strekkende meter € 1,40 met een minimumbedrag van € 5,65 per dagdeel.
Artikel 6 Tijdstip van betaling
Het marktgeld moet worden voldaan zodra een standplaats is ingenomen.
Artikel 7 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het marktgeld.
Artikel 9 Intrekking Verordening en Overgangsrecht
De ‘Verordening marktgeld 2017’ van 3 november 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 10, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.