Organisatie | Waterland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Waterland houdende regels omtrent zorg voor de jeugd Verordening Zorg voor de Jeugd gemeente Waterland 2018 |
Citeertitel | Verordening Zorg voor de Jeugd gemeente Waterland 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening Zorg voor Jeugd gemeente Waterland 2015.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | nieuwe regeling | 21-12-2017 | 110-90 |
De raad van de gemeente Waterland,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 november 2017;
overwegende dat het noodzakelijk is om regels vast te stellen over de door het college te verlenen individuele voorzieningen en overige voorzieningen, de wijze van afstemming met andere voorzieningen, de wijze waarop een persoonsgebonden budget wordt vastgesteld, de bestrijding misbruik en oneigenlijk gebruik van de Jeugdwet, en regels ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van jeugdhulp of de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit daarvan;
gelet op artikel 2.9, 2.12, 8.1.1, vierde lid, en 12.4, tweede lid, van de Jeugdwet en artikel 149 van de Gemeentewet,
vast te stellen de navolgende Verordening Zorg voor de Jeugd gemeente Waterland 2018.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
algemene voorziening: voorziening op grond van de wet die rechtstreeks toegankelijk is zonder toegangsbeoordeling of op basis van een beperkte toegangsbeoordeling alsmede lichte vormen van jeugdhulp voor de jeugdige en/of ouders, uitgevoerd door het kernteam Jeugd, waaraan geen collegebesluit voor toewijzing van die zorginzet ten grondslag ligt
kernteam Jeugd: een team van professionals dat door het college is aangewezen om de gemeentelijke toegang naar de individuele voorzieningen jeugdhulp te verzorgen, regie te voeren op ingezette (complexe) zorg en vragen van ouders over opvoeden en opgroeien te beantwoorden. Het kernteam Jeugd maakt onderdeel uit van het team Uitvoering; consulenten Sociaal Domein.
perspectiefplan: het document waarin de ondersteuningsbehoeften van de jeugdige en/of zijn ouders zijn vastgelegd samen met de doelen en hoe deze te bereiken en waarin op verschillende levensgebieden de gezinssituatie in kaart gebracht wordt om een effectieve ondersteuning van de jeugdige mogelijk te maken;
In afwijking van het eerste lid zijn bepaalde algemene voorzieningen als bedoeld in artikel 2.1 die op of in relatie tot de scholen in de gemeente worden geboden ook toegankelijk voor jeugdigen die niet woonachtig zijn in de gemeente maar staan ingeschreven bij de onderwijsinstelling in kwestie in de gemeente, en hun ouders. Dit kan ingeval van artikel 2.1, lid 1 sub a, c en g.
Hoofdstuk 2 Algemene voorzieningen
Artikel 2.2 Toegang algemene voorzieningen
De algemene voorzieningen genoemd in artikel 2.1, onder a t/m d, worden door, via of namens het kernteam Jeugd uitgevoerd of zijn vrij toegankelijk.
Artikel 2.3 Algemene voorzieningen via het kernteam Jeugd
De algemene voorzieningen genoemd in artikel 2.1, onder e, f en g, worden uitgevoerd door het kernteam Jeugd van de gemeente.
Artikel 2.4 Afbakening taken en toegangsmogelijkheden
Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van de mate waarin algemene voorzieningen vrij of beperkt toegankelijk zijn, de wijze waarop die beperking wordt vormgegeven en de afbakening van taken die daarbij exclusief aan het kernteam Jeugd worden voorbehouden.
Hoofdstuk 3 Individuele voorzieningen
Paragraaf 1. Soorten individuele voorzieningen
Paragraaf 2. Toegang individuele voorzieningen
In dit artikel en volgende artikelen van paragraaf 2 wordt verstaan onder jeugdhulpaanbieder: de jeugdhulpaanbieder in de zin van de wet die specialistische, hoogspecialistische jeugdhulp of overige jeugdhulp aanbiedt zoals bedoeld in de artikelen 3.1, 3.2 en 3.3, tenzij specifiek aangegeven is dat het om één of twee van de genoemde jeugdhulpvormen gaat.
Het college neemt het besluit als bedoeld in het tweede lid op grond van het gesprek over de hulpvraag met de jeugdige en/of zijn ouders en het opgestelde perspectiefplan, zoals bedoeld in artikel 3.5, en wanneer het gaat om een persoonsgebonden budget, aanvullend op grond van het pgb-plan zoals bedoeld in artikel 3.6.
Wanneer de huisarts, jeugdarts of medisch specialist conform artikel 2.6, eerste lid, onderdeel g, van de wet of gecertificeerde instelling verwezen heeft naar specialistische en hoog specialistische jeugdhulp, neemt het college het besluit als bedoeld in het tweede lid, onder a, op grond van het door de jeugdige en/of zijn ouders – al dan niet met ondersteuning van de verwijzende huisarts, jeugdarts, of medisch specialist of het kernteam Jeugd – opgestelde perspectiefplan, en de toets hiervan door het kernteam Jeugd.
Wanneer een jeugdige en/of zijn ouders zwaarwegende bezwaren hebben tegen de betrokkenheid van het kernteam Jeugd bij de toetsing van het perspectiefplan kunnen zij gebruik maken van een opt-out-regeling. Het college neemt dan het besluit enkel op aanwijzing van en in samenspraak met de jeugdhulpaanbieder.
Het college neemt een besluit voor een individuele voorziening voor behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexie, wanneer de poortwachter van het SWV Zaanstreek – Waterland hiertoe een raadgevend advies geeft. 9. Het college stelt nadere regels vast ten aanzien van de ondersteuningsprofielen en intensiteiten zoals bedoeld in het tweede lid, onder a.
Artikel 3.5 Het gesprek en perspectiefplan
Het (ondertekende) perspectiefplan wordt, indien en voor zover van toepassing voor een effectieve uitvoering van de specialistische hoogspecialistische of overige jeugdhulp, door de jeugdige en/of zijn ouders, of in voorkomende gevallen door het kernteam Jeugd, gedeeld met de betrokken jeugdhulpaanbieder met inachtneming van de geldende privacyregelgeving.
Indien de jeugdige en/of zijn ouders zich in het gesprek zoals bedoeld in artikel 3.5 gemotiveerd op het standpunt stellen dat zij de individuele voorziening als bedoeld in de artikelen 3.1, 3.2 en 3.3, die wordt geleverd door de door gemeente gecontracteerde jeugdhulpaanbieders niet passend achten, kunnen zij een persoonsgebonden budget aanvragen.
Artikel 3.9 Criteria en afwegingsfactoren bij de toekenning van individuele voorzieningen
Het college kent een individuele voorziening toe indien en voor zover in het gesprek en perspectiefplan zoals bedoeld in artikel 3.5 vastgesteld is dat:
Artikel 3.10 Inhoud en geldigheidsduurbesluit
Het besluit tot toekennen van specialistische, hoogspecialistische of overige jeugdhulp wordt afgegeven:
als het gaat om zorg in natura, met een geldigheidsduur tot de in het besluit opgenomen termijn: in alle andere gevallen tot het moment waarop de betrokken jeugdhulpaanbieder de jeugdhulp heeft beëindigd en het college hiervan op de hoogte heeft gesteld of de jeugdige de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. Ingeval hulp ook na deze leeftijdsgrens nodig blijft, stemt de jeugdhulpaanbieder dit tijdig af met het kernteam Jeugd;
In aanvulling op het gestelde in het tweede lid, onder a, wordt het besluit opnieuw van kracht wanneer een jeugdige en/of zijn ouders zich binnen drie maanden na een volgens plan beëindigd jeugdhulptraject dat gericht was op herstel opnieuw, met dezelfde hulpvraag, bij de jeugdhulpaanbieder meldt/melden. Hierbij geldt eveneens dat wanneer de jeugdige de leeftijd van achttien jaar bereikt en vervolgzorg noodzakelijk blijkt, de jeugdhulpaanbieder afstemming zoekt met het kernteam Jeugd.
Artikel 3.11 Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering
Degene aan wie op grond van deze verordening een individuele voorziening is verstrekt, is verplicht zo spoedig mogelijk aan het college mededeling te doen van alle feiten en omstandigheden, waarvan hun redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een besluit aangaande een individuele voorziening.
Hoofdstuk 4 Afstemming met andere voorzieningen
Artikel 4.1 Afstemming gezondheidszorg
Het college draagt zorg dat het kernteam Jeugd zich in de gevallen, bedoeld in het eerste lid, de jeugdige en zijn ouders wijst op de consequenties dat deze zorg vanaf deachttiende verjaardag van de jeugdige onder de Zorgverzekeringswet valt, en zich inspant voor de continuïteit van de zorg indien noodzakelijk.
Artikel 4.5 Afstemming werk en inkomen
Het college draagt zorg dat het kernteam Jeugd en de gecertificeerde instellingenfinanciële belemmeringen voor het slagen van preventie en jeugdhulp vroegtijdig signaleren en waar nodig jeugdigen en hun ouders helpen de juiste ondersteuning vanuit de gemeentelijke voorzieningen – zoals schuldhulpverlening en inkomensvoorzieningen – te krijgen om deze belemmeringen weg te nemen.
Wanneer een jeugdhulpaanbieder bij de jeugdige en/of zijn ouders betrokken is in het kader van specialistische, hoogspecialistische of overige jeugdhulp, ondersteunt deze de jeugdige en/of zijn ouders bij het verminderen van de belemmeringen die armoede- en schuldenproblematiek vormen voor het slagen van de jeugdhulp.
Wanneer de jeugdhulpaanbieder er niet in slaagt om de financiële belemmeringen voor het slagen van de jeugdhulp weg te nemen, stelt zij hiervan het kernteam Jeugd dan wel de betrokken gecertificeerde instelling op de hoogte, die zich vervolgens inspant de jeugdige en/zijn ouders naar de betreffende gemeentelijke voorzieningen toe te leiden.
Hoofdstuk 5 Waarborging verhouding prijs-kwaliteit
Artikel 5.1 Verhouding prijs en kwaliteit jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen
Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, in ieder geval rekening met:
Hoofdstuk 6 Beleidsparticipatie
Artikel 6.1 Beleidsparticipatie.
Het college betrekt ingezetenen van de gemeente, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, bij de voorbereiding van het beleid betreffende jeugdhulp, overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend.
Het college stelt ingezetenen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Artikel 7.1 Intrekking oude verordening
De Verordening Zorg voor Jeugd gemeente Waterland 2015 wordt ingetrokken.
De rechten en verplichtingen die op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze verordening gelden met betrekking tot een individuele voorziening waarvoor op grond van de Verordening Zorg voor Jeugd gemeente Waterland 2015een besluit is afgegeven, blijven gelden gedurende de looptijd van het besluit, dan wel tot het moment dat er op basis van een gewijzigde ondersteuningsbehoefte een nieuw besluit wordt genomen.
Het college is bevoegd, in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar zijn oordeel tot een bijzondere en onvoorziene hardheid leidt, ten gunste van de jeugdige en/of zijn ouders af te wijken van deze verordening, indien daar zeer dringende redenen voor zijn.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Waterland, gehouden op 21 december 2017.
De raad voornoemd,
griffier
drs. E.G.H. Dijk MPM
voorzitter
L.M.B.C. Wagenaar-Kroon