Organisatie | Westland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Westland houdende regels omtrent maatschappelijke ondersteuning Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Westland 2018 |
Citeertitel | Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Westland 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Toelichting |
Deze regeling vervangt de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Westland 2015.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 12-12-2017 | 17-0150419 |
De raad van de gemeente Westland;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 november 2017; gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, eerste, tweede, derde en zevende lid, 2.1.5, eerste lid, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6, vierde lid, en 2.6.6, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikelen 3.8, tweede lid, en 5.4 van het per 1 juni 2017 aangepaste Uitvoeringsbesluit Wmo 2015;
overwegende dat burgers een eigen verantwoordelijkheid dragen voor de wijze waarop zij hun leven inrichten en deelnemen aan het maatschappelijk leven;
dat van burgers verwacht mag worden dat zij elkaar daarin naar vermogen bijstaan;
dat burgers die zelf, dan wel samen met personen in hun omgeving onvoldoende zelfredzaam zijn of onvoldoende in staat zijn tot participatie, een beroep moeten kunnen doen op ondersteuning door de gemeente, zodat zij zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen blijven wonen;
dat het noodzakelijk is om regels vast te stellen ter uitvoering van het Sociaal Beleidskader als bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet met betrekking tot de ondersteuning bij de versterking van de zelfredzaamheid en participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen, beschermd wonen en opvang, en dat het noodzakelijk is om de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking te bevorderen en daarmee bij te dragen aan het realiseren van een inclusieve samenleving;
besluit vast te stellen de Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Westland 2018.
HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Algemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, dus ook door anderen gebruikt wordt, algemeen verkrijgbaar is en niet – aanzienlijk – duurder is dan vergelijkbare producten en waarover een vergelijkbare persoon als belanghebbende zonder beperkingen zou (kunnen) beschikken.
Cliëntondersteuning:onafhankelijke ondersteuning met informatie, advies en algemene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen.
Hoofdverblijf: de woonruimte, bestemd en geschikt voor permanente bewoning, waar een persoon zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft en in de gemeentelijke basisadministratie staat ingeschreven dan wel zal staan ingeschreven, dan wel het feitelijk woonadres indien een persoon met een briefadres is ingeschreven.
Mantelzorg: hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep.
HOOFDSTUK 2. DE AANVRAAGPROCEDURE
Artikel 4. Vooronderzoek; indienen persoonlijk plan
Voor of tijdens het gesprek verschaft de cliënt het college alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college voor het onderzoek nodig zijn en waarover de cliënt op dat moment redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. De cliënt verstrekt in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage.
Het college onderzoekt in een gesprek met degene door of namens wie de melding is gedaan, dan wel diens vertegenwoordiger en waar mogelijk met de mantelzorger of mantelzorgers en desgewenst familie, zo spoedig mogelijk en voor zover nodig:
de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening, zoals opgenomen in de Kadernota Sociaal Domein, bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet, of door het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie, of te voorkomen dat hij een beroep moet doen op een maatwerkvoorziening;
de mogelijkheden om door middel van voorliggende voorzieningen en/of door samen met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en andere partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te komen tot een zo goed mogelijk afgestemde dienstverlening. Dit met het oog op de behoefte aan verbetering van zijn zelfredzaamheid en/of participatie. Indien nodig met behulp van een maatwerkvoorziening.
Indien de cliënt een voorziening in pgb vorm wenst, dient hij hiervoor een budgetplan (zie definitie) in te leveren. Dit kan voor of na het gesprek, maar uiterlijk bij het indienen van een aanvraag. Tijdens het gesprek wordt de cliënt hierover geïnformeerd en in het gespreksverslag wordt gerapporteerd dat bij een aanvraag een budgetplan wordt ingeleverd.
Het college kan een advies vragen aan een (medisch-) adviesinstantie als dit van belang geacht wordt voor de beoordeling van de aanvraag om een maatwerkvoorziening. Met toestemming van de cliënt kan informatie worden gevraagd bij andere betrokken ondersteuners of (zorg)specialisten.
HOOFDSTUK 3. DE TE BEREIKEN RESULTATEN
Artikel 9. Criteria voor een maatwerkvoorziening
Een cliënt komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening:
De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 5 bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven,en
De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 5 bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zo zich snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Artikel 12. Regels voor persoonsgebonden budget (pgb)
wordt berekend op basis van een prijs of tarief waarmee redelijkerwijs is verzekerd dat het pgb toereikend is om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, van derden te betrekken,en wordt indien nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en/of relevante verzekering. Bij een vervoersmiddel is dit maximaal 5% van de kostprijs per jaar. En
De hoogte van een pgb wordt vastgesteld voor:
individuele/groepsbegeleiding: afgeleid van de gehanteerde tarieven die de gemeente heeft vastgesteld bij gecontracteerde aanbieders:
Het maximale tarief voor individuele begeleiding en groepsbegeleiding groep door een
niet-professional zoals een persoon behorend tot het sociale netwerk van de zorgvrager maar ook, werkstudenten, zzp-ers zonder diploma’s e.d. is het tarief € 20,00 per uur. Voor groepsbegeleiding groep is het tarief € 20,00 per dagdeel.
Deze bedragen zijn afgeleid van de tarieven van de Wet langdurige zorg (Wlz) (voorheen AWBZ) .
kortdurend verblijf- en respijtzorg:
dit product en het tarief zijn afgeleid van de Wlz (voorheen AWBZ).
Het tarief voor kortdurend verblijf is op basis van de tarieven van 4 dagdelen groepsbegeleiding basis. Voor aantoonbaar gediplomeerd verzorger waaronder zzp’ers: € 170,42 per etmaal of een deel daarvan (inclusief bescherming, alarmering, begeleiding en servicekosten maar exclusief maaltijden);
De hoogte van het pgb in het buitenland wordt afgestemd op het land waar de cliënttijdelijk verblijft. De hoogte van het pgb wordt herberekend aan de hand van de aanvaardbaarheidspercentages zoals genoemd in de Aanvaardbaarheidspercentages 2017 Wlz. De hoogte van het pgb geldt voor materiële en immateriële voorzieningen.
Artikel 13. Bijdrage in de kosten van algemene voorzieningen
Een cliënt is een bijdrage verschuldigd in de kosten voor het gebruik van de basisvoorziening hulp bij het huishouden, ter hoogte van € 5,-- per uur.
Indien een cliënt Wlz geïndiceerd is en meerdere voorzieningen gebruikt, kan het college er van afzien een bijdrage in de kosten in rekening te brengen.
Artikel 14. Bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen
De bedragen per vier weken, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de eigen bijdrage worden vermeldt in artikel 3.1, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. De jaarlijkse parameters worden gepubliceerd in de Staatscourant en zijn eveneens vindbaar op de website van het CAK (Wmo parameters, tarieven en inkomensgrenzen).
De in het derde lid genoemde bedragen zijn uitgedrukt in het prijspeil van 2017 en worden ieder opvolgend kalenderjaar gewijzigd aan de hand van de ontwikkeling van het minimumloon, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onder a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. De berekende bedragen worden naar beneden afgerond op een veelvoud van € 0,2.
Voor een scootmobiel wordt een eigen bijdrage gevraagd op basis van de nieuwwaarde van de van de goedkoopste voorziening in het assortiment en voor zolang de scootmobiel aan de cliënt is toegekend. Dit met een maximum van 91 termijnen zijnde 7 jaar. De eigen bijdrage wordt berekend over de nieuwwaarde van de voorziening ook als de voorziening uit depot wordt geleverd. Bij overname van een voorziening van een andere gemeente is voor het overname bedrag een eigen bijdrage verschuldigd, voor zover de voorziening nog niet is afgeschreven.
Indien een Wmo-vervoerspas met de Regio taxi wordt toegekend ontvangt kan de cliënt 600 zones per jaar reizen tegen een gereduceerd tarief. Voor de opstapzone en de eerste drie gereisde zones per rit geldt een gereduceerd tarief. Het opstaptarief bedraagt € 0,70 (gereduceerd tarief). Het geldende tarief voor de zones bedraagt € 0,70 per zone (gereduceerd tarief).
HOOFDSTUK 6. HERZIENING VAN DE BESLUITVORMING
Artikel 17. Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering
Op grond van artikel 2.3.8 van de wet doet een cliënt aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing als bedoeld in artikel 2.3.5 of 2.3.6 van de wet.
Als het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens door de cliënt opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college van de cliënt en degene die daaraan opzettelijk zijn medewerking heeft verleend, geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening of het ten onrechte genoten pgb.
Artikel 18. Opschorting betaling uit het pgb
Het college kan de Sociale verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een geheel of gedeeltelijke opschorting voor ten hoogste dertien weken van betalingen uit het pgb als er ten aanzien van een cliënt een ernstig vermoeden is gerezen dat er sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 2.3.10, eerste lid, onder a, d of e, van de wet.
Artikel 19. Jaarlijkse waardering mantelzorgers
Voor het verkrijgen van de jaarlijkse blijk van waardering wordt als criterium gehanteerd dat de mantelzorger langdurig mantelzorger is (dit houdt in langer dan drie maanden en/of meer dan 8 uur per week) en staat ingeschreven bij het steunpunt Mantelzorg van de welzijnsorganisatie van gemeente Westland.
HOOFDSTUK 8. TEGEMOETKOMING MEERKOSTEN PERSONEN MET EEN BEPERKING OF CHRONISCHE PROBLEMEN
Artikel 20. Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen
Het college kan in overeenstemming met het Sociaal Beleidskader, zoals bedoeld inartikel 2.1.2 van de wet, op aanvraag aan personen met een beperking of chronische psychische of psychosociale problemen die daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten hebben, een tegemoetkoming verstrekken ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie.
Een financiële tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting of huurderving;
Tijdelijke huisvesting: bedraagt de werkelijk gemaakte extra huurkosten voor 6 maanden met een maximumbedrag van € 5.000,-;
Huurderving: de hoogte van de tegemoetkoming bedraagt maximaal het bedrag van de subsidiabele huur voor 4 maanden.
HOOFDSTUK 9. KWALITEIT VAN DE ZORGORGANISATIES
Artikel 21. Verhouding prijs en kwaliteit levering dienst door derden
Artikel 24. Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Het college stelt ingezetenen, in de vorm van de adviesraad Sociaal Domein, in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, vroegtijdig gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening als toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt op basis van het Sociaal Beleidskader geëvalueerd.