Organisatie | Rozendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Afstemmingsverordening Wet investeren in jongeren |
Citeertitel | Afstemmingsverordening Wet investeren in jongeren |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-02-2010 | 01-01-2012 | Onbekend | 02-02-2010 Gemeentelijk Informatieblad "In de Roos"5-2-2010 | Onbekend |
Paragraaf 2 Het niet nakomen van de verplichtingen bedoeld in artikel 44 en 45 van de wet
Artikel 2 Afstemming van de inkomensvoorziening
Onverminderd artikel 42 van de wet, verlaagt het college, overeenkomstig deze verordening, het bedrag van de aan de jongere toegekende inkomensvoorziening, indien de jongere naar het oordeel van het college de op hem rustende verplichtingen, bedoeld in hoofdstuk 5 van de wet, of de uit artikel 30c, tweede of derde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen voortvloeiende verplichtingen, niet of onvoldoende nakomt, dan wel zich jegens het college ernstig misdraagt.
Artikel 3 Berekeningsgrondslag
De verlaging wordt toegepast op de voor de jongere van toepassing zijnde WIJ-norm.
Artikel 4 Het besluit tot afstemming van de inkomensvoorziening
In het besluit tot het opleggen van een verlaging worden in ieder geval vermeld: de reden van de maatregel, de duur van de maatregel, het bedrag waarmee de inkomensvoorziening wordt verlaagd en, indien van toepassing, de reden om af te wijken van de standaardmaatregel.
Artikel 6 Indeling in categorieën van verwijtbare gedragingen
Ten aanzien van de jongere inhoudende het niet of onvoldoende nakomen van de verplichtingen bedoeld in artikel 44, tweede lid en artikel 45 van de wet, worden onderscheiden de volgende categorieën:
Het niet, niet tijdig of onvolledig voldoen aan administratieve verplichtingen in verband met het recht op een werkleeraanbod of inkomensvoorziening.
het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht, bedoeld in artikel 44, eerste lid, van de wet dat leidt tot het ten onrechte toekennen of tot het ten onrechte te hoog bedrag verlenen van de inkomensvoorziening.
Artikel 7 De hoogte en de duur van de maatregel
Onverminderd het bepaalde in artikel 2 lid 2 wordt de maatregel vastgesteld op:
i. € 50,00 bij een gedraging uit de derde categorie, waarbij het benadelingsbedrag lager is dan € 500,00; ii. € 150,00 bij een gedraging uit de derde categorie, waarbij het benadelingsbedrag groter dan of gelijk is aan € 500,00 maar lager is dan € 1.500,00; iii. € 350,00 bij een gedraging uit de derde categorie, waarbij het benadelingsbedrag groter dan of gelijk is aan € 1.500,00 maar lager is dan € 3.500,00; iv. € 600,00 bij een gedraging uit de derde categorie, waarbij het benadelingsbedrag groter dan of gelijk is aan € 3.500,00 maar lager is dan € 6.000,00; v. bij een gedraging uit categorie 3, waarbij het benadelingsbedrag groter is dan € 6.000,00 en waar geen aangifte bij het Openbaar Ministerie wordt gedaan, vindt een verhoging plaats van € 300,00 per € 3.000,00 of gedeelten daarvan;
Artikel 8 Gelijktijdigheid van verwijtbare gedragingen en recidive
Bij een derde en volgende verwijtbare gedraging van dezelfde of een hogere categorie binnen twaalf maanden na de laatste als verwijtbaar aangemerkte gedraging kan de inkomensvoorziening voor een lagere periode of onbepaalde duur verlaagd worden, rekening houdend met de ernst van de gedraging, de mate van verwijtbaarheid en de individuele omstandigheden van de jongere.
Artikel 9 Afzien van het opleggen van een maatregel
Indien het niet of niet tijdig nakomen van een inlichtingenverplichting als bedoeld in categorie 3 niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van de inkomensvoorziening geeft het college een schriftelijke waarschuwing ter zake van het niet tijdig nakomen van de verplichting. Een verlaging wordt wel opgelegd indien het niet of niet tijdig nakomen van die verplichting plaatsvindt binnen een periode van één jaar nadat een eerdere waarschuwing is gegeven.
Het tweede lid onderdeel a en b zijn niet van toepassing indien aangifte gedaan is bij het OM en het OM de zaak teruggeeft aan de gemeente of indien de gemeente de zaak bij het OM heeft teruggehaald omdat de vordering herzien wordt en minder bedraagt dan de aangiftegrens zoals bedoeld in de Aanwijzing sociale zekerheidsfraude.
Indien de verlaging niet kan worden opgelegd met toepassing van lid 1 of 2 dan vindt bij een gedraging behorend tot categorie 3, zoals omschreven in artikel 6 onder c, realisatie plaats door verlaging van de inkomensvoorziening indien de belanghebbende binnen een periode van twaalf maanden opnieuw een inkomensvoorziening gaat ontvangen.
Paragraaf 3 Zeer ernstige misdragingen
Artikel 11 Zeer ernstige misdragingen
Indien de jongere zich tegenover het college of zijn ambtenaren, of jegens medewerkers van een door het college aangewezen bedrijf of instelling belast met de uitvoering van de wet, zeer ernstig misdraagt als bedoeld in artikel 41, eerste lid van de wet, wordt de WIJ-norm verlaagd met inachtneming van de ernst van de gedraging, de mate waarin de belanghebbende de gedraging kan worden verweten en de individuele omstandigheden van de belanghebbende.